22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

nr. 796
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 februari 2009

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij negen fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

1. Richtlijn inzake opvang asielzoekers in lidstaten; (Kamerstuk 22 112, nr. 794)

2. Dublin verordening; (Kamerstuk 22 112, nr. 795)

3. Verordening inzake Eurodac;

4. Intrekking richtlijnen metrologie; (Kamerstuk 22 112, nr. 797)

5. Mededeling maritieme ruimtelijke ordening; (Kamerstuk 22 112, nr. 798)

6. Richtlijn gevaarlijke stoffen in elektrische apparatuur (RoHS); (Kamerstuk 22 112, nr. 799)

7. Richtlijn afgedankte elektronische apparatuur (WEEE); (Kamerstuk 22 112, nr. 800)

8. Verordening Marco Polo II programma; (Kamerstuk 22 112, nr. 801)

9. Actieplan en Richtlijn Intelligente vervoerssystemen. (Kamerstuk 22 112, nr. 802)

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans

Fiche : Verordening inzake Eurodac

1. Algemene gegevens

Voorstel: Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van «Eurodac» voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EG) nr. [.../...] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend] (Herschikking)

Datum Commissiedocument: 3 december 2008

Nr. Commissiedocument: COM (2008) 825 definitief

Prelex:http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId =197714

Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-Assessment Board:

SEC (2008) 2981, SEC (2008) 2982 (samenvatting)

SEC (2008) 2983 (opinie IAB)

Behandelingstraject Raad: Raadswerkgroep Asiel, JBZ-Raad

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Justitie

Rechtsbasis, stemwijze Raad, rol Europees Parlement en comitologie

a) Rechtsbasis

Art. 63, eerste lid 1 onder a, EG-Verdrag

b) Stemwijze Raad en rol Europees Parlement

Gekwalificeerde meerderheid van stemmen, medebeslissing EP

c) Comitologie

Het krachtens Verordening 2725/2000/EG (de Eurodac-verordening) ingestelde comité wordt opgeheven.

2. Samenvatting BNC-fiche

Dit voorstel is een herziening van Verordening (EG) nr. 2725/2000/EG van 11 december 2000 betreffende de instelling van Eurodac (de Eurodac-verordening). De Commissie stelt voor op diverse onderdelen de Eurodac-Verordening aan te passen.

Bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit worden positief beoordeeld.

Nederland ondersteunt de Commissie in haar streven de effectiviteit van het «Dublin-systeem» te verbeteren en onderschrijft het belang van een zorgvuldige omgang met de persoonsgegevens.

3. Samenvatting voorstel (max. 20 regels)

• Inhoud voorstel

Dit voorstel is een herziening van Verordening (EG) nr. 2725/2000/EG van 11 december 2000 betreffende de instelling van Eurodac (de «Eurodac-verordening»),1 een databank voor de vergelijking van vingerafdrukken van asielzoekers en illegale migranten ten behoeve van de uitvoering van de Dublin-verordening.1

Het doel van dit voorstel (als onderdeel van de tweede fase van asielwetgeving) is de toepassing van de Dublin-verordening te vergemakkelijken en een zorgvuldige, beveiligde omgang met persoonsgegevens verder te waarborgen.

Om dit doel te bereiken stelt de Commissie voor de Eurodac-verordening op een aantal onderdelen, die onder andere in het Dublin-evaluatierapport2 worden genoemd, aan te passen.

Deze onderdelen betreffen onder meer:

1. het instellen van deadlines om een snelle toezending van vingerafdrukken naar de centrale eenheid van Eurodac te waarborgen;

2. het opstellen van regels om beter te waarborgen dat lidstaten persoonsgegevens uit Eurodac wissen die niet langer nodig zijn voor het doel waarvoor zij zijn verzameld;

3. het in Eurodac deblokkeren van gegevens van een toegelaten vluchteling;

4. het in Eurodac registreren van de toepassing van de discretionaire clausules op grond van de Dublin-verordening;

5. aanwijzing van de nationale autoriteiten die toegang hebben tot Eurodac-gegevens;

6. up-date en duidelijker definities van de verschillende fases van het beheer van de database.

