22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

nr. 928
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 september 2009

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 2 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

1. Mededeling inzake Bruto Binnenlands Product en verder;

2. Verordening betreffende administratieve samenwerking en de bestrijding fraude op het gebied van de BTW (Kamerstuk 22 112, nr. 929).

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans

Fiche: Mededeling inzake Bruto Binnenlands Product en verder

1. Algemene gegevens

Titel voorstel: Het BBP en verder de meting van de vooruitgang in een veranderende wereld.

Datum Commissiedocument: 20-8-2009

Nr. Commissiedocument: COM(2009) 433

Pre-lex: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2009:0433:FIN:NL:PDF

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad: Naar verwachting bespreking in Ecofinraad

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Economische Zaken

2. Essentie voorstel

Het BBP vertegenwoordigt de totale toegevoegde waarde van alle op geld gebaseerde economische activiteit. Ondanks bepaalde tekortkomingen blijft het BBP de beste samenvatting van de prestaties van de markteconomie in één enkel cijfer. Het BBP is echter niet bedoeld als accurate graadmeter van economische en sociale vooruitgang op langere termijn, noch van het vermogen van de samenleving om een oplossing te bieden voor problemen als klimaatverandering, efficiënt hulpbronnengebruik of sociale inclusie. Met deze mededeling wil de Commissie zich inzetten voor de ontwikkeling van aanvullende indicatoren die een correcte en bruikbare maatstaf bieden voor de vooruitgang die op het gebied van de duurzame totstandbrenging van sociale, economische en milieudoelstellingen wordt geboekt. In laatste instantie zal het succes van het beleid van de lidstaten en de EU worden afgemeten aan de mate waarin die doelstellingen worden bereikt en aan de welzijnsverbetering die de Europese burger daadwerkelijk ervaart. Om deze redenen moet het toekomstige beleid worden gebaseerd op gegevens die nauwkeurig, actueel en tijdig beschikbaar zijn, algemeen worden aanvaard en alle essentiële aspecten bestrijken.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete weten regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

De Commissie noemt diverse acties die nog nader uitgewerkt en ingevuld dienen te worden en geeft aan om uiterlijk in 2012 met een verslag te komen over de uitvoering en het resultaat van de in de onderhavige mededeling aangekondigde acties. Deze acties hebben betrekking op:

1. Het BBP aanvullen met sociale en milieu-indicatoren.

2. Bijna real-time informatie voor de besluitvorming.

3. Nauwkeurigere rapportage over verdeling en ongelijkheid.

4. Ontwikkeling van een Europees scorebord voor duurzame ontwikkeling.

5. Uitbreiding van de nationale rekeningen tot sociale en milieuaspecten.

Voor de uitbreiding van de nationale rekeningen tot sociale en milieuaspecten is de Commissie van plan een juridisch kader voor milieuboekhouding op te stellen. Verder wordt geen nieuwe weten regelgeving aangekondigd. Wel noemt de Commissie verschillende acties die op de korte tot middellange termijn kunnen worden genomen om de vooruitgang in een veranderende wereld beter te meten.

De Commissie wil samen met belanghebbenden en partners welvaartsindicatoren ontwikkelen die internationaal worden erkend en gebruikt. Hoe dit proces in de praktijk zal uitpakken wordt niet aangegeven en is op dit moment niet te beoordelen. Ten eerste gaat het om een nogal brede (en niet altijd heel erg gespecificeerde) lijst van initiatieven. Ten tweede zal de uitkomst van het proces voor een groot deel bepaald worden door wetenschappelijke discussies. Het CBS is op de meeste van de vijf acties uit de mededeling reeds actief en speelt in internationaal verband een leidende rol. De onderwerpen welzijn, brede welvaart en duurzaamheid maken thans al deel uit van het vigerend werkprogramma van het CBS. De verwachting is dat voor zover er geen methodologisch afwijkende voorstellen worden gedaan er geen problemen zullen zijn met het opnemen van additionele indicatoren in het werkprogramma van het CBS.

Bevoegdheidsvaststelling

De EU kent een gedeelde bevoegdheid op basis van artikel 285 EG-verdrag.

Subsidiariteit en proportionaliteit

Voor zover een oordeel kan worden gegeven over de subsidiariteit luidt het oordeel positief. Het ontwikkelen en vaststellen van internationaal vergelijkbare indicatoren waarmee de welvaartsontwikkeling van de Europese Unie kan worden gemeten, kan niet afdoende door de lidstaten afzonderlijk worden gerealiseerd, en kan daarom beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt. Daarbij zij aangetekend dat het ontwikkelen van dergelijke indicatoren het meest effectief is als dit op wereldwijde schaal gebeurt. Het is dan ook van belang dat de Europese Commissie aansluiting zoekt bij acties die reeds elders lopen. Op basis van de voorgestelde acties kan Nederland nog geen goed oordeel vormen over de proportionaliteit. Het geheel is nog te algemeen beschreven en een algehele onderlinge samenhang tussen de verschillende voorgestelde acties ontbreekt. Ook het in de mededeling aangekondigde juridisch kader voor milieuboekhouding is nog niet uitgewerkt, waardoor hierover nog geen oordeel kan worden gevormd.

