22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 3977 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2024

In deze brief geeft het kabinet een reactie op het verzoek van de Vaste Commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer om de geannoteerde agenda’s voor de Raden anderhalve week voorafgaand aan het betreffende debat aan de Tweede Kamer te sturen.1

EU-informatievoorziening aan de Eerste en Tweede Kamer

Het kabinet stelt in reactie op dit verzoek, als eerste, voorop dat het groot belang hecht aan de tijdige informatievoorziening aan zowel de Eerste als de Tweede Kamer over EU-beleids- en besluitvorming. Uitgangspunt is dat de Eerste en Tweede Kamer in een zo vroeg mogelijk stadium van EU-beleids- en besluitvorming worden geïnformeerd, zodat de beide Kamers de controlerende taak ten opzichte van de regering, en daarnaast de zelfstandige rol binnen de Europese Unie, effectief kunnen vervullen. Mede op basis van dit uitgangspunt zijn samen met de Kamer EU-informatieafspraken opgesteld.2

Verzending en inhoud van geannoteerde agenda’s

Onderdeel van de EU-informatieafspraken vormt de verzending van geannoteerde agenda’s aan de Eerste en Tweede Kamer voorafgaand aan de formele en informele bijeenkomsten van de Raad van de Europese Unie en de Europese Raad, evenals de bijeenkomsten van de Eurogroep.3 Geannoteerde agenda’s worden in principe tenminste één week voorafgaand aan de bijeenkomst van de betreffende Raden aan de Eerste en Tweede Kamers verzonden, maar Kamercommissies kunnen in onderling overleg met de bewindspersoon van deze termijn afwijken. Bijvoorbeeld in het geval de agenda van de betreffende Raad op een zeer laat moment verschijnt of de bijeenkomst van de Raad vanwege de spoedeisendheid van de besluitvorming op een laat moment wordt ingepland.

Daarnaast bieden de geannoteerde agenda’s – conform de bestaande EU-informatieafspraken en in het belang van een effectief debat – informatie over zowel de (verwachte) besprekingen van de onderwerpen die op de Raden zijn geagendeerd, de kabinetsinzet daarop, een inschatting van het Europese krachtenveld en de ontwikkeling van de positie van het Europees Parlement in de besluitvorming over het betreffende dossier.

Gelet op de afhankelijkheid van de beschikbaarheid van de agenda’s voor de Raden en de beschikbaarheid van de inhoudelijke informatie over de punten op de agenda die de verantwoordelijke bewindspersonen in de geannoteerde agenda dienen op te nemen, waaronder het krachtenveld ten aanzien van specifieke onderwerpen, kan het kabinet niet voldoen aan het verzoek om anderhalve week voorafgaand aan een debat in de Tweede Kamer over een betreffende Raad de geannoteerde agenda aan de Kamer te versturen. Veelal is deze informatie pas beschikbaar nadat de laatste voorbesprekingen in Brussel op het niveau van ambassadeurs zijn afgerond. Te vroegtijdige informatievoorziening zou op dat moment inhoudelijk maar zeer beperkt en daarmee weinig effectief zijn.

In de praktijk zorgen de verantwoordelijke Ministers er voor dat de geannoteerde agenda’s de vrijdag voorafgaand aan de (commissie)debatten over de Raden worden verzonden. Indien er wezenlijke veranderingen in de agenda plaatsvinden nadat de geannoteerde agenda is verstuurd, zorgt de betreffende bewindspersoon er voor dat de Eerste en Tweede Kamer schriftelijk, dan wel mondeling tijdens een Commissiedebat, daarover alsnog worden geïnformeerd.

Conform de bestaande EU-informatieafspraken, die rekening houden met enerzijds de noodzaak voor de Eerste en Tweede Kamer om in een zo vroeg mogelijk stadium van EU-beleids- en besluitvorming te worden geïnformeerd en anderzijds de begrenzingen in de mogelijkheden in de informatievoorziening, zet het kabinet er zich voor in de Eerste en Tweede Kamer telkens zo tijdig en volledig mogelijk over de Raden informeren.

Ondergetekende zal naar aanleiding van uw verzoek het belang van tijdige toezending ook in de ministerraad aan de orde stellen en ook ambtelijk onder de aandacht brengen via de zogeheten Coördinatie-Commissie.

De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp


X Noot
1

Brief van de griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken van 3 oktober 2024 (Verzoek tijdige toezending geannoteerde agenda).

X Noot
2

Het overzicht van deze afspraken is opgenomen in de bijlage bij de Kamerbrief afspraken EU-informatievoorziening van juli 2020, Kamerstuk 22 112, nr. 2898. Zie vervolgens ook de toezegging van de Minister van Buitenlandse Zaken om non-papers die Nederland heeft mede ondertekend aan de beide Kamers te verzenden, Kamerstuk 22 112, nr. 3301.

X Noot
3

Kamerstuk 22 112, nr. 2898.

Naar boven