22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

nr. 935
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 oktober 2009

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 4 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

1. Wijziging beschikking Europees Vluchtelingen Fonds (Kamerstuk 22 112, nr. 933);

2. Mededeling gezamenlijk EU hervestigingsprogramma (Kamerstuk 22 112, nr. 934);

3. Verordening inzake de vangstmogelijkheden Oostzee;

4. Mededeling inzake Europeana (Kamerstuk 22 112, nr. 936).

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans

Fiche: Verordening inzake de «vangstmogelijkheden Oostzee»

1. Algemene gegevens

Titel Voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften.

Datum Commissiedocument: 1 september 2009

Nr. Commissiedocument: COM(2009) 439

Pre-lex: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2009:0439:FIN:NL:PDF

Nr. Impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: niet opgesteld

Behandelingstraject Raad: Eerste behandeling in de Landbouw en VisserijRaad van 19 en 20 oktober 2009

Eerstverantwoordelijk ministerie: LNV

Rechtsbasis: Art. 37 EG Verdrag

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Gekwalificeerde meerderheid, EP is niet betrokken

Comitologie: n.v.t.

2. Samenvatting BNC-fiche:

Dit fiche beschrijft een voorstel voor het vaststellen van de vangstmogelijkheden van de belangrijkste visbestanden en aanvullende technische maatregelen in de Baltische Zee (Oostzee) voor 2010. Het voorstel behelst een verhoging van de kabeljauw TAC (Total Allowance of Catch, maximaal toegestane vangsthoeveelheid), met 15%, 15–21% reductie van centrale en westelijke haring en 15% reductie in de zalm en sprot. De verhoging van de kabeljauw TAC is mogelijk omdat het herstelplan reeds vruchten begint af te werpen. Voor haring adviseren de internationale biologen van ICES (International Council for the Exploration of the Sea) een sterkere reductie, namelijk 31%. De percentages voor reductie zijn conform de regels van de beleidsverklaring van de Commissie (COM (2009) 224). Nederland heeft geen visserijbelangen in de Oostzee, het voorstel heeft geen implicaties voor Nederland of ontwikkelingslanden. De subsidiariteit is niet van toepassing aangezien het visserijbeleid een exclusieve bevoegdheid is van de Gemeenschap. De proportionaliteit wordt als positief beoordeeld. Nederland volgt de Commissie in voorstellen die bijdragen aan een duurzame visserij.

3. Samenvatting voorstel:

a. Inhoud voorstel: De Europese Commissie heeft op 1 september een voorstel voor een verordening aangenomen voor het vaststellen van de vangstmogelijkheden van de belangrijkste visbestanden in de Baltische Zee (Oostzee) voor 2010. Het voorstel bevat drie delen die belangrijk zijn voor het beheer van de visserij in de Oostzee: één inzake de vaststelling van de TAC’s en quota, een tweede inzake de beperking van de visserij inspanning en een derde over de bij de visserij in acht te nemen technische maatregelen. Het voorstel behelst een verhoging van de kabeljauw TAC met 15%, 15–21% reductie van centrale en westelijke haring en 15% reductie in de zalm en sprot. De verhoging van de kabeljauw TAC is mogelijk omdat het herstelplan reeds vruchten begint af te werpen. Voor haring adviseren de internationale biologen van ICES een sterkere reductie, namelijk 31%. De Europese Commissie acht op basis van de wetenschappelijke gegevens een dergelijke verlaging niet nodig, evenmin omdat in 2010 een beheerplan voor Oostzee-haring zal komen. De beleidsregels van de Commissie proberen te waken voor te sterke jaarlijke schommelingen van het quota. De percentages voor reductie zijn conform de regels van de beleidsverklaring van de Commissie (COM(2009) 224, mededeling inzake raadpleging vangstmogelijkheden voor 2010). De visserijinspanning (gebaseerd op het kabeljauwherstelplan) blijft onveranderd in het oosten, maar wordt in het westen met 10% verminderd.

b) Impact-assessment Commissie: geen.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

a) Bevoegdheid: Het Gemeenschappelijke Visserijbeleid is een exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap (art 37 EG Verdrag).

b) Functionele toets:

Subsidiariteit: Het visserijbeleid is een exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap, derhalve is het subsidiariteitsoordeel niet van toepassing.

Proportionaliteit: positief.

Onderbouwing: Middels deze maatregelen kan worden voldaan aan het doel van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) om te zorgen voor een vanuit economisch, ecologisch en sociaal oogpunt duurzame exploitatie van de visbestanden. Daarmee wordt tevens de doelstelling van het herstel van de visbestanden gediend.

c) Nederlands oordeel: Nederland is positief ten aanzien van dit voorstel. Jaarlijks dienen de bestaande afspraken over de vangstmogelijkheden en eventuele bepalingen t.a.v. inspanning en technische maatregelen op hun effectiviteit te worden beoordeeld en eventueel bijgesteld n.a.v. wetenschappelijk advies.

5. Implicaties financieel

a) Consequenties EG-begroting: geen.

b) Financiële, consequenties (incl. personele) voor Rijksoverheid en/of decentrale overheden: geen.

c) Financiële, consequenties (incl. personele) bedrijfsleven en burger: geen.

d) Administratieve lasten voor Rijksoverheid, decentrale overheden en/ of bedrijfsleven en burger: geen.

6. Implicaties juridisch

a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid: geen.

b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: 1 januari 2010. (dit is haalbaar).

c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling: n.v.t.

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

Informatie over het inschakelen van nationale agentschappen, zelfstandige bestuursorganen e.d.

a) Uitvoerbaarheid: niet van toepassing, Nederland heeft namelijk geen visserijbelangen in de Oostzee.

b) Handhaafbaarheid: niet van toepassing, zie bovenstaande.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Geen.

9. Nederlandse positie

a) Nederlandse belangen en eerste algemene standpunt: Nederland heeft geen visserijbelangen in de Oostzee. Nederland hecht er wel aan dat duurzaamheid in het beheer van visserijbestanden in alle Europese wateren op gelijke wijze wordt gerealiseerd. Nederland staat dan ook positief tegenover dit voorstel, aangezien het moet leiden tot duurzame visbestanden. In het voorstel van de Commissie is rekening gehouden met de wetenschappelijke adviezen en met de stakeholders. Nederland is verheugd dat het in 2007 aangenomen beheerplan voor kabeljauw, in combinatie met de met Polen afgesproken terugbetaling van teveel gevangen kabeljauw, zijn vruchten heeft afgeworpen. Nederland deelt de zorg van de Commissie over de toestand van de haring in de Oostzee en kan instemmen met de door de Commissie voorgestelde reductie. Wel is het zaak dat er zo snel mogelijk een herstelplan voor haring in de Oostzee komt.

Naar boven