22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

nr. 952
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2009

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 2 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

1. Mededeling inzake Integratie maritiem toezicht;

2. Mededeling inzake versterkte handhaving intellectuele eigendomsrechten. (Kamerstuk 22 112, nr. 953).

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans

Fiche: Mededeling inzake Integratie maritiem toezicht.

1. Algemene gegevens

Voorstel: Mededeling «Naar integratie van maritiem toezicht: een gemeenschappelijke opzet voor het delen van informatie in het Europese maritieme domein»

Datum Commissiedocument: 15 oktober 2009

Nr. Commissiedocument: COM(2009)538final

Prelex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL= nl&DosId=198 680

Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: Niet opgesteld.

Behandelingstraject Raad: RAZEB 16–17 november 2009; Europese Raad 10–11 december 2009

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Verkeer en Waterstaat

2. Essentie voorstel

De Mededeling, die wordt gepresenteerd met de bedoeling om een «reflectieproces» teweeg te brengen, schetst algemene uitgangspunten voor de ontwikkeling en inrichting van een meer integrale, sectoroverschrijdende opzet voor het delen en uitwisselen van aan diverse vormen van maritiem toezicht (veiligheid scheepvaart, grensbewaking, douane, visserijtoezicht e.a.) gerelateerde informatie.

Deze meer integrale opzet zou er toe moeten leiden dat de samenwerking (op EU-, regionaal zowel als op nationaal niveau) tussen de verschillende toezichtsorganisaties wordt verbeterd, dat doublures bij de inwinning,verzameling en -verwerking van informatie worden vermeden en dat beschikbare informatie beter en breder toegankelijk wordt. Het achterliggende doel is een meer efficiënte en (kosten-) effectieve uitvoering van toezichtsactiviteiten in Europese wateren.

De Mededeling concretiseert e.e.a. via een globale uitwerking van vier hoofdbeginselen:

1. De gezamenlijke, integrale opzet moet leiden tot (directe of indirecte) verbinding van alle betrokken informatie-gebruiksorganisaties; daartoe dienen op EU niveau gezamenlijke regels en standaarden te worden uitgewerkt;

2. De gezamenlijke, integrale opzet moet worden ontwikkeld vanuit een (integraal) kader voor afzonderlijke -in beginsel: bestaande- systemen voor toezicht en monitoring;

3. De gezamenlijke, integrale opzet moet uitgaan van samenwerking en informatie-uitwisseling tussen civiele en militaire autoriteiten;

4. Juridische belemmeringen voor uitwisselen en delen van informatie moeten worden geïnventariseerd, geanalyseerd en waar mogelijk worden weggenomen; daarbij dient onder meer aandacht te bestaan voor vertrouwelijkheid van gegevens en bescherming van persoonsgegevens.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

De Mededeling bevat geen voorstellen voor concrete acties of wet- en regelgeving. De Commissie baseert haar voorstellen vooral op de uitnodiging van de Europese Raad van 8 december 2008 om op het punt van maritiem toezicht nadere voorstellen (algemene uitgangspunten) te doen. Een concreet, onderbouwd oordeel over bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit is op basis van de Mededeling moeilijk te geven. Veel zal afhangen van de wijze waarop de Commissie de algemene beginselen verder denkt uit te werken, en welke rollen en verantwoordelijkheden daarbij aan de Lidstaten worden toegedacht. Daarbij dient in het oog te worden gehouden dat militaire aangelegenheden, civiel-militaire samenwerking en informatie-uitwisseling op dit vlak tot de competentie van de lidstaten behoren.

Nederland zal met oog op de ontwikkeling van een «roadmap» (zie onder 4) de Commissie vragen precies aan te geven wat de financiële gevolgen van de toekomstige voorstellen zijn. Nationale financiële gevolgen dienen te worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels budgetdiscipline.

4. Nederlandse positie over de mededeling

a) Nederlandse belangen en eerste algemene standpunt

Nederland onderschrijft in algemene zin de bedoelingen, uitgangspunten en hoofdbeginselen van de Mededeling. De Nederlandse positie zal echter sterk afhangen van de wijze waarop de Commissie aan één en ander nadere uitwerking denkt te geven. Zo is er naar Nederlandse mening teveel sprake van «systeemdenken», zonder dat er nog een duidelijk strategisch en functioneel kader is ontwikkeld. Voor de ontwikkeling van een dergelijk kader dient eerst een aantal fundamentele vragen te worden beantwoord, zowel op beleidsmatig en (technisch) operationeel als op juridisch gebied.

Nederland is zich voorts bewust van de grote complexiteit van (de uitwerking van) de voorstellen, zeker als en voor zover die uitwerking op Gemeenschapsniveau zal plaatsvinden. Nederland is voorstander van een praktische en bij voorkeur in eerste instantie regionale aanpak vanuit de betrokken lidstaten om tot verbetering van uitwisseling en deling van informatie te komen, daarbij voortbouwend op bestaande samenwerkingsvormen en informatiesystemen. De informatie-uitwisseling met andere regio’s moet echter ook gewaarborgd zijn en daarbij is het van belang dat de vier in de Mededeling genoemde hoofdbeginselen voor informatie-uitwisseling breed onderschreven en gezamenlijk uitgewerkt worden.

Nederland zal aandringen op een «roadmap» die een stappenplan bevat voor de verdere uitwerking en implementatie van de voorstellen. De in de Mededeling opgenomen uitgangspunten en hoofdbeginselen dienen het kader te vormen voor een dergelijke «roadmap».

Nederland vraagt nadrukkelijk ook aandacht voor de bescherming van persoonsgegevens, vooral gezien de verschillende regimes voor dataprotectie die van toepassing zijn binnen het geïntegreerd maritiem toezicht. Voorts vindt Nederland dat de uitwerking van de Commissievoorstellen consistent moet zijn met het EU meerjarenprogramma op het terrein van vrijheid, veiligheid en recht (Stockholmprogramma) en in het bijzonder de Informatie Management Strategie die nu door het Zweeds voorzitterschap wordt ontwikkeld.

Nederland wijst op het feit dat een integrale benadering ten aanzien van maritiem toezicht ook toezicht op de bescherming van onderwater cultureel erfgoed betekent. Het in Culture 2000 verband ontwikkelde Machu GIS system kan als de informatiedrager voor dit toezicht gaan dienen.1


XNoot
1

Het Managing Cultural Heritage Underwater (MACHU-)project is een internationaal project waarin diverse Europese landen samenwerken om te komen tot een beter inzicht in de rijkdom voor het cultureel erfgoed onder water en de kennis hierover een bredere verspreiding te geven. Een belangrijke middel dat hiertoe bijdraagt is onder andere een speciaal ontworpen Geografisch Informatie Systeem-systeem.

Naar boven