22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

nr. 953
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2009

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 2 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

1. Mededeling inzake Integratie maritiem toezicht; (Kamerstuk 22 112, nr. 952);

2. Mededeling inzake versterkte handhaving intellectuele eigendomsrechten.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans

Fiche: Mededeling inzake versterkte handhaving intellectuele eigendomsrechten

1. Algemene gegevens

Voorstel: Mededeling voor een versterkte handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de interne markt

Datum Commissiedocument: 14 september 2009

Nr. Commissiedocument: COM(2009)467

Pre-lex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.c fm?CL=nl&DosId=198 579

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad: Naar verwachting in de Raad voor Concurrentievermogen (eerstvolgende vindt plaats op 3–4 december 2009).

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Economische Zaken

2. Essentie voorstel

Met de mededeling «Voor een versterkte handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de interne markt» geeft de Commissie uitvoering aan de oproep van de Raad voor Concurrentievermogen1 om een Europees plan voor de bestrijding van namaak en piraterij op te stellen en daarbij vooral aandacht te besteden aan andere dan wetgevingsmaatregelen. Een centrale rol in de plannen van de Commissie speelt het op te richten Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij, dat onder meer gegevens over namaak en piraterij moet gaan verzamelen en analyseren, en aanbevelingen op grond daarvan moet doen. Daarnaast streeft de Commissie naar verbetering van de administratieve samenwerking op andere terreinen dan alleen de douane, en naar het aangaan van dialoog met resp. het mogelijk maken van convenanten tussen belanghebbende partijen. Bijzondere aandacht gaat uit naar de bestrijding van de handel in namaakgoederen via het internet.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

In aanvulling op het bestaande regelgevingskader kondigt de Commissie in deze Mededeling niet-wetgevingsmaatregelen aan die in drie groepen kunnen worden onderscheiden:

1. Handhaving via een Europees Waarnemingscentrum. Dit waarnemingscentrum, dat binnen de bestaande structuren van de Commissie zal worden opgericht, zal een centrale rol gaan vervullen bij het verzamelen, monitoren, en rapporteren van informatie en gegevens over inbreuken op intellectuele eigendomsrechten (IER). Op basis daarvan worden analyses en evaluaties uitgevoerd van de impact van inbreuk op innovatie, concurrentievermogen, werkgelegenheid, betrokkenheid van georganiseerde misdaad en risico’s voor volksgezondheid en veiligheid. Verder moet deze informatieverzameling de basis vormen voor vergelijking, beoordeling en waardering van de verschillende handhavingspraktijken. Het waarnemingscentrum zal ten slotte een rol hebben te spelen in het verspreiden van succesvolle handhavingsstrategieën in de particuliere sector.

2. Bevordering administratieve samenwerking in de hele interne markt. De Commissie streeft naar een verbetering hiervan in het bijzonder door het opzetten van een netwerk voor snelle uitwisseling van gegevens ten behoeve van de bij IE betrokken handhavings- en uitvoeringsinstanties, waarbij de bestaande samenwerking tussen douane-instanties als voorbeeld wordt genomen. Van de lidstaten wordt gevraagd coördinatoren aan te wijzen die tot taak krijgen de acties van nationale handhavingsinstanties te coördineren, contacten met het bedrijfsleven te onderhouden en grensoverschrijdende samenwerking mogelijk te maken. Voor nationale IE-bureaus ziet de Commissie een rol in het geven van voorlichting in het bijzonder met betrekking tot MKB-bedrijven.

3. Mogelijk maken van convenanten tussen belanghebbende partijen. De Commissie ziet een belangrijke rol weggelegd voor belanghebbende partijen, met name door deze bijeen te brengen en samenwerkingsverbanden te creëren. Convenanten zouden de meest geëigende vorm zijn om dat te realiseren. Voordat dergelijke convenanten worden goedgekeurd en uitgevoerd, zal de Commissie eerst constructief overleg met partijen voeren dan wel dialogen tussen partijen faciliteren. Bijzondere prioriteit kent de Commissie daarbij toe aan de bestrijding van de handel in namaakgoederen via het internet, waarbij zij denkt aan afspraken over het voorkomen, identificeren en verwijderen van verkopers die inbreuk maken op IER. De Commissie deelt mee de dialoog hierover al te hebben opgestart. Indien geen overeenstemming over convenanten kan worden bereikt, dan zal echter – in kader van de richtlijn 2004/48 – wetgeving moeten worden overwogen.

Bevoegdheid

De Gemeenschap is bevoegd harmoniserende regels te stellen op het gebied van de Interne Markt o.g.v. art 95 EG. Voor wat betreft handhaving van IER heeft zij dit ook gedaan in de Richtlijn IER handhaving 2004/48/EG en de Douaneverordening 1383/2003.

