nr. 793
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 februari 2009
Mede namens de ministers van Defensie, Economische Zaken, Financiën,
Justitie, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Verkeer en Waterstaat, Volksgezondheid,
Welzijn en Sport en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
wil ik u met deze brief informeren over de Europese richtlijn voor de bescherming
van vitale infrastructuur en het hiervoor opgestelde implementatieplan. Deze
richtlijn en de bijbehorende richtsnoeren zijn op 12 januari 2009 in
werking getreden. Bijgevoegd is de richtlijn (bijlage 1)1 en de stappen die het Kabinet in samenwerking met de relevante vitale
sectoren transport en energie zal nemen om deze richtlijn te implementeren
(bijlage 2)1 en structureel in onze processen
te borgen.
Het Europese Programma voor de bescherming van vitale
infrastructuur (EPCIP)
Op verzoek van de Europese Raad van juni 2004 heeft de Europese Commissie
een strategie ontwikkeld voor de bescherming van vitale infrastructuur in
de Europese Unie. In dit kader zijn o.a. een mededeling over een Europees
programma (EPCIP), een voorstel voor een beveiligd informatienetwerk (CIWIN)
en een richtlijn door de Europese Commissie naar buiten gebracht. De richtlijn
is een belangrijk onderdeel van het EPCIP en behandelt het identificeren en
aanmerken van nationale infrastructuur welke op Europees niveau vitaal zijn.
Ook het vaststellen van de noodzaak om de bescherming hiervan te verbeteren,
maakt onderdeel uit van de richtlijn. Op dit moment betreft de richtlijn alleen
de vitale sectoren transport en energie. De inzet van de Europese Commissie
is erop gericht dit na de evaluatie van de richtlijn door de Europese Commissie
in 2011, uit te breiden met andere sectoren, zoals de ICT-sector. Na intensieve
onderhandelingen is op 8 december de richtlijn met bijbehorende vrijblijvende
richtsnoeren als hamerstuk in de RAZEB goedgekeurd.
De implementatie van de EPCIP-richtlijn
De richtlijn verplicht de lidstaten tot het uitvoeren en structureel borgen
van een identificatieproces van Europese vitale infrastructuur en de aanmerking
als zodanig. Concreet betekent de aanmerking als Europese vitale infrastructuur
dat deze een beveiligingsplan en een veiligheidsverbindingsfunctionaris dient
te hebben. Daarnaast zijn het regelmatig informeren van de Europese Commissie
over de gang van zaken en het inrichten van een zgn. contactpunt voor alles
wat het EPCIP betreft, verplichtingen uit de richtlijn.
In het bijgevoegde implementatieplan is uiteengezet welke stappen het
Kabinet zal nemen om deze richtlijn binnen de gegeven termijn van twee jaar
te implementeren. Deze stappen zullen genomen worden in samenwerking met de
relevante sectoren. Het beschermen van vitale infrastructuur, ook op Europees
niveau, is immers een zaak van publiek-private samenwerking.
Bij de implementatie staat voorop dat de bescherming van vitale infrastructuur
in Nederland al voor een groot deel geborgd is in beleiden vaak ook bedrijfsprocessen.
Het identificeren en aanmerken van Europese vitale infrastructuur zal daar
een integraal onderdeel van gaan uitmaken. Dit betekent concreet dat bij de
implementatie binnen de definitie en kaders kan worden gebleven van de Nederlandse
aanpak van de bescherming van vitale infrastructuur. Het implementatieplan
is dan ook van praktische aard. Dit houdt in dat overheid en bedrijfsleven
vertrouwen hebben in elkaar, gecommitteerd zijn aan het uiteindelijke doel
en goed met elkaar communiceren. De richtlijn geeft de lidstaten de ruimte
om niet in wetgeving te implementeren, waardoor de Nederlandse aanpak ook
toegepast kan worden voor de bescherming van Europese vitale infrastructuur.
Ik heb er alle vertrouwen in dat met dit implementatieplan de bescherming
van Europese vitale infrastructuur, zoals door de richtlijn bedoelt, op een
hoger niveau zal worden gebracht.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst