22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

nr. 895
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juli 2009

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vijf fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

1. Mededeling inzake strategie van de Europese Unie voor het Oostzeegebied (22 112, nr. 894);

2. Verordening inzake het op de markt brengen en het gebruik van biociden (22 112, nr. 896);

3. Mededeling inzake Internetgovernance;

4. Mededeling inzake het internet van de dingen (22 112, nr. 897);

5. Verordening inzake tariefcontingent voor de invoer van rundvlees (22 112, nr. 898).

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans

Fiche: Mededeling inzake Internetgovernance

1. Algemene gegevens

Titel voorstel: Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad «Internetgovernance: de volgende stappen»

Datum Commissiedocument: 19 juni 2009

Nr. Commissiedocument: COM (2009)277 definitief

Pre-lex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId =198347

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: Niet opgesteld.

Behandelingstraject Raad: VTE Raad (Telecom deel), Raadswerkgroep Telecom

Eerstverantwoordelijk ministerie: Het ministerie van Economische Zaken

2. Essentie voorstel

Over «internet governance» wordt reeds sinds midden van de jaren negentig gesproken. Hoogtepunt van de discussies was tijdens de twee fases van de World Summit on the Information Society (WSIS) in 2003 (eerste fase) en 2005 (tweede fase). De Europese Unie heeft hierbij met één stem gesproken en was daarmee een bepalende speler voor het bereiken van overeenstemming. Het resultaat van de WSIS was de oprichting van het Internet Governance Forum en de start van een proces van verbeterde samenwerking, waarbij alle betrokken partijen meer met elkaar zouden samenwerken (het multistakeholder model).

Onder «internet governance» wordt in WSIS het volgende verstaan:

«Internet governance is the development and application by Governments, the private sector and civil society, in their respective roles, of shared principles, norms, rules, decision-making procedures, and programmes that shape the evolution and use of the Internet».

In de mededeling wordt aangegeven dat het internet in de afgelopen decennia ontwikkeld is tot een «kritische hulpbron» voor het functioneren van de moderne mondiale samenleving. Het stabiel en veilig functioneren van het internet is daarmee een algemeen belang geworden en nationale overheden hebben de verantwoordelijkheid dit doel na te streven. De mededeling stelt dat van de overheid steeds meer verwacht zal worden dat zij de belangen van het publiek pro-actiever verdedigt. Dit betekent echter niet dat de overheid een grotere rol moet krijgen bij het beheer van of de controle op de dagelijkse werking van het internet. De overheid moet er voor zorgen dat de huidige en toekomstige governance regelingen het algemeen belang van de maatschappij in haar geheel voor ogen houden en niet worden ingegeven door kortzichtige commerciële of regionale belangen. De mededeling stelt hierbij dat de leidende rol van de particuliere sector en een doeltreffend overheidsbeleid elkaar niet uitsluiten. Een sterk en duidelijk kader voor het overheidsbeleid kan door de vaststelling van beleidsdoelstellingen die zullen worden verdedigd, en grenzen die niet mogen worden overschreden, ook bijdragen tot een voorspelbare investeringsvriendelijke omgeving. Hiertoe moet de overheid kunnen nagaan of deze beginselen in acht worden genomen en zijn particuliere instellingen voor het dagelijkse beheer van het internet verantwoording verschuldigd.

De mededeling richt zich in bijzonder op het beheer van de kritische internet hulpbronnen (domeinnamen en IP-adressen) en de interne en externe verantwoordingsplicht daarover.

Het dagelijkse beheer van kritische internet hulpbronnen wordt gedaan door ICANN, de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers, een in 1998 opgerichte private non profit organisatie gevestigd in de Verenigde Staten.

Intern heeft ICANN een verantwoordingsplicht ten opzichte van de diverse belanghebbende partijen in ICANN. De organisatie heeft de afgelopen tijd aanzienlijke inspanningen geleverd om de regelingen voor de interne verantwoordingsplicht te herzien. Het probleem is dat het merendeel van de internetdeelnemers niet aan de activiteiten van ICANN deelneemt. ICANN dient derhalve externe verantwoordingsplicht af teleggen aan (in eerste instantie) de overheden in de diverse landen in de wereld. Tot dusver bestaat echter alleen een externe verantwoordingsplicht ten opzichte van de Verenigde Staten. Dit is m.a.w. een unilaterale verantwoordingsplicht, gebaseerd op een Joint Project Agreement (tussen ICANN en het Department of Commerce, dat eind september 2009 afloopt) en een contract met IANA, de Internet Assigned Numbers Authority (uitgever van IP-adressen en beheerder van de «root zone file»). Deze constructie is niet wenselijk aangezien het beheer van de kritische hulpbronnen van het internet voor alle landen van cruciaal belang is en gebaseerd zou moeten zijn op multilaterale intergouvernementele samenwerking. De leidende rol van de particuliere sector voor het dagelijkse internetbeheer dient daarbij te worden gehandhaafd. Voorts zou het «multistakeholder» samenwerkingsmodel zoveel mogelijk moeten worden aangemoedigd.