Onderhavig voorstel maakt deel uit van een pakket van drie voorstellen gericht op het garanderen van een hoger niveau van harmonisatie en betere beschermingsstandaarden voor het Gemeenschappelijk Europees Asielsysteem (GEAS).3

• Impact assessment Commissie

Het impact assessment van de Commissie (SEC 2008 2981) geeft voor de bovenbeschreven verbeterpunten enkele beleidsopties. De beste beleidsopties per verbeterpunt vormen gezamenlijk de optie waaraan voorkeur wordt gegeven door de Commissie. Deze voorkeursoptie bestaat uit voorstellen voor regelgeving en uit voorstellen ter aanmoediging van praktische samenwerking tussen de lidstaten.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

a) Bevoegdheid

Dit voorstel is gebaseerd op art. 63, eerste lid onder a, EG-Verdrag. Volgens Nederland is dat de juiste rechtsbasis.

b) Functionele toets:

– Subsidiariteit: positief

– Proportionaliteit: positief

– Onderbouwing: Dit voorstel is een herziening van Verordening (EG) nr. 2725/2000 van 11 december 2000 betreffende de instelling van Eurodac (de Eurodac-verordening). Het doel van dit voorstel (de toepassing van de Dublin-verordening vergemakkelijken en zorg te dragen voor een zorgvuldige, beveiligde omgang met persoonsgegevens) kan niet, net als het doel van de Eurodac-verordening, door de lidstaten afzonderlijk worden gerealiseerd. De voorgestelde wijzigingen vergroten de effectiviteit van Eurodac-verordening en komen overeen met de Nederlandse uitgangspunten.

c) Nederlands oordeel

De Eurodac-verordening heeft een instrument in het leven geroepen waarmee de toepassing van de Dublin-verordening wordt vergemakkelijkt door middel van de registratie en vergelijking van vingerafdrukken van asielzoekers en illegale migranten. Nederland vindt het wenselijk dat het doel van de Eurodac-verordening wordt gerealiseerd en is van oordeel dat de voorstellen van de Commissie de doeltreffendheid van het Dublin-systeem ten goede komen.

5. Implicaties financieel

a) Consequenties EG-begroting

De Commissie heeft aan het EU impact assessment document de «administrative costs» gevoegd (annex 3). De consequenties voor de EG-begroting zijn circa 1 000 000 euro incidenteel en circa 45 000 euro structureel. Deze Europees in kaart gebrachte kosten worden over de lidstaten versleuteld. De kosten voor Nederland zijn vooralsnog circa 40 000 euro eenmalig.

b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/of decentrale overheden

Indien het voorstel budgettaire gevolgen heeft, dan worden deze ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels budgetdiscipline.

c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger

N.v.t.

d) Administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden

Geen.

e) Administratieve lasten voor bedrijfsleven en burger

N.v.t.

6. Implicaties juridisch

a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid

De Vreemdelingencirculaire zal moeten worden aangepast na aanname van de gewijzigde verordening.

b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is van toepassing op de dag die daartoe in een door de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken mededeling wordt aangewezen.

c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

De Commissie stelt voor deze verordening drie jaar na inwerkingtreding en daarna elke vier jaar te evalueren. Nederland acht dat wenselijk.

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

a) Uitvoerbaarheid

Het voorstel levert voor de vreemdelingenpolitie en de Immigratie- en Naturalisatiedienst geen ingrijpende wijzigingen voor de uitvoering op. De voorgestelde wijzigingen zullen naar verwachting de uitvoeringspraktijk ten goede komen, na doorvoering van technische aanpassingen in het Eurodac-systeem. Wel zullen de voorstellen, zoals aangegeven onder punt 9, in overeenstemming dienen te zijn met de nieuwe Nederlandse asielprocedure. De benodigde technische aanpassingen in Nederland zullen nog nader worden onderzocht.

b) Handhaafbaarheid

De voorgestelde wijzigingen leveren geen grootschalige veranderingen op ten opzichte van de huidige handhaafbaarheid van het gebruik van het Eurodac-systeem.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Geen

9. Nederlandse positie (belangen en eerste algemene standpunt)

De Commissie stelt voor de Eurodac-verordening op een aantal onderdelen aan te passen. Deze onderdelen betreffen onder meer:

1. het instellen van deadlines om een snelle toezending van vingerafdrukken naar de centrale eenheid van Eurodac te waarborgen;

2. het opstellen van regels om beter te waarborgen dat lidstaten persoonsgegevens uit Eurodac wissen die niet langer nodig zijn voor het doel waarvoor zij zijn verzameld;

3. het in Eurodac deblokkeren van gegevens van een toegelaten vluchteling;

4. het in Eurodac registreren van de toepassing van de discretionaire clausules op grond van de Dublin-verordening;

5. aanwijzing van de nationale autoriteiten die toegang hebben tot Eurodac-gegevens;

6. up-date en duidelijker definities van de verschillende fases van het beheer van de database.

