22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2438 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 december 2017

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij vier fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche: Mededeling Betere Regelgeving (Kamerstuk 22 112, nr. 2435)

Fiche: Herziene richtlijn schone en energiezuinige wegvoertuigen (Kamerstuk 22 112, nr. 2436)

Fiche: Mededeling en Verordening Investeringstoets (Kamerstuk 22 112, nr. 2437)

Fiche: Aanbeveling mandaten handelsakkoorden Australië en Nieuw-Zeeland

De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra

Fiche: Aanbeveling mandaten handelsakkoorden Australië en Nieuw-Zeeland

1. Algemene gegevens

2. Essentie voorstel

De aanbeveling maakt deel uit van het handelspakket dat Commissievoorzitter Juncker presenteerde tijdens zijn «State of the European Union» op 13 september 2017. In het voorstel doet de Commissie de aanbeveling aan de Raad om de start van onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten met respectievelijk Australië en Nieuw-Zeeland goed te keuren en de Commissie onderhandelingsrichtsnoeren mee te geven. Deze aanbeveling wordt nu in de Raad besproken en op basis van deze bespreking wordt het definitieve onderhandelingsmandaat vastgesteld. Op basis van dat mandaat kan de Commissie vervolgens de onderhandelingen starten.

De onderhandelingen beogen in de eerste plaats gunstigere omstandigheden te creëren voor een verdere toename van de handel en investeringen tussen de EU en Nieuw-Zeeland respectievelijk Australië. Beide landen hebben tal van vrijhandelsovereenkomsten gesloten met andere landen zoals de VS, Zuid-Korea, Japan, Chili en de ASEAN landen1, maar de EU heeft nog geen bilaterale vrijhandelsovereenkomst met een van hen. Ondernemingen in de EU hebben daardoor relatief minder gunstige voorwaarden voor toegang tot de Nieuw-Zeelandse en Australische markten. Doel van dit initiatief is om een gelijk speelveld tot stand te brengen met andere landen die door hun vrijhandelsovereenkomsten met Nieuw-Zeeland en Australië al een preferentiële behandeling genieten.

De Commissie stelt voor om zogenaamde «EU-only»2 handelsakkoorden met respectievelijk Nieuw-Zeeland en Australië af te sluiten. Volgens de concept-onderhandelingsrichtsnoeren moeten de overeenkomsten daarom uitsluitend bepalingen bevatten op aan handel en directe buitenlandse investeringen gerelateerde gebieden. De Commissie stelt geen (concept)bepalingen voor t.a.v. indirecte investeringen en investeringsgeschillenbeslechting tussen staten en investeerders, welke een overeenkomst tot een zogenaamd «gemengd akkoord» zouden maken.

In de onderhandelingsrichtsnoeren wordt de inzet t.a.v. de inhoud van het akkoord uiteengezet. Daarin zijn o.a. dierenwelzijn prominent opgenomen, alsmede nieuwe bepalingen over anti-fraude, «management of administrative errors» en een hoofdstuk over consumentenbescherming. Verder geeft het mandaat de Commissie het recht om evt. andere onderwerpen voor te stellen voor opname in het akkoord.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Nederland is voorstander van brede en ambitieuze EU-handelsakkoorden die tarifaire en non-tarifaire handelsbarrières afbreken en bijdragen aan inclusieve, duurzame en klimaat-neutrale economische groei binnen de huidige bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en de lidstaten.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Voor Nederland zijn Nieuw-Zeeland en Australië sterke partners die de Europese standpunten en waarden op vele onderwerpen delen en een belangrijke rol spelen in de regio Azië-stille oceaan. De voorgestelde nauwere economische samenwerking met Nieuw-Zeeland en Australië kan een belangrijke impuls geven aan het bevorderen van de inclusieve, duurzame en klimaat-neutrale economische groeiagenda. Daarnaast vormt voor Nederland het sluiten van een handelsakkoord een bevestiging van de nauwe politieke banden tussen de EU en Nieuw-Zeeland respectievelijk Australië. Vanuit dit oogpunt verwelkomt Nederland dan ook de voorgenomen nauwere economische integratie.

Nederland verwelkomt dat in de onderhandelingsrichtlijnen is opgenomen dat de vrijhandelsakkoorden moeten bijdragen aan het toenemen van duurzame en inclusieve sociale welvaart. De akkoorden zouden moeten bijdragen aan de Sustainable Development Goals en de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs. Hoewel tarifaire en non-tarifaire handelsbelemmeringen zoveel mogelijk moeten worden weggenomen, mag er geen afbreuk worden gedaan aan het Europese beschermingsniveau en zal Nederland vasthouden aan het uitgangspunt dat het mogelijk blijft voor de EU en haar lidstaten haar hoge beschermingsniveaus ten aanzien van onder andere milieu, volksgezondheid, voedselveiligheid, dier- en plantgezondheid, Antimicrobiële resistentie (AMR) en dierenwelzijn te handhaven. Nederland zal dit standpunt uitdragen en hecht hierbij belang aan het bevorderen van een gelijk speelveld en verdere samenwerking op dit vlak.

Transparantie en draagvlak zijn essentieel voor de uitvoering en verbetering van het gemeenschappelijk handelsbeleid. Nederland zal zich ervoor inzetten dat de onderhandelingen zo transparant mogelijk verlopen. Nederland verwelkomt de publicatie van het concept onderhandelingsmandaat door Europese Commissie en is voorstander van het publiceren van het uiteindelijke onderhandelingsmandaat zoals vastgesteld door de Raad.

Het EU-Hof heeft in Advies 2/15 over het EU-handelsakkoord met Singapore bepaald dat afspraken over indirecte investeringen en over het mechanisme voor de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten buiten de exclusieve EU-bevoegdheden vallen. De Europese Commissie heeft deze onderwerpen niet opgenomen in de concept-mandaten voor de onderhandelingen met Australië en Nieuw-Zeeland. Het kabinet ziet geen noodzaak om met Australië en Nieuw-Zeeland afspraken te maken over investeringsbescherming.

Het voorgestelde mandaat geeft de Commissie het recht om eventueel andere onderwerpen op te nemen in het akkoord. Hierbij moet rekening worden gehouden met het advies van het Europese Hof van Justitie in de Singapore-zaak (advies 2/15).

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Er is binnen de Raad brede steun voor het openen van onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord met Nieuw-Zeeland respectievelijk Australië.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

De Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid is positief. Op grond van artikel 218, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) kan de Commissie aanbevelingen doen aan de Raad voor de vaststelling van een Raadsbesluit waarbij machtiging wordt gegeven om onderhandelingen te openen met derde landen of internationale organisaties en de onderhandelaar namens de Unie aan te wijzen. Op grond van art. 218, lid 4, VWEU kan de Raad de onderhandelaar onderhandelingsrichtsnoeren meegeven en een bijzonder comité aanwijzen in overleg waarmee de onderhandelingen moeten worden gevoerd.

Op grond van artikel 3, lid 1, onder e, VWEU heeft de Unie een exclusieve bevoegdheid op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek. Het onderhandelen over handelsovereenkomsten valt onder de gemeenschappelijke handelspolitiek.

Hierbij zij benadrukt dat, wanneer de overeenkomst is uit onderhandeld, de rechtsgrondslagen van de Uniehandelingen tot ondertekening en sluiting van de overeenkomst, apart beoordeeld moeten op basis van de uiteindelijke tekst (in het bijzonder het doel en de inhoud van de overeenkomst).

b) Subsidiariteit

Niet van toepassing, gegeven de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie ten aanzien van de gemeenschappelijke handelspolitiek.

c) Proportionaliteit

De Nederlandse grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit is positief. In de mededeling stelt de Commissie aan de Raad voor haar te mandateren onderhandelingen te openen voor het afsluiten van parallelle vrijhandelsakkoorden met Australië en Nieuw-Zeeland. Om te komen tot een vrijhandelsakkoord is deze machtiging noodzakelijk evenals het meegeven van onderhandelingsrichtsnoeren. Het voorgestelde mandaat is geschikt en gaat niet verder dan noodzakelijk om gunstiger omstandigheden te creëren voor een verdere toename van de handel en directe investeringen tussen de EU en respectievelijk Nieuw-Zeeland en Australië.

d) Financiële gevolgen

De vrijhandelsovereenkomsten zullen vanwege de tariefliberalisering beperkte negatieve gevolgen hebben voor de begroting van de EU wat de douanetarieven betreft. Nederland is van mening dat de middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.

e) Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht

Er worden geen significante gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten verwacht. De precieze gevolgen voor de concurrentiekracht zijn op dit moment nog moeilijk in te schatten, aangezien het gaat om concept onderhandelingsrichtlijnen en e.e.a. afhankelijk is van het uiteindelijke akkoord. In het algemeen zal de verbeterde markttoegang de concurrentiepositie van het Nederlands bedrijfsleven versterken en de schatting is dat de Nederlandse export naar Australië zou verdrievoudigen. De export naar Nieuw-Zeeland zal eveneens verdrievoudigen, maar is in absolute zin van beperktere omvang.3


X Noot
1

Filipijnen, Indonesië, Maleisië, Singapore, Thailand, Brunei, Cambodja, Laos, Myanmar en Vietnam.

X Noot
2

D.w.z. Een akkoord tussen de EU enerzijds en een derde land of een internationale organisatie anderzijds. De lidstaten zijn geen partij bij een EU-only akkoord.

X Noot
3

SEO study – Impact of Six EU Free Trade Agreements on the Dutch Economy

Naar boven