Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 februari 2020
In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Europese Zaken op donderdag
13 februari 2020 heeft de commissie aan mijn collega, de heer Blok, Minister van Buitenlandse
Zaken, gevraagd om een brief over het kabinetsbeleid ten aanzien van het vetorecht
van EU-lidstaten inzake energiebelastingen. De vaste commissie voor Europese Zaken
vraagt hoe het Nederlandse kabinetsbeleid zich verhoudt tot de aangenomen motie van
het lid Maeijer c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1920). Ook heeft de vaste commissie voor Europese zaken gevraagd de reactie te ontvangen
voor het plenair debat over de Europese Top inzake het Meerjarig Financieel Kader
2021–2027, dit debat zal plaatsvinden op dinsdagavond 18 februari 2020.
De nationale fiscale soevereiniteit is essentieel voor Nederland. In het verlengde
hiervan wordt de motie van het lid Maeijer c.s. van 8 november 2018 gerespecteerd.
In de Mededeling over de Europese Green Deal die de Commissie op 11 december 2019
heeft gepresenteerd geeft de Europese Commissie aan in 2021 te komen met een voorstel
tot aanpassing van de Richtlijn Energiebelastingen. De Europese Commissie is volgens
deze Mededeling van plan bij dit voorstel over te gaan op besluitvorming door middel
van gekwalificeerde meerderheid. Zoals het kabinet dit ook in de fiches over besluitvorming
in de fiscaliteit en besluitvorming bij energie- en klimaatbeleid1 heeft benoemd, kennen de EU-Verdragen bepaalde zware procedures om dit te bewerkstelligen.
Wat het kabinet in het BNC-fiche over de Europese Green Deal heeft opgenomen (Kamerstuk
35 377, nr. 1) en wat ik tijdens het AO Ecofin van 12 februari 2020 heb toegelicht is dat we hechten
aan de bovengenoemde uitgangspunten. Wanneer het voorstel voor herziening van de Richtlijn
energiebelastingen door de Europese Commissie wordt gepresenteerd, zal het kabinet
in dat licht een standpunt innemen, dat mede afhangt van de inhoud en reikwijdte van
het voorstel. De verwachting is dat dit medio 2021 zal zijn.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief