22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2492 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 februari 2018

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij zeven fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche: Actieplan verbeteren naleving milieuwetgeving en milieugovernance (Kamerstuk 22 112, nr. 2491)

Fiche: Mededeling Een Europese strategie voor kunststoffen in een circulair economie

Fiche: Mededeling: Monitoringraamwerk voor de Circulaire Economie (Kamerstuk 22 112, nr. 2493)

Fiche: Mededeling – Circulaire Economie: opties om te werken aan het snijvlak van chemicaliën-, product- en afvalwetgeving (Kamerstuk 22 112, nr. 2494)

Fiche: Richtlijn Havenontvangstvoorzieningen (Kamerstuk 22 112, nr. 2495)

Fiche: Wijziging BTW-richtlijn wat de btw-tarieven betreft (Kamerstuk 22 112, nr. 2496)

Fiche: Richtlijn BTW – bijzondere regeling voor kleine ondernemingen (Kamerstuk 22 112, nr. 2497)

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag

Fiche: Mededeling Een Europese strategie voor kunststoffen in een circulaire economie

1. Algemene gegevens

  • a) Titel voorstel

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees economisch en sociaal comité en het comité van de regio’s: een Europese strategie voor kunststoffen in een circulaire economie

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    16 januari 2018

  • c) Nr. Commissiedocument

    COM(2018) 28

  • d) EUR-Lex

    http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX:52018DC0028

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing

    SWD(2018) 16

  • f) Behandelingstraject Raad

    Milieuraad

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie

    Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

2. Essentie voorstel

De Europese Commissie heeft een strategie gepresenteerd waarmee zij het milieu en de volksgezondheid wil beschermen en tegelijkertijd de fundamenten wil leggen voor een circulaire kunststof economie.

In december 2015 heeft de Commissie een EU-actieplan voor een circulaire economie (CE) uitgebracht. In het actieplan merkt de Commissie plastics aan als een topprioriteit en verbindt zij zich ertoe «een strategie op te stellen voor de aanpak van de uitdagingen van plastics in de gehele waardeketen waarbij met de gehele levenscyclus rekening wordt gehouden».

Kunststof is belangrijk voor de Europese economie, maar het gebruik ervan leidt tegelijkertijd tot veel verspilling en vervuiling en de productie heeft een aanzienlijke klimaatimpact. Er is behoefte aan innovatie en een gedeelde visie om investeringen in de juiste (circulaire) richting te leiden. Voortbouwend op de eerdere werkzaamheden wil de Commissie met de EU-brede kunststoffenstrategie de kwestie snel aanpakken. Kunststof is een belangrijk materiaal in onze economie en ons dagelijks leven. Het is licht, sterk, flexibel en bespaart in transport en logistiek veel energie en CO2. Tegelijkertijd worden kunststoffen veelal geproduceerd, gebruikt en weggegooid ten koste van het milieu en zonder dat de economische voordelen van een meer «circulaire aanpak» worden benut. Om het functioneren van een dergelijke complexe waardeketen te hervormen en te verbeteren, moeten alle belangrijke actoren (van kunststofproducenten tot recyclers, detailhandelaren en consumenten) inspanningen leveren en nauw samenwerken.

Het doel van de Europese strategie voor kunststoffen is om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en tegelijkertijd de fundamenten te leggen voor een circulaire kunststof economie, waarin bij het ontwerp en de productie volledig rekening wordt gehouden met hergebruik, er hernieuwbare grondstoffen worden gebruikt zoals biomassa of recyclaat, reparatie en recycling en waarbij meer duurzame materialen worden ontwikkeld en toegepast. In de Europese strategie voor kunststoffen stelt de Commissie activiteiten voor die:

  • de kwaliteit versterken en recycling rendabeler maken;

  • zorgen voor minder kunststof afval;

  • investeringen en innovatie in de circulaire kunststof economie stimuleren en

  • een internationale transitie teweeg te brengen.

