22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 3105 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2021

De Europese Commissie heeft op 12 maart jl. een gerichte uitvraag gedaan bij de lidstaten van de Europese Unie ten behoeve van een (wetgevend) voorstel voor de bescherming en aanpak van gendergerelateerd en huiselijk geweld. Met inachtneming van de gemaakte afspraak in het Algemeen Overleg van 15 januari 2020 inzake informatievoorziening over Europese besluitvorming,1 bied ik u hierbij de (Engelstalige) reactie aan die ik, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, namens Nederland heb ingediend2. De reactie bestaat zowel uit de antwoorden op de gerichte uitvraag als uit een brief met een algemene reactie op het (wetgevend) voorstel3.

Het initiatief tot dit (wetgevende) voorstel van de Europese Commissie komt voort uit de doelen zoals gesteld in de Politieke Beleidslijnen van de voorzitter4 en de Europese Gendergelijkheidsstrategie 2020–2025.5 Daarbij bevestigt het voorstel de toezegging van de Commissie tot het toetreden van de Europese Unie tot het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (het Verdrag van Istanbul).

De Europese Commissie overweegt op dit moment verschillende scenario’s voor het (wetgevend) voorstel, variërend van een niet-wetgevend tot een compleet wetgevend voorstel. De verwachting is dat de Europese Commissie het voorstel in het vierde kwartaal van 2021 voor zal leggen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven