Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 22112 nr. 936 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 22112 nr. 936 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 oktober 2009
Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 4 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):
1. Wijziging beschikking Europees Vluchtelingen Fonds (Kamerstuk 22 112, nr. 933);
2. Mededeling gezamenlijk EU hervestigingsprogramma (Kamerstuk 22 112, nr. 934);
3. Verordening inzake de vangstmogelijkheden Oostzee (Kamerstuk 22 112, nr. 935);
4. Mededeling inzake Europeana.
Fiche: Mededeling inzake Europeana
Titel voorstel: Mededeling van de commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het comité van de regio’s: Europeana – volgende stappen
Datum Commissiedocument: 28/8/2009
Nr.Commissiedocument: COM(2009) 440
Pre-lex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=198542
Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: niet opgesteld
Behandelingstraject Raad: Mogelijk de OJC-Raad van 27 november, waarschijnlijk de OJC-Raad in het voorjaar 2010
Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van OCW
Europeana, Europa’s online bibliotheek, museum en archief (OJ C 319, 13.12.2008, p. 18), is onderdeel van de i-2010strategie1 voor de informatiemaatschappij. Eerder nam de Commissie al een aanbeveling aan over de digitalisering en online-toegankelijkheid van cultureel materiaal en digitale bewaring (2006/585/EG) met prioritaire acties die de lidstaten zouden moeten ondernemen. Voorliggende mededeling heeft betrekking op het toekomstige financierings- en governancemodel van Europeana, de toegang tot het digitaal cultureel erfgoed van Europa, dat nog moet worden bepaald. Tegelijk met de mededeling wordt een publieke consultatie gelanceerd over de toekomst van Europeana. De Commissie kijkt in deze mededeling vooruit naar de volgende ontwikkelingsfase voor Europeana in analogie met de eerdere mededeling over Europeana waarover de Tweede Kamer eerder is geïnformeerd2. De mededeling geeft inzicht in de stand van zaken met betrekking tot beschikbare inhoud en het aantal deelnemende instellingen. Er is specifiek aandacht voor beperkingen die in de weg staan aan beschikbaarheid van digitaal materiaal waaronder«orphan works»3 en «out of print works». Er wordt een impact assessment over«orphan works» aangekondigd, mede naar aanleiding van het Groenboek auteursrecht in de kenniseconomie4. De commisie wil met deze mededeling het debat over de toekomst van Europeana op gang brengen.
3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete weten regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?
Nee, de Commisie kondigt in deze mededeling geen concrete acties aan maar stelt de vraag naar de governance- en financieringstructuur voor Europeana na 2013.
Op dit moment wordt Europeana gefinancierd vanuit verschillende Europese programma’s waarin ruimte is opgenomen voor aanvragen in relatie tot de Europese digitale bibliotheek en de digitale bibliotheek zelf. De startfase van de Europese digitale bibliotheek, Europeana, werd ondersteund vanuit het eContentplus programma. In het 7de kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling zijn digitale bibliotheken en digitale bewaring een specifieke doelstelling met een begroting voor de periode 2009–2010 die 69 miljoen bedraagt. In het CIP-ICT programma1 (voor de jaren 2007–2013 totaal 0,73 miljard) is in het kader van Europeana een subsidielijn voor digitale collecties opgenomen.
Daarnaast betalen lidstaten op vrijwillige basis mee aan de ontwikkeling van Europeana. Ook Nederland heeft incidenteel bijgedragen.
Nederland heeft een belang bij Europeana omdat de digitale bibliotheek is ondergebracht bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Verder nemen Nederlandse erfgoedinstellingen zoals de Koninklijke Bibliotheek, het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, het Nationaal Archief en het Rijksmuseum deel aan de Europeana-ondersteunende projecten, die gefinancierd worden uit het 7de kader programma en het CIP-ICT programma.
Er zijn geen financiële gevolgen verbonden aan deze mededeling. Het fundamentele debat over de governance- en financieringsstructuur moet op termijn gevoerd worden, en is afhankelijk van de uitkomsten van de consultatieronde over Europeana.
4. Nederlandse positie over de mededeling
Europeana werd oorspronkelijk door Frankrijk (mede ondersteund door verschillende lidstaten) gelanceerd als offensief tegen Google. Nederland steunde dit initiatief in tweede instantie.
Met het laten verschijnen van deze mededeling op dit moment, plaatst de CIE de discussie rondom het toekomstig beheer en governance van Europeana in de context van een aantal hiermee onlosmakelijk verbonden actuele onderwerpen: verweesde werken, het groenboek auteursrecht in de kenniseconomie, de EU Richtlijn hergebruik overheidsinformatie, Google books en de «Google books Settlement».2 Daar komt nu ook de uitkomst van de publieke raadpleging over Europeana bij.