Binnen bovenstaande categorieën stelt de commissie in totaal 39 acties voor die worden beschreven in bijlage 1 van de mededeling. Daarnaast bevat bijlage 2 in totaal 23 aanbevelingen die kunnen worden doorgevoerd op nationaal niveau. Ten slotte bevat bijlage 3 een voorstel voor een «pledging campaign» die betrokkenen moet aansporen stappen te ondernemen met betrekking tot het terugdringen van kunststofafval.

De Europese strategie voor kunststoffen is onderdeel van een pakket dat de Commissie op 16 januari jl. heeft gepubliceerd om het EU-actieplan voor de circulaire economie verder te implementeren. Naast deze mededeling omvat dit pakket:

  • een mededeling over de interface tussen chemicaliën, producten en afval (COM (2018) 32);

  • een monitoringkader voor de circulaire economie COM (2018) 29);

  • een nieuwe richtlijn voor havenontvangstvoorzieningen (COM (2018) 33);

  • het werkdocument over kritieke grondstoffen en

  • het werkdocument over oxo-degradeerbare kunststoffen.

De hierboven genoemde mededelingen (COM (2018) 32 en COM (2018) 29) en het voorstel voor een nieuwe richtlijn inzake havenontvangstvoorzieningen (COM (2018) 33) zullen in separate BNC-fiches worden behandeld. De Commissie zal de werkzaamheden voor de herziening van de richtlijn betreffende verpakkingen en verpakkingsafval starten en richtsnoeren opstellen voor de gescheiden inzameling en sortering van afvalstoffen die in 2019 zullen worden uitgegeven. Hierover zullen te zijner tijd separate fiches worden gemaakt.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

De Europese strategie voor kunststoffen sluit aan op het nationale beleidsprogramma «Nederland Circulair in 2050», dat op 14 september 2016 is aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken 33 852 en 33 043, nr. 33) en op 5 oktober 2016 door de Tweede Kamer met instemming is ontvangen. Nederland wil de transitie naar de circulaire economie versnellen door gezamenlijk als maatschappelijke partijen te innoveren. Daarom is op 24 januari 2017 het Grondstoffenakkoord gesloten tussen de rijksoverheid en andere maatschappelijke partners, zoals het bedrijfsleven, de vakbeweging, decentrale overheden en NGO’s. De ondertekenaars van het Grondstoffenakkoord hebben sindsdien gezamenlijk vijf transitieagenda’s opgesteld rond vijf thema’s, waarvan één speciaal gericht op kunststoffen. De Tweede Kamer is hierover bij brief dd. 15 januari jl. geïnformeerd (Kamerstukken 33 852 en 33 043, nr. 53). Voor de zomer van 2018 wordt een kabinetsreactie naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarbij zal concreet worden aangegeven wat de inzet van het kabinet zal zijn als bijdrage aan de collectieve uitdaging zoals die in de transitieagenda’s zijn verwoord. Het regeerakkoord vormt daarvoor de basis. Daarin is aangegeven dat het rijksbrede programma circulaire economie en het Grondstoffenakkoord en de daaruit voortvloeiende transitieagenda’s als onderdeel van de klimaatopgave worden uitgevoerd.

Het Nederlandse beleid op gebied van kunststof is gericht op het sluiten van de kunststof kringloop door in te zetten op producentenverantwoordelijkheid, ketensamenwerking, betere recycleerbaarheid, hernieuwbare grondstoffen, het tegengaan van zwerfvuil, het stimuleren van zo hoogwaardig mogelijk hergebruik en het wegnemen van onbedoelde wettelijke belemmeringen.

De rijksoverheid stimuleert bijvoorbeeld bedrijven om meer duurzame verpakkingen te ontwikkelen die goed recyclebaar zijn. In de «Raamovereenkomst Verpakkingen» heeft de overheid afspraken gemaakt met gemeenten en bedrijven en winkels die (een deel van) hun producten verpakt verkopen over de periode 2013–2022. De afspraken gaan over:

  • verduurzaming van verpakkingen. Dit houdt in dat een bedrijf bij het ontwerp van verpakkingen al rekening houdt met recycling en het ontstaan van afval probeert te voorkomen;

  • meer en betere recycling van verpakkingen.

De aanpak van marien zwerfafval vindt tevens plaats door:

  • de implementatie van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM), waaronder Green Deals met scheepvaart, visserij en strandsector en de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden voor schone rivieren;

  • de implementatie van het OSPAR Regional Action Plan on Marine Litter (RAP ML); en

  • een groot aantal opruim- en schoonmaakinitiatieven als The Ocean Clean Up, Beach Clean Up Tour en Fishing for Litter.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Nederland deelt de analyse van Commissie over het belang van de kunststoffen strategie en de versnelling die noodzakelijk is voor de transitie naar de circulaire economie.

Nederland verwelkomt de mededeling van de Europese Commissie waarin zij aangeeft langs welke wegen het milieu beter kan worden beschermd, terwijl tegelijkertijd sociaaleconomische groei en innovatie wordt bevorderd. Nederland complimenteert de Commissie met het ambitieuze plan om de problematiek aan te pakken.

Gezien de complexiteit van de kunststofketen is een geïntegreerde aanpak noodzakelijk. Het is aan te bevelen om acties voor zowel de korte als de lange termijn te formuleren, die op elkaar aansluiten en waarbij voorkomen wordt dat nieuwe «lock-ins» worden gecreëerd die nieuwe innovaties in de weg staan. Nederland heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de (doorlooptijd van de) activiteiten, waarbij op een aantal acties concrete samenwerking zal kunnen worden gezocht. De uitdaging zit in de goede operationalisering van concrete maatregelen. Nederland pleit ervoor om de vaart erin te houden: in de doorontwikkeling van de mededeling en de start van de acties.

Nederland kan instemmen met de grote lijnen van de Europese kunststoffenstrategie. Nederland vraagt de Europese Commissie om de volgende punten mee te nemen in het vervolgproces:

Preventiemaatregelen

  • Het gebruik van kunststof blijft groeien. De druk op lokale, nationale en Europese partijen zal toenemen om meer inzet te plegen in het efficiënter gebruik van kunststoffen en het voorkomen van onnodig weglekken van kunststoffen in de productie- en gebruiksfase. Nederland pleit daarom voor meer concrete preventiemaatregelen.

  • Hierbij kan worden gedacht aan het voorkomen van onnodig gebruik, van minder produceren (van product naar dienst), meer circulair ontwerpen, het stimuleren van meermalig in plaats van eenmalig in te zetten producten en de inzet van natuurlijke alternatieven. Ook kan de potentie worden verkend van nieuwe (internet) technologie rond 3D printing, dit alles om productieketens wereldwijd te verkorten waarmee producten en onderdelen «op maat» en «just in time» geleverd kunnen worden, en op grondstofgebruik kan worden bezuinigd.

  • Nederland steunt in dit licht de aanpak die leidt tot minder gebruik van kunststofproducten en verpakkingen. Bij de inzet van Horizon2020 calls en Innovation Deals moeten innovaties die leiden tot zuiniger gebruik van kunststofproducten en verpakkingen extra worden gestimuleerd. Nederland stelt voor om de «de Ladder van Circulariteit»1 als vertrekpunt in de prioritering te gebruiken.

  • Kunststofproducenten werken aan materialen met een kleinere klimaatimpact door het vervangen van fossiele grondstoffen door biogrondstoffen en door het gebruik van CO2 als grondstof. Bioplastics passen goed in een circulaire economie, ze dragen bij aan minder CO2 uitstoot en aan het verlagen van de vraag naar fossiele grondstoffen. De Nederlandse industrie werkt met een vrijwillig systeem van duurzaamheidscriteria bij het gebruik van biomassa. Afspraken hierover in Europees verband zijn door de CEN (Comité Européen de Normalisation) in ontwikkeling. Nederland steunt de stimulering van innovatie van hernieuwbare plastics. Het verbeteren van de financiële stimulans van de lagere CO2 footprint van hernieuwbare plastics zou bekeken moeten worden.

