22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

nr. 660
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2008

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Justitie, de reactie aan op het Witboek betreffende schadevergoedingsacties wegens schending van de communautaire mededingingsregels (COM (2008) 165, zie bijlage)1. Het Witboek is een vervolg op het Groenboek (COM (2005) 672) (hierna: Groenboek), naar aanleiding waarvan ook een reactie is opgesteld en aan uw Kamer is aangeboden (zie Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 22 112, nr. 439). Een gelijkluidende brief is aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal gezonden.

De Europese Commissie (hierna: Commissie) doet in het Witboek voorstellen om de civiele handhaving van het mededingingsrecht te bevorderen. Dit onderwerp is eerder bij uw Kamer aan de orde gekomen, onder andere bij het algemeen overleg met de Vaste Commissie voor Economische Zaken over het jaarverslag van de NMa op 14 mei jl. en bij vragen die de Vaste Commissie voor Economische Zaken onlangs nog heeft gesteld over dit onderwerp (zie Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 22 112, nr. 650). Ook de motie van de leden Heemskerk en Ten Hoopen (zie Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 071, nr. 28) spitst zich toe op dit onderwerp. Met de uitvoering van deze motie is gewacht op het Witboek en de evaluatie van de Wet collectieve afwikkeling massaschade, waarover beide Kamers der Staten-Generaal nog rond de zomer een brief zullen ontvangen.

Hieronder wordt een overzicht gegeven van de punten waarop het Witboek tegemoet komt aan de Nederlandse reactie op het Groenboek en de punten waarop het juist van deze reactie afwijkt. Daarnaast informeren wij u graag over de ontwikkelingen op nationaal niveau betreffende twee onderwerpen die in het Witboek aan de orde komen: de collectieve afwikkeling van massaschades en de toegang tot bewijsmateriaal in civiele zaken.

Voor de meer gedetailleerde en technische reactie op de redenen, doelstellingen en centrale uitgangspunten van het Witboek als geheel en de afzonderlijke voorstellen, verwijzen wij u graag naar het Witboek en de reactie hierop (beide opgenomen als bijlage bij deze brief).

Belangrijkste punten waarop het Witboek tegemoet komt of afwijkt van de Nederlandse reactie op het Groenboek

Nederland steunt het streven van de Commissie civielrechtelijke handhaving van het mededingingsrecht te stimuleren en heeft zich daarbij steeds ingezet voor:

1. volledige compensatie voor alle categorieën slachtoffers en dus geen verdubbeling van schadevergoeding;

2. evenwichtige maatregelen die zijn geworteld in Europese rechtscultuur en tradities;

3. het behoud van daadkrachtige publieke handhaving; schadevergoedingsacties dienen ter aanvulling op publieke handhaving en niet ter vervanging.

De Commissie heeft bovenstaande punten in haar Witboek expliciet erkend als uitgangspunten voor de voorgestelde maatregelen. Dit is een belangrijke tegemoetkoming ten opzichte van het Groenboek.

Een punt dat afwijkt van de Nederlandse reactie op het Groenboek is dat de Commissie nog steeds een versnipperde aanpak (specifieke regels opstellen voor mededingingsrecht) voor het vergemakkelijken van het verhalen van schade voorstaat. Een versnipperde aanpak die beperkt blijft tot overtredingen van het mededingingsrecht gaat ten koste van de interne samenhang van de nationale systemen van burgerlijk procesrecht en kan tot onduidelijkheid en complicaties leiden. Nederland heeft net als veel andere lidstaten aandacht gevraagd voor het belang van een integrale aanpak voor het vergemakkelijken van het verhalen van schade en doet dit opnieuw in deze reactie op het Witboek. Ook betreurt Nederland het dat nog altijd niet duidelijk is op welke rechtsbasis de Commissie haar voorstellen baseert. Zonder een standpunt van de Commissie hierover, kan Nederland moeilijk beoordelen of de voorstellen aan het subsidiariteitvereiste voldoen en in welk kader de voorstellen van de Commissie uiteindelijk zullen resulteren in Europese wetgeving.

Ontwikkelingen op nationaal niveau

Ook op nationaal niveau staat het Kabinet een aantal ontwikkelingen voor op het gebied van de collectieve afwikkeling van massaschades en de toegang tot bewijs in civiele zaken.

Collectieve afwikkeling van massaschades

Zowel op het ministerie van Justitie als op het ministerie van Economische zaken heeft de vraag hoe massaschade zo goed en zo snel mogelijk afgewikkeld kan worden de volledige aandacht. Hierbij wordt een brede aanpak nagestreefd waarbij naar de afwikkeling van alle soorten massaschade wordt gekeken en niet alleen naar schade veroorzaakt door schending van het mededingingsrecht. Recentelijk is de evaluatie van de Wet collectieve afwikkeling massaschade (Wcam) afgerond. Deze evaluatie geeft aanleiding tot voorstellen om het bereik van de Wcam te vergroten en technische verbeteringen door te voeren. De Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Economische Zaken zullen beide Kamers der Staten-Generaal nog deze zomer een brief over de afwikkeling van massaschade toezenden waarin deze voorstellen zullen worden voorgelegd. Daarnaast wordt er mede in het licht van de voorstellen in het Witboek in Nederland ook nagedacht over mogelijke andere mechanismen om massaschades zo goed en zo snel mogelijk af te wikkelen. Hierover zal na de zomer worden gesproken met verschillende belanghebbenden, waaronder consumenten- en ondernemersorganisaties.

Toegang tot bewijsmateriaal in civiele zaken

Informatievergaring in civiele zaken is een belangrijk onderwerp dat zowel in mededingingszaken als in andere civiele zaken (bijvoorbeeld letselschade) een probleem kan zijn. In de reactie op het eindrapport inzake de fundamentele herbezinning burgerlijk procesrecht (Kamerstukken II, 2006/07, 30 951, nr. 1) is aangegeven dat de Adviescommissie voor burgerlijk procesrecht de mogelijkheden voor een verruiming van de informatiemogelijkheden gaat onderzoeken. De Adviescommissie neemt daarbij de bestaande Nederlandse regeling voor bewijsverkrijging van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot uitgangspunt en onderzoekt of verbeteringen van deze regeling mogelijk zijn. Het advies van de Adviescommissie betreft dus de informatieverstrekking in civielrechtelijke geschillen in het algemeen. Dit advies wordt binnenkort afgerond en openbaar gemaakt. Op basis hiervan zal nader bekeken worden hoe de huidige Nederlandse regeling verbeterd kan worden.

De minister van Economische Zaken

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven