22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

nr. 899
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 augustus 2009

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 15 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

1. Verordening betreffende de oprichting van een netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen;

2. Mededeling inzake follow-up Europese Pact Immigratie en Asiel; (Kamerstuk 22 112, nr. 900)

3. Mededeling inzake aanscherping chemische, biologische, radiologische en nucleaire beveiliging in de Europese Unie; (Kamerstuk 22 112, nr. 901)

4. Mededeling inzake CCS China; (Kamerstuk 22 112, nr. 902)

5. Mededeling inzake kankerbestrijding; (Kamerstuk 22 112, nr. 903)

6. Voorstel betreffende IT-AGENTSCHAP; (Kamerstuk 22 112, nr. 904)

7. Mededeling inzake partnerschap Europese Unie – Afrika op het gebied van vervoer; (Kamerstuk 22 112, nr. 905)

8. Mededeling inzake het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden; (Kamerstuk 22 112, nr. 906)

9. Mededeling inzake btw groepoptie; (Kamerstuk 22 112, nr. 907)

10. Mededeling inzake garanderen efficiënte, veilige en gezonde derivatenmarkten; (Kamerstuk 22 112, nr. 908)

11. Voorstel betreffende vaccinatie voor seizoensgriep; (Kamerstuk 22 112, nr. 909)

12. Voorstel betreffende wet- en regelgeving energie-infrastructuur; (Kamerstuk 22 112, nr. 910)

13. Voorstel betreffende wet- en regelgeving kapitaalvereisten; (Kamerstuk 22 112, nr. 911)

14. Voorstel tot wijziging van de verordening met algemene bepalingen voor het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds; (Kamerstuk 22 112, nr. 912)

15. Samenvatting van het verslag over het sectorale onderzoek naar de farmaceutische sector. (Kamerstuk 22 112, nr. 913).

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans

Fiche: Verordening betreffende de oprichting van een netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen

1. Algemene gegevens

Titel voorstel: Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 377/2004 van de Raad betreffende de oprichting van een netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen

Datum Commissiedocument: 8 juli 2009

Nr. Commissiedocument: COM (2009) 322

Prelex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId= 198433

Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: n.v.t.

Behandelingstraject Raad: Raadswerkgroep Grenzen, Centrum voor informatie, beraad en gegevensuitwisseling inzake grensoverschrijding en immigratie (CIREFI), SCIFA, JBZ-Raad

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Justitie

Rechtsbasis, stemwijze Raad, rol Europees Parlement en comitologie

a) Rechtsbasis

  Artikel 63, punt 3, onder b en artikel 66, EG-Verdrag.

b) Stemwijze Raad en rol Europees Parlement

  Gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming in de Raad; medebeslissing Europees Parlement.

c) Comitologie n.v.t.

2. Samenvatting BNC-fiche

Korte inhoud voorstel

Dit voorstel betreft wijzigingen van Verordening (EG) nr. 377/2004 betreffende de oprichting van een netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen (ILO’s), die nodig zijn om ervoor te zorgen dat dit samenwer- kingsinstrument doeltreffend wordt gebruikt voor het beheer van migratie en de buitengrenzen. Dit voorstel moet de verordening op basis van praktijkervaringen aanpassen aan wijzigingen in het Gemeenschapsrecht die sedert de goedkeuring van de verordening in werking zijn getreden. De voorgestelde wijzigingen hebben met name betrekking op de verslag- leggingsverplichtingen, de samenwerking met Frontex en de verbetering van informatie-en coördinatienetwerk voor de migratiebeheersdiensten van de lidstaten («ICONet»).

Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

Het voorstel is gebaseerd op art. 63, punt 3, onder b en art. 66, EG-Verdrag.

Subsidiariteit: positief

Proportionaliteit: positief

Nederlandse positie en eventuele acties

Nederland staat positief tegenover de voorstellen. Het verbeteren van informatie-uitwisseling en nauwere samenwerking met Frontex zal bijdragen aan een effectievere werking van het netwerk van ILO’s. Daarnaast kan de uitwerking van de voorstellen bijdragen aan harmonisering in de uitvoeringspraktijk.

3. Samenvatting voorstel

Inhoud voorstel

Op 19 februari 2004 nam de Raad, na advisering door het Europees Parlement, Verordening (EG) nr. 377/2004 aan. In deze verordening is de verplichting opgenomen om te komen tot vormen van samenwerking tussen ILO’s van de lidstaten en zijn de doelstellingen van een dergelijke samenwerking uiteengezet. Voorts zijn de taken en vereiste opleidingstitels van de verbindingsofficieren genoemd en zijn hun verantwoordelijkheden jegens het ontvangende land en de zendende lidstaat geregeld. In de verordening wordt onder «immigratieverbindingsfunctionaris» verstaan een vertegenwoordiger van een lidstaat die door de immigratiedienst of een andere bevoegde autoriteit van deze lidstaat in een ander land is gedetacheerd, teneinde contacten met de autoriteiten van het ontvangende land te leggen en te onderhouden met het oog op de preventie en de bestrijding van illegale immigratie, de terugkeer van illegale immigranten en het beheer van legale immigratie.

De voorgestelde wijzigingen bieden een rechtsgrondslag voor samenwerking en leggen een link tussen Frontex en de netwerken van ILO’s. Daarnaast wordt het gebruik van een beveiligd, op internet gebaseerd, infor- matie-en coördinatienetwerk voor de migratiebeheersdiensten van de lidstaten («ICONet») aangemoedigd. De mogelijkheid om communautaire middelen te gebruiken voor de oprichting en vlotte werking van ILO-net- werken wordt expliciet genoemd in de overwegingen bij de gewijzigde verordening. Tot slot wordt de rapportageverplichting aangaande de activiteiten van ILO-netwerken op een rationelere wijze vormgegeven, waarbij ook wordt gezorgd dat het Europees Parlement als medewetgever op dit beleidsgebied correct wordt geïnformeerd.

Impact assessment Commissie

n.v.t.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionali- teitsoordeel

a) Bevoegdheid

tel is gebaseerd op art. 63, punt 3, onder b en art. 66, EG-Verdrag. Volgens Nederland is dat de juiste rechtsbasis.

b) Functionele toets:

Subsidiariteit: positief

Proportionaliteit: positief

Onderbouwing:

Een gestructureerd optreden van ILO’s binnen een formeel netwerk op EU-niveau kan geacht worden effectiever te zijn dan optreden in losse en incidentele samenwerkingsverbanden. Formalisering van bestaande structuren staat in verhouding tot het nagestreefde doel en laat ruimte voor nationaal optreden. Dit initiatief laat de taken van ILO’s krachtens nationaal recht of bijzondere overeenkomsten met ontvangende landen onverlet.

De huidige communautaire bepalingen betreffende de oprichting en de werking van netwerken van ILO’s moeten worden aangepast, om rekening te houden met wijzigingen in het Gemeenschapsrecht en met de praktische ervaring die in deze context is opgedaan. Een aanpassing van de huidige verordening is hiervoor een geschikt en evenredig middel.

c) Nederlands oordeel

Nederland staat positief tegenover de voorgestelde wijzigingen. De huidige communautaire bepalingen moeten in de ogen van Nederland worden aangepast, om rekening te houden met wijzigingen in het Gemeenschapsrecht en met de praktische ervaring die in deze context is opgedaan.

5. Implicaties financieel

a) Consequenties EG-begroting

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap. Activiteiten ter versterking van de operationele capaciteit van de netwerken van ILO’s kunnen worden gefinancierd door de beschikbare middelen uit het Buitengrenzenfonds. Dit fonds is opgericht teneinde bij te dragen aan de versterking van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid en de toepassing van het solidariteitsbeginsel tussen de lidstaten.

b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/of decentrale overheden

Niet voorzien. Indien het voorstel toch tot additionele uitgaven leidt, moeten de financiële gevolgen worden ingepast op de begrotingen van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels budgetdiscipline.

c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger

Geen.

d) Administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden

De voorgestelde wijzigingen moedigen het gebruik aan van het ICONet door de migratiebeheersdiensten van de lidstaten en een nauwere samenwerking tussen Frontex en de ILO-netwerken. Het bepaalt ook dat de betrokken Europese instellingen op gezette tijden informatie moeten ontvangen over de activiteiten van de netwerken van ILO’s in specifieke regio’s en/of landen die voor de Europese Unie van bijzonder belang zijn, en over de situatie in die regio’s en/of landen ter zake van illegale immigratie.

De voorstellen tot wijzigen van het netwerk mogen niet leiden tot een structurele taakverzwaring van de reeds aanwezige verbindingsambtenaren. Nederland dient er voor te zorgen dat dit initiatief niet zal leiden tot een administratieve lastenverzwaring die zou kunnen voortvloeien uit extra notificatie- en rapportageverplichtingen.

e) Administratieve lasten voor bedrijfsleven en burger

Geen

6. Implicaties juridisch

a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid

De voorstellen tot wijziging van de verordening laten de taken van de ILO’s in het kader van hun bevoegdheden krachtens het nationaal recht of krachtens bijzondere overeenkomsten die met het ontvangende land zijn gesloten, onverlet.

b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

Er is geen evaluatie- of horizonbepaling in de voorstellen opgenomen.