Voor wat betreft de initiatieven in de mededeling heeft de Raad in een Resolutie betreffende een algemeen Europees plan ter bestrijding van namaak en piraterij d.d. 25 september 2008 de Commissie opgeroepen om de drie genoemde structuren vorm te geven.

Subsidiariteit en proportionaliteit

Het oordeel over subsidiariteit is positief. Uit oogpunt van de goede werking van de interne markt en bevordering van de concurrentiekracht en innovatiekracht van de Europese economie waardeert Nederland de initiatieven van de Europese Commissie, in het bijzonder waar het de bevordering van kennisuitwisseling tussen de lidstaten betreft.

Het oordeel over proportionaliteit is deels positief en deels negatief. Waar voorrang wordt gegeven aan zelfregulering boven communautaire regelgeving, is het oordeel positief. Twijfel bestaat echter ten aanzien van de rol van het waarnemingscentrum dat in de bestaande structuur van de Commissie zal worden ingebed. Met het geven van aanwijzingen met betrekking tot de rol van de nationale diensten en de interne handhavingsorganisatie van de lidstaten betreedt de Commissie een terrein dat beter aan de lidstaten zelf kan worden overgelaten. Daarom beoordeelt Nederland de proportionaliteit op deze onderdelen negatief.

De mededeling bevat geen informatie over de financiële gevolgen van de voorstellen en de financiering daarvan. Nederland zal de Commissie vragen precies aan te geven wat de financiële gevolgen van de toekomstige voorstellen zullen zijn. Nationale financiële gevolgen dienen te worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels budgetdiscipline. Daarnaast is Nederland van mening dat de financiële middelen gevonden dienen te worden binnen de bestaande financiële kaders van de EU-begroting.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland verwelkomt de mededeling en is van mening dat inbreuken op intellectuele eigendomsrechten, grote commerciële schade kunnen toebrengen aan de handel en economie. Ook kunnen namaak en piraterij een gevaar opleveren voor de veiligheid en volksgezondheid. Nederland benadrukt dat de reikwijdte van deze mededeling vooral is gericht op handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de interne markt en de aangekondigde maatregelen daarop zijn gericht. Voor zover deze maatregelen evenwel in de toekomst een verdergaande strekking zouden krijgen, in het bijzonder jegens ontwikkelingslanden, is Nederland terughoudend met verder dan WTO-TRIPs (Trade-Related Intellectual Property Rights) gaande maatregelen met ontwikkelingslanden, tenzij deze aantoonbaar ten goede komen aan en gevraagd worden door die ontwikkelingslanden.

In het belang van een goed functionerende interne markt is het van groot belang dat bij de handhaving van intellectuele eigendom betrokken instanties (zowel privaat als publiek) van elkaars activiteiten op de hoogte zijn en informatie daarover uitwisselbaar en vergelijkbaar is. Nederland staat positief tegenover de rol die het waarnemingscentrum hierbij kan vervullen, maar is wel van mening dat de rolverdeling tussen private en publieke instanties daarbij bewaard moet blijven. In het bijzonder dient in het oog te worden gehouden dat het primair op de weg van rechthebbenden zelf ligt om verantwoordelijkheid te nemen voor het handhaven van de eigen intellectuele eigendomsrechten. Naar de mening van Nederland zou het waarnemingscentrum vooral dienstbaar moeten zijn aan het ondersteunen van zowel private als publieke handhavingsinstanties en komt aan hem niet een regisserende rol toe. In de visie van Nederland zou het waarnemingscentrum een kleine, handzame organisatie, complementair aan reeds bestaande instanties moeten zijn.

Nederland steunt het initiatief van de Commissie tot het starten van een dialoog tussen de belanghebbende (private) partijen en de oproep om gebruik te maken van convenanten.

Het initiatief van de Commissie om een dialoog te starten over de bestrijding van de handel in namaakgoederen via het internet sluit aan bij de Nederlandse «notice and takedown procedure»1 in het kader waarvan betrokken partijen reeds samenwerken om illegale praktijken op internet te bestrijden. Nederland acht een uitbreiding van dit initiatief naar Europees niveau zeer wenselijk en te verkiezen boven wetgeving.


XNoot
1

Resolutie van de Raad van 25 september 2008 betreffende een plan ter bestrijding van namaak en piraterij (Pb.EU, 2008, C 253).

XNoot
1

Voor de pdf-versie van deze gedragscode wordt verwezen naar de volgende weblink: http://www.ez.nl/dsresource?objectid=160337&type=PDF.

Naar boven