Financiële gevolgen

De mededeling bevat geen informatie over de financiële gevolgen van de voorstellen en de financiering daarvan. Nederland zal de Commissie vragen precies aan te geven wat de financiële gevolgen van de toekomstige voorstellen zal zijn. Nationale financiële gevolgen dienen te worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels budgetdiscipline. Daarnaast is Nederland van mening dat de financiële middelen gevonden dienen te worden binnen de bestaande financiële kaders van de EU-begroting.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Evenals de Commissie onderkent Nederland het belang van de algehele doelstelling dat er indicatoren dienen te worden ontwikkeld als aanvulling op het BBP. Het scala aan indicatoren dat zo ontstaat maakt het mogelijk om verbanden te leggen en afwegingen te maken tussen de economische, ecologische en sociale doelen van beleidsmaatregelen («people, planet, profit»). Deze afwegingen zullen politiek van aard zijn, aangezien de verschillende welvaartsindicatoren niet objectief te vergelijken zijn.

Het BBP is een maatstaf voor de omvang en ontwikkeling van de economische activiteit in een land. Aan het BBP ligt een duidelijke methodologie ten grondslag. Dit heeft als voordeel dat het een algemeen geaccepteerd kengetal is, wat op zijn beurt weer internationale vergelijkingen mogelijk maakt. Het is belangrijk de beperkingen van economische kengetallen, zoals het BBP, te onderkennen. Maatschappelijk en politiek gezien bestaat er behoefte aan inzichtelijke kengetallen die samen met het BBP een completer beeld kunnen geven van de welvaartsontwikkeling.

In de recente publicatie «Report by the Commission on the Measurement of Economic Performance and Social Progress» (Joseph Stiglitz, Amartya Sen en Jean-Paul Fitoussi) wordt aangegeven dat voor inzicht in de welvaartsontwikkeling rekening moet worden gehouden met zowel factoren als inkomen, consumptie, verdeling, de voorraad menselijk en natuurlijk kapitaal als immateriele zaken als gezondheid, onderwijs, maatschappelijke participatie, milieukwaliteit en veiligheid.

Nederland is verheugd dat de Commissie deze mededeling uitbrengt. De mededeling sluit aan bij ontwikkelingen in Nederland waarbij men op zoek gaat naar additionele indicatoren die inzicht geven in onder andere duurzame ontwikkeling (zie bijvoorbeeld de Monitor Duurzaam Nederland 2009).

Momenteel wordt er door veel nationale statistiekbureaus en internationale organisaties gewerkt aan de ontwikkeling van additionele indicatoren waarmee bijvoorbeeld wordt getracht de milieukwaliteit en de kwaliteit van leven te meten. Deze indicatoren zijn helaas niet altijd even goed te vergelijken. Het is van belang dat de Europese Commissie aansluiting zoekt bij reeds lopende internationale trajecten om de internationale vergelijkbaarheid te waarborgen.

Nederland acht het van belang dat er op Europees en mondiaal niveau onderling vergelijkbare indicatoren zijn om de verschillende beleidsdoelstellingen te evalueren en de vooruitgang te monitoren. Nederland steunt daarom de Commissie en staat positief tegenover het nagestreefde doel met betrekking tot het ontwikkelen van internationaal vergelijkbare indicatoren waarmee de welvaartsontwikkeling kan worden gemeten.

De beschikbaarheid van vergelijkbare indicatoren is een belangrijke basis voor het opstellen van beleid en het maken van analyses. Voor Nederland is het echter van belang dat bij de eventuele ontwikkeling van additionele indicatoren zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de thans beschikbare nationale en internationale gegevensbronnen, om een eventuele verzwaring van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en burgers zoveel als mogelijk te voorkomen.

Nederland vraagt de Commissie om de samenhang toe te lichten tussen de vijf initiatieven. Nu is dit nog niet duidelijk. Nederland kiest voor een geïntegreerde aanpak en zal daarom er bij de Commissie op aandringen dat de acties met betrekking tot het meten van welvaart en duurzaamheid zoveel als mogelijk gekoppeld moeten worden aan het nationale rekeningen kader en aan het systeem van satellietrekeningen1. Daarnaast dient voor het meten van welzijn en ongelijkheid een koppeling met de sociale statistieken te worden gegarandeerd. Vervolgens zal Nederland bij de beoordeling van de verdere uitwerking en de implementatie van de voorstellen, zoals onder meer de voorgestelde algehele milieu-index, de methodologische aspecten zwaar laten meewegen.

Tenslotte vraagt Nederland om een nadere toelichting op de ontwikkeling van een Europees scorebord voor duurzame ontwikkeling. Nederland staat positief tegenover dit idee, maar zou graag zien dat de Commissie uitlegt wat dit scorebord precies gaat inhouden.


XNoot
1

Satellietrekeningen geven aanvullende informatie weer voor bepaalde sectoren, activiteiten of aspecten van het economische gebeuren die onvoldoende aan bod komen in de nationale rekeningen. Voorbeelden hiervan zijn arbeidsrekeningen, milieurekeningen en toerismerekeningen.

Naar boven