22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

nr. 942
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 oktober 2009

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 3 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

1. Mededeling inzake OS-beleidscoherentie;

2. Mededeling inzake geïntegreerd maritiem beleid voor beter bestuur in het Middellandse Zeegebied; (22 112, nr. 943)

3. Verordening inzake toegang Eurodac voor rechtshandhavingsinstanties (22 112, nr. 944).

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans

Fiche : Mededeling OS-beleidscoherentie

1. Algemene gegevens

Voorstel: Coherentie van het ontwikkelingsbeleid – vaststelling van een beleidskader dat de hele Unie omvat

Datum Commissiedocument: 15 september 2009

Nr. Commissiedocument: COM(2009) 458

Pre-lex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId =198587

Nr. Impact assessment Commissie en Opinie Impact Asssessment Board: Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad: Behandeling in CODEV in september/oktober. Raadsconclusies voorzien voor RAZEB in november.

Eerstverantwoordelijke ministerie: Ministerie van Buitenlandse Zaken

2. Essentie voorstel

De Commissie kondigt een vernieuwing aan van het beleid op het terrein van Policy Coherence for Development (PCD). Sinds 2005 is een uitgebreid raamwerk voor het Europese PCD-beleid neergezet in diverse Raadsconclusies en de Europese Ontwikkelingsconsensus. Uit de tegelijk met deze mededeling gepresenteerde tweede tweejaarlijkse rapportage komt naar voren dat de uitvoering van dit beleid nog onvoldoende voortgang laat zien. Daarnaast heeft de financiële crisis de urgentie van een brede aanpak van het ontwikkelingsprobleem onderstreept. Via een whole-of-the-union-approach wil de Commissie komen tot een meer strategische, effectieve en doelgerichte benadering.

Belangrijke elementen in de nieuwe benadering zijn een scherpere focus op een beperkt aantal mondiale uitdagingen, een samenhangende inzet van ODA (Official Development Assistance) en non-ODA middelen1 (het ODA plus concept) en een intensievere afstemming met ontwikkelingslanden.

De Commissie stelt voor het PCD-beleid te concentreren op vijf prioritaire onderwerpen in hun relatie tot de ontwikkelingsdoelstellingen:

– Klimaatverandering

– Mondiale voedselzekerheid

– Migratie

– Intellectuele eigendomsrechten

– Vrede en veiligheid

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

Het Europese PCD-beleid houdt vooral een aansporing aan lidstaten in om bij hun opstelling en besluitvorming in EU-kader rekening te houden met de effecten voor ontwikkelingslanden, met focus op de 5 thema’s. De Commissie zal dit ondersteunen in het eigen voorbereidingstraject via interservice consultaties, impact assessments, consultaties met ontwikkelingslanden en monitoring. Aangezien het om toetsing van EU-maatregelen gaat is het Europese niveau van behandeling inderdaad gerechtvaardigd en is het oordeel over subsidiariteit positief. De mededeling bevat verder weinig informatie over concrete voorgenomen acties of maatregelen. Voor ieder van de gekozen prioritaire terreinen zal de nieuwe aanpak een grotere aandacht voor de ontwikkelingsaspecten met zich meebrengen, maar dit wordt nog niet uitgewerkt. In de toekomst gepresenteerde concrete nieuwe voorstellen zullen, zoals gebruikelijk, via de reguliere nationale procedures worden beoordeeld op proportionaliteit.

Per terrein zal de bevoegdheidsverdeling kunnen verschillen. Bij concrete voorstellen zal goed gekeken worden hoe daarmee wordt omgegaan. Er zijn geen financiële gevolgen verbonden aan deze mededeling. Mocht de uitwerking van deze mededeling alsnog financiële gevolgen hebben dan dienen deze te worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels budgetdiscipline.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland juicht het initiatief van de Commissie om te komen tot een vernieuwing van het Europese PCD-beleid toe. Hoewel er de afgelopen jaren veel is bereikt in de opbouw van een stevig raamwerk van screening en monitoring liet de daadwerkelijke uitvoering van het PCD-beleid te wensen over. Bij diverse gelegenheden is van Nederlandse zijde gepleit voor het zetten van stappen in de richting van implementatie en het terugbrengen van het aantal prioritaire beleidsvelden. Door dit initiatief zal het mogelijk zijn dat Europa vooroploopt in een discussie over een meer holistische benadering van ontwikkelingssamenwerking die ook in andere fora zoals OESO/DAC wordt gevoerd.

Het terugbrengen van de bestaande twaalf prioritaire beleidsvelden1 naar vijf biedt mogelijkheden voor een intensivering van de aanpak. Echter, de nieuwe beleidsvelden zijn wel sectoroverschrijdend en breder dan de bestaande, die veelal sectoraal waren gedefinieerd. De criteria die de Commissie bij de keuze hanteert kunnen in grote lijnen worden onderschreven. Daaraan kan worden toegevoegd dat niet alleen gezocht moet worden naar gemakkelijke win-win situaties. Ook beleidsvelden waar moeilijke afwegingen van belangen aan de orde zijn komen in aanmerking. De vijf door de Commissie gekozen beleidsvelden zijn relevant, maar Nederland wil niet uitsluiten dat daar nog een beleidsveld aan wordt toegevoegd of dat beleidsvelden anders worden gedefinieerd. In het licht van de financiële crisis zou b.v. het onderwerp financiële stromen kunnen worden toegevoegd.

Dit laatste hangt samen met de koppeling die de Commissie legt tussen vernieuwing van het PCD-beleid en de verruiming van de financiering van internationale samenwerking. Nederland erkent de waarde van non-ODA financiële stromen voor ontwikkeling en de noodzaak deze meer in samenhang te bezien met publieke ODA middelen. Het is zinvol voor deze bredere aanpak een duidelijk beleidskader te ontwikkelen met ruimte voor meerdere actoren en partnerschappen. Nederland zou de discussie over het ODA-begrip willen vermijden en meent dat deze in eerste instantie in de OESO thuishoort. In elk geval mag de discussie niet leiden tot een verzwakking van de ODA-commitment van de lidstaten.

Het is teleurstellend dat de mededeling nog weinig informatie bevat over de vraag hoe de intensivering van de PCD-aanpak gestalte moet krijgen in specifieke activiteiten rondom de thema’s. Nederland zal bepleiten dat het formuleren van concrete doelstellingen en resultaten per thema centraal moet staan bij de verdere uitwerking.


XNoot
1

Openbare en particuliere financieringsstromen die buiten de ODA vallen, zoals bv investeringsstromen, overmakingen en technologieoverdracht.

XNoot
1

Handel, milieu, klimaatverandering, veiligheid, landbouw, visserij, sociale dimensie van de mondialisering, werkgelegenheid en fatsoenlijk werk, migratie, onderzoek, informatiemaatschappij, vervoer, energie.

Naar boven