Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 22112 nr. 844 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 22112 nr. 844 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 april 2009
Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij twee fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):
1. Richtlijn inzake vrijstelling verplichting jaarrekening micro-entiteiten;
2. Mededeling inzake EU-strategie ter beperking van het risico op rampen in ontwikkelingslanden (Kamerstuk 22 112, nr. 845).
Fiche: Richtlijn inzake vrijstelling verplichting jaarrekening van micro-entiteiten
Voorstel: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft.
Datum Commissiedocument: 18 maart 2009
Nr. Commissiedocument: COM (2009) 83 definitief/2
Prelex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=197998
Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: SEC (2009) 206, SEC (2009) 207 (samenvatting impact-assessment), geen nummer opinie IAB
Behandelingstraject Raad: Raadswerkgroep vennootschapsrecht, COREPER, Raad concurrentievermogen
Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Justitie
Rechtsbasis, stemwijze Raad, rol Europees Parlement en comitologie
a) Rechtsbasis
Art. 44, lid 1, EG-Verdrag
b) Stemwijze Raad en rol Europees Parlement
Gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming in de Raad; medebeslissing Europees Parlement
c) Comitologie
n.v.t.
De Commissie stelt voor dat de lidstaten de mogelijkheid krijgen om micro-entiteiten vrij te stellen van de verplichtingen die voortvloeien uit de vierde richtlijn vennootschapsrecht met betrekking tot het opstellen en publiceren van een jaarrekening en jaarverslag.
Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel
Het voorstel is gebaseerd op art. 44, lid 1, EG-Verdrag.
Subsidiariteit: positief Proportionaliteit: positief
De in de ontwerp-richtlijn voorgestelde vrijstelling voor micro-entiteiten biedt een mogelijkheid tot verdere verlichting van de administratieve lasten van deze categorie ondernemingen.
Nederlandse positie en eventuele acties
Nederland staat positief tegenover een gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de jaarrekeningverplichtingen die voor micro-ondernemingen voortvloeien uit de vierde richtlijn. Nederland hecht er tegelijkertijd belang aan dat de toepassing van XBRL1 bij de communicatie over financiële gegevens tussen bedrijfsleven en overheid hoog op de agenda van de Commissie blijft staan. De toepassing van XBRL kan leiden tot een aanzienlijke lastenverlichting en voorzien in een blijvende behoefte aan financiële informatie over micro-ondernemingen.
De Commissie stelt voor om micro-entiteiten buiten de werkingssfeer van de vierde richtlijn vennootschapsrecht1 te laten vallen en hierdoor lidstaten de mogelijkheid te bieden deze ondernemingen vrij te stellen van de verplichting om jaarverslagen op te stellen en te publiceren. Micro-entiteiten zijn volgens het voorstel (voor Nederland) nv’s, bv’s, vof’s en cv’s die twee van de volgende drie criteria niet overschrijden: een balanstotaal van € 500 000, een netto omzet van€ 1 miljoen en een gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar van 10 personen. Deze micro-entiteiten mogen op vrijwillige basis jaarrekeningen blijven opstellen, deze laten controleren en aan het nationale register sturen.
Dit voorstel maakt deel uit van het lopend vereenvoudigingsprogramma van de Commissie (regeldruk in brede zin) en van het actieprogramma van de Commissie om de administratieve lasten voor bedrijven in 2012 met 25% te reduceren (een prioriteit van de Europese agenda voor Betere Regelgeving). Het doel van dit voorstel is het ondernemingsklimaat voor Europese vennootschappen – en met name de voorschriften voor financiële verslaglegging voor micro-entiteiten – te vereenvoudigen om hun concurrentievermogen te verbeteren en hun groeipotentieel optimaal te benutten. De wijzigingen zijn bedoeld om de administratieve lasten terug te dringen en geven de lidstaten de mogelijkheid om de voorschriften voor financiële verslaglegging voor micro-entiteiten af te stemmen op de werkelijke behoeften van gebruikers en opstellers.
De conclusie van het impact-assessment luidt dat de voorgestelde schrapping van de micro-entiteiten uit de werkingssfeer van de vierde richtlijn vennootschapsrecht naar verwachting een positieve invloed op de vermindering van de administratieve lasten op het gebied van financiële verslaglegging voor micro-entiteiten zal hebben.
4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel
Het voorstel is gebaseerd op art. 44, lid 1, EG-Verdrag. Volgens Nederland is dat de juiste rechtsbasis, aangezien het ook de rechtsbasis van de vierde richtlijn vennootschapsrecht is.
– Subsidiariteit: positief
– Proportionaliteit: positief
– Onderbouwing:
Om het voor lidstaten mogelijk te maken om micro-entiteiten van financiële verslagleggings-verplichtingen die uit EU-richtlijnen voortvloeien vrij te stellen, moet de vierde richtlijn vennootschapsrecht worden gewijzigd. Maatregelen op EU-niveau zijn derhalve gerechtvaardigd. De voorgestelde wijzigingen zijn evenredig met de doelstelling om onnodige administratieve lasten voor micro-entiteiten weg te nemen. Doordat de vrijstelling in de vorm van een optie voor de lidstaten is geformuleerd, wordt de lidstaten maximale vrijheid geboden voor nationaal maatwerk. Dit leidt tot een positief oordeel over de subsidiariteit en de proportionaliteit van het voorstel.
Nederland steunt de benadering van de Commissie waarbij de vrijstelling is opgenomen in de vorm van een optie voor de lidstaten, waardoor de lidstaten zelf de afweging kunnen maken in hoeverre ze van de vrijstelling gebruik willen maken en waar de nationale prioriteiten liggen.