Tot op heden kon internationaal evenwel geen overeenstemming worden bereikt over de oprichting van een nieuwe intergouvernementele organisatie voor de uitoefening van een dergelijk toezicht, noch over het delegeren van dergelijke verantwoordelijkheden aan een bestaande organisatie. De Commissie stelt derhalve voor om een alternatief mechanisme te creëren dat een multilaterale verantwoordingsplicht van ICANN garandeert. De EU zou hierover de discussie met de andere landen moeten aangaan.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

De Commissie moedigt de lidstaten aan om actief betrokken te zijn bij de intergouvernementele dialoog over de uitwerking van de maatregelen die ondernomen worden in lijn met de WSIS beginselen. Deze maatregelen betreffen onder meer het beheer van de kritische internet hulpbronnen en de verwezenlijking van een grotere veiligheid en stabiliteit van het internet. Daarnaast zou de EU met de VS regering een dialoog moeten starten over een billijker regeling voor het toezicht op het beheer van IANA.

Er wordt in de mededeling geen nieuwe wetgeving aangekondigd en de Commissie komt niet met concrete maatregelen. Voorts worden geen nieuwe (financiële) instrumenten aangekondigd.

Er is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen EU en lidstaten op de terreinen van internet en telecommunicatie. In de dialoog met andere landen is het wenselijk dat de EU met een stem spreekt.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland onderschrijft de opvatting dat het stabiel en veilig functioneren van het internet een onderwerp van algemeen belang is geworden. Veel maatschappelijke processen zijn in de loop van de jaren steeds afhankelijker geworden van het internet. De betrokkenheid van de overheid bij het internet is daarmee ook pro actiever geworden. De Commissie stelt evenwel terecht dat overheden zich niet moeten inlaten met het dagelijkse functioneren van het internet. Zij dienen er zorg voor te dragen dat de huidige en toekomstige governance regelingen het algemeen belang van de maatschappij dienen en niet gedomineerd worden door private partijen. Overheden moeten dan ook heldere beleidsdoelstellingen formuleren en beleidsregels opstellen. Private partijen moeten op hun beurt verantwoording afleggen over hun bijdragen aan de beleidsdoelstellingen en hoe zij zich houden aan de beleidsregels.

De Nederlandse inspanningen zijn in lijn met die van de Europese partners en zijn erop gericht om in eerste instantie binnen ICANN de positie van overheden te verbeteren om daarmee de algemene belangen beter te kunnen waarborgen.

Nederland kan de richting van de voorstellen van de Commissie, waarbij een dubbel sporenbeleid wordt gevolgd, onderschrijven. Enerzijds pleit de Commissie voor voltooiing van de reeds in gang gezette interne ICANN verantwoording, die moet leiden tot volledige verantwoordingsplicht en transparantie. Anderzijds moet de externe verantwoording niet meer alleen op de schouders liggen van één (Amerikaanse) overheid, maar moeten alle overheden daarbij betrokken zijn. De noodzaak van een multilaterale intergouvernementele samenwerking wordt onderschreven, zonder daarbij af te doen aan de inbreng van private partijen, civil society etc. Maatschappelijke belangen zullen uiteindelijk door de gezamenlijke overheden moeten worden veilig gesteld.

De Commissie wil met deze mededeling en gebruikmakend van de omstandigheden (aflopen Joint Project Agreement tussen ICANN en de VS eind september, alsmede het aantreden van de nieuwe VS regering) de dialoog over de internationale governance mechanismen, in bijzonder met betrekking tot ICANN, nieuw leven in blazen. Dit zowel in internationaal verband als bilateraal met de VS. De discussie over een mechanisme voor multilaterale verantwoording door ICANN kan daarvoor wellicht een goede start geven.

Naar boven