De Nederlandse positie over het voorstel is positief. De gedetailleerde positie op elk van de zes onderdelen is als volgt.

Ad 1. Nederland is een voorstander van het vergroten van de efficiency van de Eurodac-Verordening en ten behoeve daarvan de gegevens zo snel als redelijkerwijs verwacht kan worden, in de database in te voeren. De Commissie stelt voor om uiterlijk 48 uur na het indienen van de asielaanvraag de vingerafdrukken naar de centrale eenheid van Eurodac te zenden. Hierbij past wel de kanttekening dat Nederland er bij de door de Commissie voorgestelde termijnen van uitgaat dat reeds bij het kenbaar maken van de intentie tot het indienen van een asielaanvraag, vingerafdrukken kunnen worden afgenomen en worden ingevoerd. Alsdan wordt de nieuwe Nederlandse asielprocedure met het voorstel op dit punt niet doorkruist, omdat in die procedure de vingerafdrukken door de Vreemdelingenpolitie worden ingevoerd na de intentieverklaring en dus voordat het aanvraagformulier wordt ondertekend en de asielprocedure formeel van start gaat.

Ad 2. Door oprichting van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) en door het belang dat het Europees Parlement hecht aan de bescherming van persoonsgegevens zijn door de Commissie wijzigingen voorgesteld om het verwijderen van gegevens in Eurodac beter mogelijk te maken (bijvoorbeeld als een vreemdeling een verblijfsvergunning krijgt of de nationaliteit van de lidstaat verkrijgt). Nederland onderschrijft het uitgangspunt dat persoonsgegevens niet langer worden bewaard dan nodig voor de doeleinden en juicht deze voorstellen toe.

Ad 3 en 4. Nederland staat positief tegenover het voorstel om gegevens van vreemdelingen die internationale bescherming (toegelaten als vluchteling of in verband met subsidiaire bescherming) genieten, in Eurodac te markeren. Dit zal de toepassing van de Dublin-verordening vergemakkelijken, bijvoorbeeld bij de identificatie van de betreffende vreemdeling of in het geval dat een familielid in een lidstaat verblijft terwijl een ander familielid in een andere lidstaat verblijft ten behoeve van het mogelijk samenbrengen van het gezin. De toepassing van de Dublin-verordening zou nog verder worden vergemakkelijkt als ook de verlening van nationale vormen van bescherming (bijvoorbeeld een verblijfsvergunning op humanitaire gronden) in Eurodac zou worden gemarkeerd.

Ook het in Eurodac registreren van de toepassing van discretionaire clausules van de Dublin-verordening (m.a.w. het onverplicht in behandeling nemen van een asielaanvraag, terwijl een andere lidstaat ingevolge de Dublin-Verordening verantwoordelijk is) zal de toepassing van laatstgenoemde verordening vergemakkelijken. Dit bevordert het inzicht in de frequentie van de toepassing van deze clausules in Nederland en in de andere lidstaten.

Ad 5. Voorgesteld wordt om de tot toegang tot de Eurodac-database bevoegde autoriteiten nader te specificeren ten behoeve van de bescherming van persoonsgegevens. In het kader van transparantie zal de lijst met bevoegde autoriteiten worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. Hiermee wordt voorgesteld dezelfde procedure te hanteren als thans is neergelegd in de VIS-verordening en de SIS II-verordening. Dit stuit in Nederland niet op bezwaren.

Ad 6. Voorgesteld wordt het operationeel beheer van de Eurodac-database op termijn over te dragen aan een «Management Authority» die eveneens verantwoordelijk zal zijn voor SIS II en VIS. Tot die tijd zal de Commissie verantwoordelijk zijn voor het beheer van Eurodac. Dit lijkt de efficiëntie van het beheer ten goede te komen en Nederland kan hiermee instemmen.


XNoot
1

PB L 316, 15.12.2000, p. 1.

XNoot
1

Dublin-Verordening tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 50, 25.2.2003, p. 1).

XNoot
2

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement over de evaluatie van het Dublin-system (COM 2007 299 definitief).

XNoot
3

De overige voorstellen zijn:

– Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten (Herschikking) («Herziening opvangrichtlijn», COM 2008 815 definitief);

– Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend] (Herschikking) (COM 2008 820 definitief).

Naar boven