Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2020
U heeft mij gevraagd om de concept-reactie van Nederland ten aanzien van de publieke
consultatie van de ReFuel initiative te delen met uw Kamer zodat dit voorstel bij
het AO Transportraad besproken kan worden. Via deze brief wil ik u informeren dat
Nederland geen formele reactie zal geven op deze publieke consultatie. De positie
van Nederland ten aanzien van de ReFuel initiative is reeds op verschillende momenten
kenbaar gemaakt aan de Europese Commissie (EC).
Zo heb ik op 5 maart jl. samen met de Europese Commissie een workshop georganiseerd,
waarbij ik verschillende lidstaten uitgenodigd heb om na te denken over de manieren
waarop we de afname van duurzame kerosine zouden kunnen verhogen. Uit deze vergadering
vloeide een joint statement voort, dat getekend werd door Nederland, Spanje, Frankrijk,
Duitsland, Finland en Luxemburg. Hierover heb ik uw Kamer op 11 juni jl. geïnformeerd
(Kamerstuk 21 501-33, nr. 815). Deze gezamenlijke verklaring roept de Europese Commissie onder andere op om een
voorstel te doen voor een Europese bijmengverplichting, en vraagt de Commissie om
te investeren in de productie van E-fuels en innovatie van hybride en elektrische
vliegtuigen.
Daarnaast werk ik, in het kader van de Duurzame Luchtvaarttafel, aan een actieprogramma
waarin ik samen met de sector de plannen van Nederland met betrekking tot duurzame
kerosine kenbaar zal maken. Dit actieprogramma zal eind dit jaar gepresenteerd worden
en geeft mij opnieuw de gelegenheid om het Nederlandse standpunt ten aanzien van promotie
van duurzame brandstoffen op Europees niveau kenbaar te maken.
Wanneer de EC een voorstel doet naar aanleiding van deze consultatie, dan zal ik u
via de gebruikelijke procedure (BNC-fiche) informeren over de inbreng van het kabinet.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga