Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 maart 2023
Conform het verzoek van uw vaste commissie voor Financiën van 20 oktober 2022 om een
stand-van-zakenbrief over de financieel-economische effecten van het Fit for 55-pakket
te ontvangen, doe ik u deze brief toekomen.
Uw Kamer is sinds de publicatie van het Fit for 55-pakket door de Minister voor Klimaat
en Energie periodiek geïnformeerd over de stand van zaken van het krachtenveld en
het verloop van de onderhandelingen over de afzonderlijke Commissievoorstellen die
onderdeel uitmaken van het Fit for 55-pakket. Recent is er op een groot aantal van
de Fit for 55-wetsvoorstellen een akkoord bereikt, zoals op het ETS, Social Climate
Fund (SCF) en de koolstofheffing aan de grens (Carbon Border Adjustment Mechanism, CBAM). Een aantal wetsvoorstellen, zoals FuelEU Maritime, Refuel Aviation,
de verordening infrastructuur alternatieve brandstoffen (AFIR), Renewable Energy Directive
(RED) en de Energy Efficiency Directive (EED) bevindt zich nog in de triloogfase.
Over de herziening van de Richtlijn energiebelastingen (ETD) lopen de onderhandelingen
in Raadswerkgroepverband nog.
Zoals de Minister voor Klimaat en Energie heeft aangegeven in de Kamerbrief over het
voorlopig akkoord op de herziening van het EU ETS en het SCF1, is het komende tijd zaak om, gegeven de nationale verplichtingen die volgen uit
deze Europese wetgeving, het nationale klimaatbeleid onder de loep te nemen en aan
te vullen en aan te passen in lijn met deze Europese afspraken. Daarvoor is het Interdepartementale
Beleidsonderzoek (IBO) Klimaat gestart. Hierin zal ook gekeken worden naar de effecten
van deze Europese wetgeving.
De Minister voor Klimaat en Energie heeft de Kamer in de zesde periodieke Kamerbrief2 laten weten dat na vaststelling van het Fit for 55-pakket aan het einde van de trilogen,
waar mogelijk, verder in kaart zal worden gebracht wat de gevolgen van het pakket
op het nationale beleid zullen zijn, aansluitend op het reeds gestarte IBO Klimaat.
Hierbij wordt gekeken naar de verdeling van de opgave tussen sectoren, verwachte CO2-reductie, betaalbaarheid voor huishoudens, maatschappelijke organisaties en het mkb
en de financiële impact. Hierbij houdt het kabinet rekening met de motie van de leden
Boucke c.s.3
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij