22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

nr. 955
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 november 2009

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 7 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

1. Mededeling inzake ontwikkeling van een gemeenschappelijke strategie voor sleuteltechnologiën in de EU;

2. Verordening inzake migratie van het Schengeninformatiesysteem SIS1+ naar SIS II (Kamerstuk 22 112, nr. 956);

3. Verordening inzake erfrecht (Kamerstuk 22 112, nr. 957);

4. Mededeling inzake stand van zaken Strategisch Partnerschap tussen de EU en Latijns-Amerika (Kamerstuk 22 112, nr. 958);

5. Mededeling inzake ontwikkeling internationale dimensie Integraal Maritiem beleid van de EU (Kamerstuk 22 112, nr. 959);

6. Richtlijn tot wijziging richtlijn betreffende het prospectus (Kamerstuk 22 112, nr. 960);

7. Mededeling actieplan Stedelijke Mobiliteit (Kamerstuk 22 112, nr. 961).

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans

Fiche: Mededeling inzake ontwikkeling van een gemeenschappelijke strategie voor sleuteltechnologieën in de EU

1. Algemene gegevens

Mededeling inzake «voorbereiden van onze toekomst: ontwikkeling van een gemeenschappelijke strategie voor sleuteltechnologieën in de EU», 30 september 2009, COM(2009)512, http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2009:0512:FIN:NL:PDF

Behandelingstraject Raad: Raad voor Concurrentievermogen (eerstvolgende vindt plaats op 3 en 4 december 2009)

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Economische Zaken

2. Essentie voorstel

Deze mededeling gaat in op het strategisch belang van sleuteltechnologieën voor de ontwikkeling van nieuwe innovatieve producten en goederen. Deze zijn volgens de Commissie nodig voor het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatverandering, de vergrijzende bevolking, energieveiligheid en communicatie. Volgens de Commissie zijn sleuteltechnologieën onmisbaar voor een koolstofarme, op kennis gebaseerde economie die voorwaarde is om welzijn, welvaart en veiligheid van burgers te waarborgen. De Commissie noemt nanotechnologie, micro-en nano-elektronica inclusief halfgeleiders, geavanceerde materialen, biotechnologie en fotonica als de meest relevante sleuteltechnologieën. Het potentieel van deze technologieën blijft momenteel grotendeels onbenut met name voor wat betreft de commerciële toepassing en exploitatie. Oorzaken hiervan zijn volgens de Commissie: onbekendheid bij het publiek, tekort aan geschoolde arbeidskrachten op deze gebieden, tekort aan risicokapitaal en particuliere investeringen, het ontbreken van een lange termijnvisie en coördinatie op EU-niveau en het ontbreken van een gelijk speelveld met derde landen door verschillen in staatssteunbedragen. De Commissie roept de EU, de lidstaten, de ondernemingen en de belangrijkste belanghebbenden op een gezamenlijke lange termijn visie te ontwikkelen een sterk partnerschap tot stand te brengen om inzet van sleuteltechnologieën in de Europese Unie (EU) mogelijk te maken en te versnellen.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

Ja, in de mededeling kondigt de Commissie een aantal acties aan;

– De Europese Gemeenschap zal de toepassing van sleuteltechnologieën binnen haar huidige beleidskader stimuleren en daarbij werk gaan maken van de volgende beleidsgebieden: i) regels inzake staatssteun, ii) handelsaspecten, iii) toegang tot financiering, en iv) versterking van bestaande initiatieven en/of voorstellen voor directe maatregelen op het gebied van specifieke sleuteltechnologieën.

– Het oprichten van een expertgroep met de opdracht een Europese lange termijn strategie voor sleuteltechnologieën op te stellen, waarin onder andere de volgende gebieden aan bod kunnen komen: sterkere gerichtheid op technologieoverdracht met name tussen onderzoeksinstellingen en MKB, gezamenlijke strategische programmering, toepassingen op het terrein van klimaatverandering, leidende markten en overheidsopdrachten, internationale vergelijking en onderwijs/opleidingen.

De initiatieven (i-iv) maken deel uit van vigerend Gemeenschapsbeleid gebaseerd op bestaande aanvullende bevoegdheid (innovatiebeleid en acties iii en iv) dan wel exclusieve bevoegdheden (i en ii).

De subsidiariteit wordt positief beoordeeld. Een pan-Europese strategische visie en uitwerking ten aanzien van deze kapitaalintensieve sleuteltechnologieën kan de EU beter helpen bij het waarmaken van haar ambitie om mondiale maatschappelijke uitdagingen aan te gaan en tegelijkertijd bij te dragen aan de versterking van de concurrentiekracht van de EU, dan de afzonderlijke lidstaten alleen.

Voor zover een oordeel kan worden gegeven over de proportionaliteit is deze eveneens positief. De genoemde initiatieven worden in staand beleid ingepast en gaan niet verder dan nodig. Een kanttekening wordt geplaatst bij het instellen van een groep van deskundigen op hoog niveau. Nederland is van mening dat bestaande organen beter benut kunnen worden om de beoogde pan-Europese strategische visie te formuleren.

De voorgestelde acties van de Commissie lijken in de kern voorwaardenscheppend te zijn: de toepassing van sleuteltechnologieën in het bestaande beleidskader stimuleren en het opstellen van een langetermijnstrategie. De mededeling leidt niet tot aanvullende ongeplande financiële uitgaven ten laste van de Nederlandse begroting of de EG-begroting. Mochten er toch ongeplande financiële gevolgen zijn dan is Nederland van mening dat de financiële middelen dienen te worden gevonden binnen de bestaande financiële kaders van de EU-begroting. Indien dit niet mogelijk is dan dienen de financiële gevolgen te worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels budgetdiscipline.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland vindt het belangrijk om de onderzoeks- en innovatieprestaties van de EU te verbeteren, opdat de EU haar ambitie kan verwezenlijken om een locatie van wereldklasse te zijn voor ondernemerschap en innovatie en als bron van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen.

Evenals de Europese Commissie onderschrijft Nederland het belang van toepassing van sleuteltechnologieën voor het aanpakken van de belangrijkste maatschappelijke problemen van deze tijd en voor het stimuleren van duurzame werkgelegenheid met hoogwaardige banen. Nederland kan zich vinden in de aanbeveling van de Commissie om een pan-Europese strategische visie uit te werken over de technologieën die de EU in onderzoek en productie wil toepassen. Een dergelijke visie kan de EU zoals gezegd helpen bij het waarmaken van haar ambitie om mondiale maatschappelijke uitdagingen aan te gaan en tegelijkertijd bij te dragen aan de concurrentiekrachtversterking van de EU.

Nederland is voorstander van vereenvoudiging van de governance van de Europese Onderzoeksruimte. Dit betreft niet alleen vereenvoudiging en stroomlijning van het instrumentarium, maar ook vereenvoudiging van het aantal overlegorganen. Strikt genomen maken de acties die geformuleerd zijn in deze mededeling geen onderdeel uit van de Europese Onderzoeksruimte. Deze mededeling moet echter mede bezien worden in het kader van de Nederlandse inzet om de overzichtelijkheid van beschikbare instrumenten voor onderzoek en innovatie te verbeteren, door stroomlijning en betere samenhang tussen programma’s op communautair niveau. Nederland is daarom géén voorstander van het instellen van een groep van deskundigen op hoog niveau en is van mening dat bestaande organen beter benut kunnen worden om de beoogde pan-Europese strategische visie te formuleren.

Nederland onderschrijft op hoofdlijnen de elementen die in de pan-Europese strategische visie geadresseerd moeten worden: een sterkere gerichtheid op technologieoverdracht, gezamenlijke strategische programmering en demonstratieprojecten, regels inzake staatssteun, leidende markten en overheidsopdrachten, internationale samenwerking, handelsbeleid, risicokapitaalfinanciering en vaardigheden. Nederland is er daarnaast voorstander van dat in de pan-Europese strategie ook wordt bezien in hoeverre de sleuteltechnologieën een potentiële bijdrage aan maatschappelijke uitdagingen kunnen leveren.

Nederland ziet met name grote mogelijkheden voor het bevorderen van de technologieoverdracht op deze sleuteltechnologieën. Naast het bevorderen van regionale innovatieclusters, uitbreiding van de pan-Europese technologieoverdracht via bijvoorbeeld betere beschikbaarheid van informatie over onderzoeksexpertises in de EU en het in een vroeg stadium betrekken van potentiële afnemers bij O&O-activiteiten ziet Nederland een groot belang in de bijdrage die het MKB kan leveren aan deze technologieoverdracht. Hiervoor zijn er in het bijzonder mogelijkheden voor het faciliteren vanuit de EU van toegepast onderzoek binnen de sleuteltechnologieën via onder andere demonstratieprojecten en gezamenlijke programmeringsacties.

Mede in dit verband, is Nederland zeer verheugd met de aandacht die de Commissie geeft aan het inzetten van (precommerciële) overheidsopdrachten bij het uitlokken van innovatie in de markt en de rol van leidende markten. Nederland is actief om innovatiegerichte overheidsinkopen te stimuleren en ziet graag dat de Europese Commissie zelf actie neemt om (precommerciële) overheidsopdrachten in te zetten en om lidstaten verder aan te moedigen ditzelfde te doen.

Nederland wil wel benadrukken dat de sleuteltechnologieën niet verward moeten worden met het nationale beleid op sleutelgebieden. Het nationale sleutelgebiedenbeleid richt zich onder andere op vraaggestuurde innovatieprogramma’s, waarin consortia van bedrijven en kennisinstellingen samenwerken aan innovatie op een gebied waarop Nederland internationaal excellent is. Deze consortia organiseren zich naar markt of cluster en niet altijd naar technologie. Voorbeelden van Nederlandse sleutelgebieden zijn water, flowers & food, creatieve industrie en hightech systemen en materialen. De sleuteltechnologieën waar de Commissie over spreekt zijn basistechnologieën die in meerdere innovatieve sectoren benut kunnen worden.

De Commissie heeft de vijf meest relevante sleuteltechnologieën bepaald op basis van mondiale onderzoeksactiviteiten en markttendensen. Nederland wil de mogelijkheid open houden om eventueel aanvullende technologieën te benoemen, zoals bioraffinage en precisielandbouw. Nederland wil daarnaast aandacht vragen voor de samenhang tussen deze technologieën alsmede voor de mogelijke gevaren en risico’s die samenhangen met deze technologieën voor bijvoorbeeld milieu, klimaat, duurzaamheid en volksgezondheid.

Naar boven