In de recommendations 2006 (2006/585/EG) en raadsconclusies november jl. (OJ C 319, 13.12.2008, p. 18) werd aan de lidstaten gevraagd regelingen te treffen met betrekking tot het duurzaam beschikbaar komen van digitaal cultureel erfgoed, en daarbij nadrukkelijk aandacht te besteden aan de auteursrechtelijke aspecten; in het bijzonder met betrekking tot out of print- en «orphan works» (verweesde werken).
De Commissie stelt dat initiatieven als Europeana belemmerd kunnen worden door onder andere het gefragmenteerde en starre wetgevend auteursrechtelijk kader in de EU. Ze wil Google books niet tegenhouden maar vergelijkbare ontwikkellingen mogelijk maken. Commissaris Reding en McCreevy lieten dan ook via de pers weten aan harmonisatie van de auteursrechtelijke wetgeving te willen werken. De Commissie verwees hierbij in het bijzonder naar regelgeving voor verweesde werken en out of print werken. In het onderzoek van de commissie wordt meegenomen auteursrecht, mededingingsrecht en culturele diversiteit.
Nederland heeft tot nu toe nog geen officieel standpunt ingenomen ten aanzien van Googlebooks. Gezien het Nederlandse belang bij Europeana, de mogelijk bredere implicaties van Googlebooks voor rechthebbenden, gebruikers en collectiehoudende instellingen, en mogelijke gevolgen voor de toegankelijkheid en duurzaamheid van informatie in het publieke domein is het van belang een Nederlands standpunt hierover in te nemen.
Het bepalen van dit standpunt is afhankelijk van een aantal zaken:
– in de VS zal een hoorzitting plaatsvinden in het kader van de «Google books settlement».3
– interessant daarbij is dat het Amerikaanse ministerie van Justitie stelt op 18/09/2009 dat de Google Books-schikking in strijd is met het auteursrecht en antitrustwetten.1
– de uitkomst van het onderzoek waartoe de CIE opdracht heeft gegeven, naar de strekking en reikwijdte van de «Google books Settlement», in het bijzonder de gevolgen voor de Europese rechthebbenden.
Nederland vindt het wenselijk dat er een Europese oplossing komt voor de problematiek van de verweesde werken (kabinetsstandpunt 4 november 2008 – en verwerkt in de Nederlandse reactie op het Groenboek auteursrecht in de kenniseconomie).
FOBID2 en VOIE3, hebben een gemeenschappelijke verklaring afgegeven die inhoudt dat onder de voorwaarde dat als er sprake is van Nederlands cultureel erfgoed en het bovendien gaat om werken die niet langer commercieel beschikbaar zijn, deze beschikbaar kunnen komen in het publiek domein.
De Commissie refereert in deze mededeling aan de noodzaak van het vrij beschikbaar zijn van culturele informatie. In dit verband moet opgemerkt worden dat de Richtlijn hergebruik overheidsinformatie onlangs werd herzien (COM/2009/0212 final); daarbij werd de uitzonderingspositie voor cultuur ten aanzien van vrije beschikbaarheid en hergebruik bevestigd4.
Nederland heeft vanwege bovenstaande geschetste afhankelijkheden nog geen standpunt ingenomen ten aanzien van het toekomstig beheer en de governance van Europeana. Daar zijn ook de uitkomsten van de publieke raadpleging over Europeana voor van belang. Nederland signaleert echter wel de vlucht die de ontwikkeling van Europeana heeft genomen en onderkent het belang van het voeren van een debat over een structurele financiële basis en beheerstructuur voor Europeana.
De i2010-strategie bevordert in het kader van de Lissabonstratgie de kennisverwerving en innovatie ter ondersteuning van de economische groei en het creëren van meer en kwalitatief betere banen.
Kamerstuk nr. 22 122, nr. 701 over COM (2008) 513. Fiche voorafgaand aan OJC raad november 2009, officiële oprichtingsdatum Europeana.
Verweesde werken zijn werken waarvan de maker/auteur/rechthebbende niet bekend is of niet te achterhalen is.
http://www.europa-nu.nl/9353000/1/j9vvh6nf08temv0/vi7jgta770zt: het groenboek auteursrecht moet het debat bevorderen mbt. de wijze waarop kennis voor onderwijs, onderzoek en wetenschap in het e-tijdperk verspreid kan worden.
Google kan als het settlement wordt goedgekeurd boeken opnemen in haar digitale bibliotheek (ook van Europese auteurs) zonder daar vooraf toestemming voor te vragen. Het moment waarop de hoorzitting plaats zal vinden is onzeker. De Authors Guild in de VS en Google hebben gevraagd om de zitting aan te houden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22112-936.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.