Microplastics

  • Microplastics horen niet in het milieu. Toch worden zij overal aangetroffen. Nederland deelt de visie van de Commissie dat maatregelen nodig zijn ten aanzien van microplastics.

  • De aanpak van zwerfvuil als grootste bron van microplastics is belangrijk, voor de zeevaart, het toerisme, het ecosysteem, maar mogelijk ook voor de volksgezondheid. Nederland laat hier nader onderzoek naar doen. Het zou goed zijn als ook op Europees niveau meer diepgaand onderzoek wordt gedaan naar de gezondheidseffecten voor de mens.

  • Na zwerfvuil levert de slijtage van kunststofproducten de grootste bijdrage aan microplastics in het milieu. Slijtage is niet eenvoudig te beperken, daarvoor zal geïnvesteerd moeten worden in preventie, onderzoek, innovatie en circulair ontwerpen. Nederland vraagt hiervoor meer aandacht in de EU-kunststoffenstrategie.

  • Tenslotte ontstaan microplastics doordat deze bewust worden toegevoegd aan producten. De industrie kan zelf voor alternatieve materialen kiezen. In Nederland heeft 80% van de cosmeticabranche op vrijwillige basis hier gevolg aan gegeven. De Commissie stelt voor om verontreiniging door microplastics tegen te gaan, door een restrictieprocedure ten aanzien van het opzettelijk toevoegen van microplastics aan producten via REACH te starten. In Europa moet het de norm zijn dat producenten geen microplastics toevoegen aan producten. Nederland pleit daarom voor een helder Europees verbod op bewuste toevoeging van microplastics, om zo ook de achterblijvers in de industrie mee te nemen. Nederland zal zich hier actief voor inzetten.

  • Nederland vraagt zich af of REACH het meest effectieve instrument is om tot een dergelijke verbod te komen. De aarzeling van Nederland is gebaseerd op de systematiek van REACH, waarbij per stof aangetoond moet worden dat er een onaanvaardbaar risico is voor mens en milieu. Nederland acht deze benadering kwetsbaar.

Oxo-degradeerbare plastics

  • Zoals in het werkdocument van de Commissie duidelijk naar voren komt, hebben producenten van oxo-degradeerbare kunststoffen nooit kunnen aantonen dat deze kunststoffen niet schadelijk zijn voor het milieu. Oxo-degradeerbare kunststoffen zijn fossiele kunststoffen die door toevoegingen gemakkelijker uit elkaar vallen in microplastics. Nederland ziet daarom geen toegevoegde waarde in de toelating van oxo-degradeerbare plastics op de Europese markt.

  • Nederland pleit voor heldere regels. Ook hier zal de Europese Commissie een restrictieprocedure starten, waarbij wat Nederland betreft de inzet moet zijn om tot een verbod te komen waarbij oxo-degradeerbare plastics worden uitgefaseerd.

Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (EPR)

  • De strategie geeft aan dat uitgebreide producentenverantwoordelijkheid op nationaal niveau kan helpen om zwerfvuil tegen te gaan.

  • Nederland deelt deze mening en heeft dan ook steeds gepleit voor een eenduidig, geharmoniseerd EPR-stelsel dat bijdraagt aan een gelijk speelveld voor bedrijven en dat zorgdraagt voor meer prikkels voor producenten (ketenpartijen) om de kosten van inzameling en verwerking van zwerfvuil voor hun rekening te nemen. Tegelijkertijd kunnen de principes van circulair ontwerpen veel meer worden toegepast bij het op de markt brengen van producten.

  • Voor het bedrijfsleven kan EPR met andere prikkels aantrekkelijker zijn als men hiermee in staat is om vanuit een gelijk speelveld collectief te innoveren en effectieve en kostenefficiënte afspraken te maken over het organiseren van de voorkant van de keten (preventie, hergebruik, circulair ontwerp en reparatie), als aan de achterkant van de keten (retourlogistiek, sortering en recycling).

  • In het EU-afvalpakket is reeds ingezet op versterking van het EPR-instrument door minimumeisen voor EPR-systemen vast te leggen. Het gaat hierbij onder meer over eisen op het gebied van financiële transparantie en verantwoordelijkheden. Hiermee wordt gestreefd naar meer uniformiteit in de EU bij het toepassen van dit instrument. Ook wordt aandacht besteed aan de mogelijkheden om op basis van gedifferentieerde tarieven het meer circulair ontwerpen van producten te stimuleren. Nederland juicht deze ontwikkeling toe.

Gerecyclede content

  • Nederland is blij met de acties die de Commissie in de mededeling voorstelt om de vraag naar gerecycleerde kunststoffen te vergroten.

  • In de door de Commissie voorgestelde strategie gaat veel aandacht uit naar plastic verpakkingen. Dat is echter maar een deel van de geproduceerde en gebruikte kunststoffen in Europa (40%). Ook in andere sectoren (60%) kunnen meer circulaire initiatieven worden genomen zoals in de bouw, de automotive en de consumentenelektronica. Er is ook winst te boeken door recyclaat uit afgedankte verpakkingen in te zetten in andere sectoren en producten. Nederland roept de Commissie op om ook in deze sectoren initiatieven te nemen en te ondersteunen.

  • De Commissie stelt voor onderzoek te doen naar de mogelijkheid om nadere regels te stellen over het gehalte recycled kunststof in producten. Het kabinet zal de uitkomsten van dit onderzoek nauwgezet volgen, gegeven de relatie met de Verordening Bouwproducten: namelijk het mogelijk stellen van eisen aan producten terwijl nu alleen eisen aan de informatie over producten worden gesteld. Het huidig beleid stelt de bouwer/opdrachtgever vrij om te kiezen hoe hij de vereiste milieuprestatie realiseert. Hierbij wordt gekeken naar de milieuprestatie van een bouwwerk in plaats van producten.

  • Omdat kunststofproducten zo divers zijn, is een «one size fits all»-aanpak voor de mogelijke verplichting van een bepaald percentage kunststof recyclaat in product toepassingen niet wenselijk. Nederland ziet graag een ambitieuze maar haalbare aanpak voor alle sectoren, met passende maatregelen voor producten die een lange resp. een korte omloopsnelheid kennen.

Chemische recycling

  • De Commissie zet voornamelijk in op de mechanische recycling. Daardoor is het succes van de strategie afhankelijk van het realiseren van «design-for-recycling»: kunststofproducten zo ontwerpen dat ze goed mechanisch te recyclen zijn.

  • Nederland mist in de kunststoffenstrategie de onderkenning dat vormen van chemische recycling potentie hebben om een substantiële bijdrage te leveren aan de realisatie van de doelen van de EU-kunststoffenstrategie, waarbij kunststofafval wordt omgezet in elementaire chemische bouwstenen waaruit nieuwe kunststoffen geproduceerd kunnen worden. Als mechanische recycling wordt aangevuld met chemische recycling, kan de grote fractie kunststofafval die nu ongeschikt is voor recycling en verbrand wordt, alsnog in de keten gehouden worden. In Nederland komen momenteel veelbelovende innovaties rond chemische recycling op de markt. Zo kan in principe de gehele behoefte aan nieuw kunststof geproduceerd worden uit afval, zonder dat nog fossiele grondstoffen nodig zijn (aardolie). Hierdoor komen de doelstellingen voor Klimaatakkoord van Parijs en Circulaire Economie dichterbij.

  • De Nederlandse chemische sector ziet veel kansen in chemische recycling en vraagt om een meer integrale afweging van Europees afval- en klimaatbeleid.

Verpakkingen en inzamelsystemen

  • Nederland omarmt de doelstelling dat alle kunststofverpakkingen op de EU-markt tegen 2030 kunnen worden gerecycled.

  • Kwaliteit en samenstelling van kunststofverpakkingen, zowel bij het ontwerp als in de gebruiks- en afdankfase, zijn cruciaal voor het adequaat recyclen en in de kringloop houden van kunststof verpakkingsmateriaal. De verpakkende industrie heeft hierin een belangrijke verantwoordelijkheid, mede tot uiting komend in (nationale) EPR-schema’s voor verpakkingen.

  • Nederland steunt de in de strategie aangekondigde aanscherping van de essentiële eisen van verpakkingen en wil hier graag een actieve rol in spelen.

  • Nederland is nadrukkelijk geen voorstander van een gestandaardiseerd systeem voor de gescheiden inzameling en sortering van (kunststof) afval in de hele EU. Een inzamelsysteem moet aansluiten bij de lokale omstandigheden. Dit voornemen van de Commissie zal bij veel afval- en recyclingpartijen in Nederland op weerstand stuiten, gelet op de aantasting van de gemeentelijke bevoegdheid voor het afvalbeleid. Ook voor andere inzamelsystemen, verwijderingsbijdragen en voor statiegeldsystemen wil Nederland graag de vrijheid behouden om in overleg met bedrijfsleven en gemeenten, te kiezen welk systeem voor welke afvalstroom de beste keuze is.

  • Ook voor andere inzamelsystemen, verwijderingsbijdragen en voor statiegeldsystemen wil Nederland graag de vrijheid behouden om in overleg met bedrijfsleven en gemeenten, te kiezen welk systeem voor welke afvalstroom de beste keuze is.

  • In de Europese strategie staat expliciet benoemd dat burgers onderdeel zijn van de transformatie. De transitie naar een circulaire kunststof economie betreft misschien nog wel meer een maatschappelijke en dus sociale opgave, waar menselijk gedrag doorslaggevend is. Nederland ondersteunt deze actie op consumptiegedrag, maar vraagt zich af wat de Europese Commissie verwacht van de lidstaten op dit gebied.

Financiering

  • Nederland is blij met de extra ondersteuning (€ 100 miljoen) die in de mededeling al is toegezegd voor innovatie voor de ontwikkeling van slimmere en meer recyclebare kunststofmaterialen. Dit zal echter niet voldoende zijn om de transitie naar een circulaire economie te bevorderen.

  • Nederland onderschrijft de ingewikkeldheid van de toepassing van circulaire businessmodellen in het huidige economisch systeem. De Europese Commissie is van plan meer bewustwording te creëren» bij investeerders, maar Nederland pleit er daarnaast voor dat er meer nieuwe financiële arrangementen worden uitgedacht en in pilots worden uitgevoerd. Banken, beleggers en pensioenfondsen hebben al hun bereidheid uitgesproken om mee te helpen nieuwe circulaire businessmodellen uit te werken en daarin te gaan experimenteren.

  • Nederland staat terughoudend tegenover nieuwe eigen middelen voor de Europese Begroting. Het aangekondigde onderzoek van de Europese Commissie om de haalbaarheid van fiscale maatregelen voor kunststoffen zullen we hierbij afwachten.

Economische kansen

  • Voor de transitie naar de circulaire kunststofeconomie is het noodzakelijk dat technische-, sociale- én systeeminnovaties van de grond komen, waarbij nieuwe standaarden en versterking van de concurrentiekracht van het Europese bedrijfsleven het uitgangspunt worden. Elke lidstaat en elk bedrijf kan daaraan zijn bijdrage leveren. Nederland roept de Commissie op om de circulaire kunststofeconomie nog meer dan nu te benaderen vanuit economische kansen en transitiedynamiek, die meer bedrijvigheid en werkgelegenheid kunnen opleveren.

  • De Europese Commissie wil mondiaal een bijdrage leveren aan de transitie naar een circulaire kunststofeconomie door samen te werken met partners uit de hele wereld. Dit biedt kansen voor ons innovatieve bedrijfsleven. Nederland draagt hier graag aan bij en roept de Commissie op om ketensamenwerking met landen buiten de EU concreet vorm te geven.

  • Het programma «Make it Work» laat zien dat binnen bestaande EU-regelgeving al veel mogelijk is om innovaties succesvol op de markt te brengen. Nederland roept de Europese Commissie op om ook in het kader van kunststoffen, de aanpak van Make-it-Work in te zetten en zo ruimte te bieden voor de bedrijven die circulaire kunststofinnovaties op de markt willen brengen.

