Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 22112 nr. 2487 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 22112 nr. 2487 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2018
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij drie fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Verordening en richtlijn herzien prudentieel kader Beleggingsondernemingen (Kamerstuk 22 112, nr. 2485)
Fiche: Richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden (Kamerstuk 22 112, nr. 2486)
Fiche: Mededeling EU Irak-strategie
Voor de volgende COM-documenten is besloten geen BNC fiche op te stellen:
– COM(2017)731 – Verordening betreffende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde goederen van de soort die wordt aangebracht aan of wordt gebruikt in luchtvaartuigen, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1147/2002.
– COM(2017)734: Verordening van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vestigingsplaats van de zetel van de Europese Bankautoriteit.
– COM (2017)783 – Richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de verplichting tot inachtneming van een ondergrens voor het normale tarief.
– COM (2017) 792 – Richtlijn tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/97 wat betreft de toepassingsdatum van de omzettingsmaatregelen van de lidstaten.
Reden hiervoor is dat in de bovengenoemde COM-documenten door de Commissie geen nieuwe beleidsvoornemens of regelgeving wordt aangekondigd.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag
a) Titel voorstel:
Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad: Elementen voor een EU-strategie voor Irak
b) Datum ontvangst Commissiedocument:
8 januari 2018
c) Nr. Commissiedocument
JOIN(2018) 1
d) EUR-Lex
http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?qid=1516025191789&uri=CELEX:52018JC0001
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
N.v.t.
f) Behandelingstraject Raad
Raad Buitenlandse Zaken
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
De Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger(HV) introduceren in deze mededeling een nieuwe strategie voor de relatie tussen de EU en Irak voor de komende vijf jaar. Deze nieuwe strategie bouwt voort op de regionale EU-strategie voor Syrië en Irak en de strijd tegen ISIS1 uit 20152. De nieuwe Irak-strategie gaat in op de bredere uitdagingen in Irak (voornamelijk terugkeer ontheemden, stabiliteit en verzoening), in lijn met prioriteiten van de Iraakse regering. Het doel van de strategie is het versterken van de rol van de EU in Irak ter ondersteuning van stabilisatie en wederopbouw van het land, binnen de kaders van het EU-Irak partnerschap zoals vastgelegd in de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst3 en in nauwe samenwerking met de Iraakse regering.
Strategische doelstellingen
De EU heeft een aantal strategische doelstellingen geformuleerd die als uitgangspunt zullen dienen voor de steun die zij de komende vijf jaar aan Irak zal verlenen:
– Behoud van eenheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Irak;
– Bevordering van een evenwichtig en democratisch bestuurssysteem;
– Ondersteuning aan humanitaire hulp, herstel, stabilisering, ontwikkeling en wederopbouw;
– Bevordering van duurzame en inclusieve economische groei;
– Ondersteuning van de nationale identiteit en verzoening;
– Bevordering van een effectief en onafhankelijk justitieel stelsel;
– Instelling van een migratiedialoog;
– Ondersteuning van goede betrekkingen van Irak en buurlanden;
– Nastreven van een sterk partnerschap tussen de EU en Irak.
Op basis van deze strategische doelstellingen, zullen de volgende doelen moeten worden nagestreefd en acties worden ondernomen:
– Voortzetting van de humanitaire hulp en de ondersteuning van de weerbaarheid voor Iraakse burgers die langdurig ontheemd zijn;
– Bijdragen tot de stabilisering van bevrijde gebieden en snel herstel met het oog op de veilige, vrijwillige en waardige terugkeer.
– Herstructurering en ondersteuning van de civiele veiligheidssector, ook op het gebied van terrorismebestrijding;
– Politieke hervormingen, goed bestuur, mensenrechten en verzoening;
– Beslechting van geschillen tussen de federale regering en de Koerdische regionale regering door middel van een constructieve dialoog;
– Economische en financiële hervormingen en handel;
– Steun voor een doeltreffend en onafhankelijk justitieel stelsel en overgangsjustitie;
– Steun voor inclusief, rechtvaardig en hoogwaardig onderwijs;
– Migratiebeheer.
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet voert een geïntegreerd beleid op Irak en draagt met militaire, diplomatieke, humanitaire en stabilisatie instrumenten bij aan bevordering van de stabiliteit van het land. De Kamer werd tevens geïnformeerd over de Nederlandse inzet ten aanzien van de EU-Irak strategie middels de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 11 december 20174. Nederland heeft belang bij een stabiel Irak vanwege de dreiging van terrorisme, de terugkeer van vluchtelingen en Iraakse onderdanen vanuit de regio en de EU, binnenlandse ontheemden en het risico op een nieuwe vluchtelingen- en/of migrantengolf (ook richting Europa). Nu ISIS in Irak vrijwel geen gebied meer in handen heeft, verschuift de aandacht naar andere grote uitdagingen op de korte en langere termijn. Irak komt nu in een transitiefase, waarbij aandacht voor humanitaire hulp, ontmijning, stabilisatie, psychosociale hulp, mensenrechten, accountability en het tegengaan van gewelddadig extremisme voorlopig van belang blijven, maar tegelijkertijd begonnen wordt met wederopbouw. Het kabinet is van mening dat Irak als middeninkomensland zelf hoofdverantwoordelijke is voor de wederopbouw van het land, maar zoekt daarbinnen wel naar niches om dit proces te ondersteunen. In lijn met het regeerakkoord, zoekt het kabinet momenteel naar bredere mogelijkheden om met Irak samen te werken, bijvoorbeeld op het gebied van economische wederopbouw en migratie.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet onderschrijft de doelstellingen van de strategie en acht het positief dat de EU in deze snel veranderende realiteit een nieuwe strategie ontwikkelt. Het is goed dat de EU vooruitkijkt en zich voorbereidt op toekomstige uitdagingen op de korte en lange termijn.
De strategie is uitgebracht in de vorm van een gezamenlijke mededeling van de Commissie en Hoge Vertegenwoordiger. Het kabinet heeft zich in het informele schrijfproces (onder andere via de raadswerkgroepen) met succes ingezet voor het opnemen van een aantal belangrijke aspecten in de strategie. Zo staat er in de huidige strategie, dankzij Nederlandse inzet, een heldere vermelding van migratie, bijzondere aandacht voor (religieuze) minderheden en de noodzaak van dialoog tussen Bagdad en Erbil. De Raad heeft de Strategie in raadsconclusies (Raad Buitenlandse Zaken 22 januari jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1819)) omarmd. In deze conclusies zijn de volgende aspecten, mede door Nederlandse inzet, opgenomen als aanvulling op de strategie:
– Aandacht voor veilige, vrijwillige en waardige terugkeer.
– Oproep tot (her)instellen van het moratorium op de doodstraf.
– Noodzaak van accountability voor alle partijen, niet alleen ISIS.
– Bijzondere aandacht voor (religieuze) minderheden in de gehele tekst.
– Gedeelde verantwoordelijk van Bagdad en Erbil tot dialoog.
Het kabinet wil waken voor een te brede EU-inzet, die zich disproportioneel verhoudt tot de zeer beperkte capaciteit van de EU in Irak zelf (zowel in Bagdad als Erbil). Nederland heeft in dit kader benadrukt dat ook zichtbaarheid van EU-inzet, in aanvulling op de strategie, de nodige aandacht verdient.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
EU-lidstaten zijn over het algemeen eensgezind op het Irak-dossier en grotendeels positief over de strategie. Alle EU-lidstaten zijn voor behoud van de eenheid van Irak en voorstanders van de coalitie missie in Irak. EU-lidstaten delen daarbovenop het belang voor een duurzame strijd tegen ISIS en stabilisatie in Irak ter voorkoming van een blijvende ring van instabiliteit rond Europa en een toename van het aantal Iraakse burgers dat op irreguliere wijze naar de EU probeert te komen. De Nederlandse inzet om migratie als prioriteit te benoemen werd dan ook breed gesteund door het merendeel van de EU-lidstaten. Het merendeel van de lidstaten, waaronder Nederland, is daarbij van mening dat een zichtbaarder EU-profiel in Irak ten gunste zou zijn van de inzet.
In het Europees Parlement is de strategie nog niet aan de orde geweest.
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De mededeling omvat meerdere beleidsterreinen van de EU. Deze ziet op ontwikkelingssamenwerking, de Ruimte van Vrijheid, Veiligheid en Recht (RVVR), terrorismebestrijding en het Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheidsbeleid (GBVB), meer specifiek het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB). Dit zijn gedeelde bevoegdheden van de EU en de lidstaten (artikel 2, lid 4 VWEU voor het GBVB/GVDB, artikel 4, lid 4, VWEU voor ontwikkelingssamenwerking en artikel 4, lid 2, j VWEU voor de RVVR). Voor ontwikkelingssamenwerking (artikel 4, lid 4 VWEU) geldt dat de lidstaten (parallel aan de Unie) bevoegd blijven hun eigen beleid te voeren. Voor het GBVB/GVDB (artikel 2, lid 4 VWEU) geldt dat de lidstaten bevoegd zijn om extern naast de Unie op te treden.
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit is positief. Gelet op de grote belangen van de EU bij een stabiel Irak en het transnationale karakter van de consequenties van aanhoudende instabiliteit (met name op het gebied van migratie) is een uniforme Europese aanpak noodzakelijk, aanvullend op de inzet van individuele lidstaten. De EU kan vanwege haar gewicht en scala aan instrumenten, meer bereiken dan individuele lidstaten afzonderlijk.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief. De voorgestelde inzet is volgens Nederland noodzakelijk en evenredig om de gezamenlijke doelen te bereiken. Om concreet invulling te geven aan de rol van de EU in het kader van het GBVB en een optimale synergie te zoeken met de inzet van lidstaten, is het logisch en noodzakelijk om strategische uitgangspunten te formuleren. De EU gaat hierin niet verder dan op dit moment haalbaar is door het bestaand instrumentarium voor dergelijke doeleinden in te zetten.
d) Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële consequenties voor de Nederlandse begroting. Als deze mededeling toch budgettaire gevolgen voor Nederland zou hebben, worden deze ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline. In de mededeling worden de lijnen weergegeven van een toekomstige inzet, zonder hier de financiële implicaties van te schetsen. Deze zullen dus in het kader van de huidige instrumenten een plaats moeten krijgen.
Nederland is van mening dat de EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de EU-jaarbegroting.
e) Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht
Er zijn geen gevolgen t.a.v. regeldruk en administratieve lasten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22112-2487.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.