nr. 867
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juni 2009
Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij drie fiche
aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen
(BNC):
1. Verordening inzake vaststelling financieringsinstrument voor samenwerking
met industrielanden, andere landen en gebiedsdelen met een hoog inkomen (kamerstuk
22 112, nr. 866);
2. Mededeling inzake Mid Term Review Financiële instrumenten voor
externe actie;
3. Verordening van de raad tot vaststelling meerjarenplan voor het Westelijk
horsmakreelbestand (kamerstuk 22 112, nr. 868).
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
F. C. G. M. Timmermans
Fiche: Mededeling inzake Mid Term Review Financiële
instrumenten voor externe actie
Termijn: binnen zes wekenna verschijnen van het voorstel
1. Algemene gegevens
Voorstel: Mededeling van de Commissie aan
het Europees Parlement en de Raad inz.
Tussentijdse evaluatie van de financieringsinstrumenten voor externe acties
Datum Commissiedocument: 21 april 2009
Nr. Commissiedocument: COM (2009) 196
final
Pre-lex:http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2009:0196:FIN:NL:PDF
Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment
Board: SEC(2009) 530 final
Behandelingstraject Raad: De mededeling zal
in RAZEB-kader worden besproken, waarschijnlijk in de RELEX-werkgroep.
Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie
van Buitenlandse Zaken
2. Essentie voorstel
In 2006 is het extern financiële instrumentarium van de EG herzien.
De bestaande financieringsinstrumenten (een dertigtal regelingen in totaal)
werden vervangen door de volgende zeven instrumenten:
– instrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI);
– Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI);
– Europees instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR);
– stabiliteitsinstrument (IfS);
– instrument voor samenwerking met geïndustrialiseerde landen
(ICI);
– instrument voor pre-toetredingssteun (IPA);
– instrument voor samenwerking inzake nucleaire veiligheid (INSC).
Ook de verordening inzake noodhulp wordt gerekend tot het externe communautaire
instrumentarium. De regelingen hebben gemeen dat zij activiteiten in of met
derde landen financieren; begunstigde landen en financieringsdoelstellingen
verschillen uiteraard per instrument. De uitvoering van de financieringsprogramma’s
gebeurt onder comitologie, met een eigen comité per instrument.
Ten tijde van de herziening van het stelsel van het externe communautair
instrumentarium, heeft de Commissie toegezegd het nieuwe stelsel halverwege
de looptijd van de nieuwe verordeningen te zullen evalueren. Onderhavige mededeling
betreft deze Mid-Term Review van het extern communautair instrumentarium.
Deze rapportage zou conform de verordeningen van de verschillende instrumenten
moeten plaatsvinden vóór 31 december 2010. Op verzoek van
het Europees Parlement heeft de Commissie echter besloten de review uit te
voeren vóór de verkiezingen van 4 juni a.s.
Deze evaluatie betreft uitsluitend de zeven rechtsinstrumenten (verordeningen);
doel is met name vast te stellen of de instrumenten voldoen aan de doelstelling
van de hervorming van 2006, m.n. een grootschalige vereenvoudiging.
De strategiedocumenten en meerjarenprogramma’s die binnen de financiële
instrumenten worden vastgesteld zullen eveneens worden geëvalueerd (rapport
voorzien voor eind 2009).
De Commissie concludeert op basis van deze review dat het herziene stelsel
van externe financiële instrumenten voldoet aan de doelstelling het EU
externe beleid efficiënter en coherenter te maken. Op een aantal punten
ziet zij noodzaak tot aanpassing van de financieringsinstrumenten. Het belangrijkste
wijzigingsvoorstel betreft de uitbreiding van de geografische reikwijdte van
het ICI (COM(2009) 197 en separaat BNC-fiche). Voor de andere externe instrumenten
worden door de Commissie enkele beperkte juridische wijzigingen voorgesteld.
Omdat de aangepaste wetgeving, althans voor het DCI en het ENPI (European
Neighbourhood Policy Instrument), via co-decisie met het Europees Parlement
moet worden vastgesteld, zou het Europees Parlement de discussie hierover
aan kunnen grijpen om andere zaken aan de orde te stellen. De Commissie probeert
dit te voorkomen door deze exercitie te beperken tot enkele juridische aanpassingen.
3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete
weten regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige
Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit
en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?
Ja, de evaluatie leidt tot een aantal wijzigingsvoorstellen van de huidige
verordeningen. De meeste daarvan betreffen echter beperkte tekstuele aanpassingen
op juridisch vlak, waarvoor de bevoegdheids- en subsidiariteitsvraag minder
relevant is. Bij de belangrijkste aanpassing betreffende het ICI (COM(2009)
197) wordt wel op deze vragen ingegaan (zie afzonderlijk fiche).
In het wijzigingsvoorstel COM(2009) 197 en de bijbehorende Impact Assessment
pleit de Commissie voor een financieringsoptie ten behoeve van het ICI. De
Commissie stelt voor € 100 miljoen te verhuizen van het DCI-instrument
naar het nieuwe ICI-instrument. De resterende € 70 miljoen zou moeten
worden gefinancierd uit de jaarlijkse marge voor de categorie Externe Betrekkingen.
4. Nederlandse positie over de mededeling
Nederland verwelkomt deze mededeling van de Commissie. Nederland deelt
de conclusie van de Commissie dat de nieuwe structuur van het externe communautaire
instrumentarium voldoet aan de doelstelling het externe beleid van de EU efficiënter
en coherenter te maken.
Nederland kan zich vinden in de door de Commissie geschetste noodzakelijke
verbeteringen van het systeem. Voor de belangrijkste inhoudelijke wijziging
(uitbreiding van de geografische reikwijdte van het ICI-instrument) zij verwezen
naar het separate BNC-fiche over dat onderwerp. De overige voorgestelde wijzigingen
betreffen kleine juridische aanpassingen waar Nederland akkoord mee kan gaan.
Nederland heeft vragen bij de noodzakelijkheid van de € 70 miljoen
extra financiering. Deze uitgaven voldoen niet aan de criteria die voor de
inzet van de marge gelden; Nederland geeft dan ook de voorkeur aan financiering
uit DCI alleen voor het bedrag van € 100 miljoen, zonder verdere
ophoging.