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

a) Uitvoerbaarheid

Nederland staat positief tegenover de halfjaarlijkse verslagleggingsverplichting door de voorzitter van de Europese Unie aan de Raad. Nederland staat bovendien positief tegenover de nauwere samenwerking met Frontex.

b) Handhaafbaarheid

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Geen.

9. Nederlandse positie (belangen en eerste algemene standpunt)

Algemeen

Nederland heeft belang bij een effectief beheer van de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie en bij een doeltreffende preventie en bestrijding van illegale immigratie. Nederland steunt voorstellen die daaraan bij kunnen dragen. De voorgestelde wijzigingen van de verordening voor ILO’s dragen bij aan een effectievere bestrijding van illegale immigratie en worden dientengevolge door Nederland ondersteund.

Nederland staat positief tegenover de aanpak in twee fasen van de Commissie waarin dit voorstel de eerste fase vormt en de tweede fase, in het kader van de voor 2010 geplande herziening van de Frontex-verorde- ning, nog volgt. Mocht de eerste fase niet voldoende resultaat opleveren, dan kan de ontwikkeling van het concept van de «EU-ILO» – die zowel de belangen van alle lidstaten als de belangen van de betrokken EU-organen zou moeten vertegenwoordigen – verder worden onderzocht. Nederland is van mening dat een dergelijke ontwikkeling de inzet van nationale ILO’s niet mag belemmeren. Het bestaan van nationale ILO’s kan bijvoorbeeld nuttig zijn indien de reikwijdte van het takenpakket van de «EU-ILO» beperkter is dan dat van de huidige nationale ILO. Consensus over man- daat en taken van de EU-ILO is derhalve een voorwaarde voorafgaand aan de oprichting van een dergelijk netwerk.

Wijzigingsvoorstellen verordening

1. Informatie-uitwisseling over detacheringen (art. 1, lid 3):

Nederland steunt het voorstel van de Europese Commissie om de procedure voor de melding door lidstaten van detacheringen van ILO’s te vereenvoudigen opdat lidstaten en de Europese Commissie een duidelijk overzicht hebben van de mondiale spreiding van ILO’s.

2. Gebruik van ICONet (art. 4, lid 1, tweede streepje):

Het voornemen en het daarbijhorende wijzigingsvoorstel van de Europese Commissie om het gebruik van het beveiligde ICONet te stimuleren, kan Nederland ondersteunen.

3. Betrokkenheid FRONTEX (art. 4, lid 2):

Het wijzigingsvoorstel van de Europese Commissie waarbij de betrokkenheid van Frontex bij de ILO-netwerken wettelijk wordt vastgelegd, kan volgens Nederland bijdragen aan het realiseren van een integraal grenstoezicht («Integrated Border Management») zoals dat door de lidstaten en Frontex wordt nagestreefd. Nederland is dan ook voorstander van deze aanvulling op de verordening.

4. Uitnodiging bijeenkomsten ILO-netwerken (art. 4, lid 3):

Het creëren van een mogelijkheid voor lidstaten die geen voorzitter zijn van de Raad van de Europese Unie (of namens het voorzitterschap als zodanig optreden) om bijeenkomsten te organiseren voor ILO’s, steunt Nederland omdat dit bijdraagt aan de flexibiliteit en effectiviteit van de bestaande netwerken.

5. Rapportageverplichtingen (art. 6):

In de huidige verordening is een bepaling opgenomen, te weten artikel 6, eerste lid, die stelt dat het voorzitterschap van de EU een rapportage dient op te stellen over de activiteiten van alle ILO-netwerken over de hele wereld ten behoeve van de Raad en de Commissie. Een dergelijke verplichting voor het voorzitterschap is om organisatorische en capacitaire redenen niet realistisch gebleken. De EU-lidstaten hebben besloten om de bestaande bepaling anders te interpreteren, waardoor het voorzitterschap de taak kreeg toebedeeld om een rapportage op te stellen gericht op specifieke regio’s en landen die van bijzonder belang zijn voor de EU. Met de voorgestelde wijziging van artikel 6 van de verordening wordt de bestaande praktijk in een wettelijke basis vastgelegd en wordt de rapportageverplichting van de Europese Commissie richting het Europees Parlement en de Raad helder vastgelegd.

Naar boven