Geen.
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/of decentrale overheden
Geen.
c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger
In het uiterste scenario waarin alle lidstaten de micro-ondernemingen vrijstellen en geen extra voorschriften opleggen, bedragen de mogelijke besparingen voor die ondernemingen als gevolg van het voorstel volgens de berekeningen van Commissie in het gunstigste geval € 6,3 miljard (binnen een marge van € 5, 9 miljard tot € 6, 9 miljard) voor de hele EG. Op het terrein van het jaarrekeningenrecht is recent in Nederland een aantal maatregelen doorgevoerd die aanzienlijke lastenreducties voor het bedrijfsleven tot gevolg hebben. Het betreft hier de wetswijziging die voor kleine rechtspersonen de mogelijkheid heeft geschapen om de jaarrekening op fiscale grondslagen op te stellen en de ontwikkeling van de XBRL-taxonomie. Deze maatregelen zijn nog niet meegenomen bij de EU-meting van de gevolgen van het richtlijnvoorstel voor de administratieve lasten van micro-ondernemingen.
d) Administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden
Geen.
e) Administratieve lasten voor bedrijfsleven en burger
De voorgestelde wijzigingen zijn bedoeld om de lasten van regeldruk bij het bedrijfsleven als gevolg van door de overheid opgelegde verplichtingen terug te dringen. Zoals hiervoor onder punt c is opgemerkt, is recent in Nederland al een aantal maatregelen doorgevoerd, waardoor de administratieve lasten ten gevolge van het opstellen en publiceren van de jaarrekening aanzienlijk zijn verminderd. De effecten van de richtlijn zullen voor Nederland dan ook aanzienlijk minder lastenverlichting opleveren dan in sommige andere lidstaten het geval zal zijn. Er wordt momenteel een onderzoek uitgevoerd naar de te verwachten effecten van een volledige vrijstelling van micro-ondernemingen van de jaarrekeningverplichtingen in Nederland.
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid
De wijziging van de vierde richtlijn biedt de mogelijkheid de jaarrekeningverplichtingen voor micro-entiteiten te heroverwegen en hen geheel of gedeeltelijk vrij te stellen van die verplichtingen. Of in dit kader criminaliteitsbestrijding en het voorkomen van misbruik van rechtspersonen bij micro-entiteiten een rol dient te spelen, kan nader onderzocht worden.
b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Haalbaarheid: n.v.t., de wijziging is een optie, waarvan de implementatie aan de lidstaten wordt overgelaten (geen uiterste implementatiedatum).
c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
De Commissie geeft aan dat dit voorstel moet worden bezien in samenhang met andere vereenvoudigingsmaatregelen ten aanzien van de vierde en de zevende richtlijn inzake het vennootschapsrecht en dat hun effect gezamenlijk moet worden geëvalueerd. Nederland vindt deze gezamenlijke evaluatie wenselijk.
7. Implicaties voor uitvoering en handhaving
Geen.
Voor wat betreft de handhaving van de naleving van de jaarrekeningverplichting op het moment waarop de micro-ondernemer de bovengrens passeert en jaarrekeningplichtig wordt, kunnen belanghebbenden bij de rechtspersoon om een jaarrekening vragen wanneer zij vermoeden dat deze ten onrechte niet gepubliceerd is. Dit kan ook ter kennis van de Kamer van Koophandel gebracht worden, die de rechtspersoon erop kan wijzen dat er wellicht een jaarrekening gedeponeerd dient te worden. In het uiterste geval kan de FIOD-ECD op basis van de Wet op de economische delicten een boete opleggen. Dit is niet anders dan in de huidige systematiek, waarbij het vooral degenen die belang hebben bij de jaarrekening degenen zijn die om een jaarrekening kunnen vragen als deze ten onrechte niet gepubliceerd is.
8. Implicaties voor ontwikkelingslanden
Geen.
9. Nederlandse positie (belangen en eerste algemene standpunt)
Nederland staat positief tegenover een gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de jaarrekeningverplichtingen die voor micro-ondernemingen voortvloeien uit de vierde richtlijn. Dit voorstel spoort ook goed met de kabinetsvoornemens in het kader van de bestrijding van de economische crisis.
Nederland steunt de benadering van de Commissie waarbij de vrijstelling is opgenomen in de vorm van een optie voor de lidstaten. Gezien de omvang van de administratieve lastenverlichting die EG-breed uit deze maatregel kan voortvloeien, heeft de Commissie terecht dit voorstel met voortvarendheid op de agenda gezet en niet gewacht om dit onderwerp mee te nemen in de consultatie over een algehele herziening van de vierde en zevende vennootschapsrichtlijnen op het gebied van het jaarrekeningenrecht, die de Commissie op 26 februari jl. gelanceerd heeft.
Nederland hecht er belang aan dat de toepassing van XBRL bij de communicatie over financiële gegevens tussen bedrijfsleven en overheid, hoog op de agenda van de Europese Commissie blijft staan, omdat vooral daarmee een omvangrijke lastenverlichting behaald kan worden. Bovendien kunnen XBRL-toepassingen de vraag naar financiële informatie over de (micro-)onderneming, die derden nodig hebben (banken, kredietverzekeraars, bureaus voor statistiek etc.) opvangen wanneer micro-ondernemingen geen jaarrekening meer zouden hoeven op te stellen en te publiceren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22112-844.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.