22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2660 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 juli 2018

Op 15 maart jongstleden heeft de vaste commissie voor Financiën vragen gesteld over mijn brief van 16 februari jongstleden inzake ontwikkelingen in de prudentiële en beloningsregels voor beleggingsondernemingen in Nederland die uitsluitend voor eigen rekening en met eigen middelen handelen en geen externe cliënten hebben (Kamerstuk 32 545, nr. 76). Daarbij zijn ook vragen gesteld over het BNC-fiche bij het Europese voorstel inzake een verordening en richtlijn herzien prudentieel kader beleggingsondernemingen (Kamerstuk 22 112, nr. 2485). Bijgaand stuur ik de antwoorden op deze vragen (zie Kamerstuk 32 545, nr. nr. 83).

Via deze weg reageer ik eveneens op de informatieafspraken die de vaste commissie voor Financiën mij op 30 maart jongstleden heeft voorgelegd in het kader van de Europese onderhandelingen over voornoemd Europees voorstel inzake een herzien prudentieel kader voor beleggingsondernemingen. Kort samengevat vraagt de vaste commissie voor Financiën mij om de Tweede Kamer periodiek te informeren over de voortgang van de onderhandelingen, de Kamer te consulteren voordat onomkeerbare stappen worden genomen in het onderhandelingsproces en na afronding van de onderhandelingen de Kamer een appreciatie te sturen van het bereikte akkoord.

Ik zal de Kamer op de hierboven beschreven wijze informeren. In ieder geval zal ik de Kamer over de voortgang informeren bij de wisseling van de voorzitterschappen. Onder het Bulgaarse voorzitterschap is een start gemaakt met de onderhandelingen en is de Raadswerkgroep afgelopen half jaar vijf keer samengekomen. In deze werkgroepen zijn verschillende onderdelen van het voorstel behandeld. Daarbij is met name gesproken over de categorisering en de nieuwe kapitaaleisen (K-factors). De voorstellen voor regels omtrent beloningsbeleid zijn nog niet apart behandeld. Wel heeft Nederland conform de motie-Leijten c.s.1 ingezet op strengere Europese beloningsregels voor banken naar Nederlands model. De Bulgaren dragen het stokje nu over aan de Oostenrijkers. De eerste Raadswerkgroep onder Oostenrijks voorzitterschap zal vermoedelijk in september plaatsvinden. Indien daar aanleiding toe is, zal ik uw Kamer ook tussendoor informeren. Net als ik uw Kamer een appreciatie van het bereikte onderhandelingsresultaat zal doen toekomen na zowel de Raadsonderhandelingen als de triloog.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Kamerstuk 21 501–07, nr. 1494

Naar boven