Vrijwillige toezegging

  • Nederland steunt de uitvraag «pledging campaign» naar het bedrijfsleven om zelf hun rol te nemen en in actie te komen in relatie tot de kunststof problematiek. De «pledging campaign» kan een goed instrument zijn als de ambitieuze toezeggingen van het bedrijfsleven worden nagekomen.

  • Nederland vraagt zich in dit licht af hoe de Europese Commissie bedrijven gaat aanspreken wanneer de resultaten ontoereikend zijn. Daarvoor is transparantie vereist, bijvoorbeeld in de vorm van een benchmark. Immers, voorkomen dient te worden dat pledges te vrijblijvend zijn.

  • Daarnaast pleit Nederland ervoor om te sturen op een actieve bijdrage van multinationals die grote invloed kunnen uitoefenen op hun internationale product- en materiaalketens.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Lidstaten hebben nog geen formele positie ingenomen, maar de eerste reacties zijn positief: lidstaten delen de analyse en verwelkomen de aanpak. Een aantal landen werkt aan een nationale kunststoffenagenda. Er zijn wel veel vragen, onder andere over de tijdlijn: de uitdaging zit in de goede operationalisering in concrete maatregelen op korte termijn. Andere vragen gaan over de uitwerking van de voorgestelde acties met betrekking tot single-use plastics, microplastics en oxo-degradeerbare plastics via REACH. Er zijn meer lidstaten die zich positief uitspreken over een helder «verbod» voor bewust toegevoegde microplastics en oxo-degradeerbare plastics en het nut van EPR-regelingen tegen zwerfvuil en andere productgroepen.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

Nederland heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid. Op basis van artikel 4 lid 2 sub a, e en i VWEU is er een gedeelde bevoegdheid voor de EU en lidstaten om op te treden op het terrein van de interne markt, milieu en energie. Terecht neemt de Europese Commissie hierin het initiatief.

b) Subsidiariteit

Nederland heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit van de mededeling. De vraagstukken rond kunststoffen vragen om gezamenlijke inzet van veel partijen op lokaal, nationaal, Europees en internationaal niveau. De mededeling versterkt nationale doelen en verbetert de concurrentiekracht. Op Europees niveau kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan het versterken van doelstellingen van afzonderlijke lidstaten. Gegeven de impact op de interne markt moeten er naast acties op nationaal ook op Europees niveau acties worden ondernomen. De Europese Commissie zal bijvoorbeeld een aantal normen en kaders moeten stellen, zoals de «beperkingen» op het gebied van microplastics en oxo-degradeerbare plastics. Daarnaast pleit Nederland voor meer EU-normering op het gebied van EPR, circulair ontwerpen en kwaliteitstandaarden, juist om een gelijk speelveld voor het Europese bedrijfsleven te garanderen.

c) Proportionaliteit

Nederland heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit van de maatregelen. De aangekondigde acties gaan niet verder dan strik noodzakelijk. Immers, om de overstap te maken naar een volledig circulaire economie, zullen stappen ondernomen moeten worden in de door de Commissie geïdentificeerde categorieën aan activiteiten.

d) Financiële gevolgen

De mededeling is beleidsmatig en heeft geen inherente gevolgen voor de nationale begroting. Binnen Horizon 2020 zal 100 miljoen worden toegekend t.b.v. prioritaire acties binnen de strategie. Eventuele financiële gevolgen zullen worden ingepast op de begroting van het verantwoordelijke departement.

e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

De mededeling is beleidsmatig en heeft vooralsnog geen inherente gevolgen voor de Nederlandse overheid. Eventuele uit de strategie voortkomende regelgeving zal dit mogelijk wel hebben en zal te zijner tijd nader worden geëvalueerd in dit opzicht.


X Noot
1

De 10 niveaus van Circulariteit: Refuse, Reduce, Redesign, Re-use, Repair, Refurbish, Remanufacture, Re-purpose, Recycle, Recover.

Naar boven