22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2432 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2017

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 2 fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche: Mededeling Actieplan CBRN paraatheid en EU-coördinatie

Fiche: Mededeling bescherming openbare ruimten (Kamerstuk 22 112, nr. 2433)

De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra

Fiche: Mededeling Actieplan CBRN paraatheid en EU-coördinatie

1. Algemene gegevens

  • a) Titel voorstel

    Mededeling «Actieplan ter verbetering van de paraatheid, veerkracht en coördinatie op EU-niveau op het gebied van aanvallen met chemische, biologische, radiologische en nucleaire materialen.

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    19 oktober 2017

  • c) Nr. Commissiedocument

    COM (2017) 610

  • d) EUR-Lex

    http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52017DC0610&qid=1509520757929&from=NL

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing

    Er is geen impact assessment opgesteld.

  • f) Behandelingstraject Raad

    Raad Justitie en Binnenlandse Zaken

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie

    Ministerie van Justitie en Veiligheid

2. Essentie voorstel

Alhoewel er in Europa nog geen terroristische aanslag is geweest, waarbij chemische, biologische, radioactieve of nucleaire middelen zijn gebruikt, bestaan er indicaties dat terroristische organisaties deze middelen pogen te bemachtigen en de kennis en kunde hebben om ze te gebruiken. Zo heeft de terroristische organisatie de Islamitische Staat in Irak en de Levant (ISIL of IS) eerder in Syrië gebruikt gemaakt van (zelfgeproduceerde) chemische wapens. Alhoewel de kans op een soortgelijke aanslag in Europa klein blijft dienen passende maatregelen genomen te worden, gezien de potentieel enorme impact op de bevolking en samenleving, en de subsequente financiële schade bij een chemische, biologische of radiologische/nucleaire (CBRN) aanslag.

De EU-lidstaten zijn zelf verantwoordelijk voor het tegengaan van deze dreiging, maar de Europese Commissie tracht de Europese samenwerking op het gebied van CBRN-veiligheid te vergroten. Het Actieplan ter verbetering van de paraatheid, veerkracht en coördinatie op EU-niveau op het gebied van aanslagen met chemische, biologische, radiologische en nucleaire materialen (hierna: het Actieplan) biedt maatregelen die lidstaten hierin kunnen ondersteunen. Deelname aan de initiatieven in het actieplan is op vrijwillige basis. Het voorliggende Actieplan bouwt voort op het reeds bestaande CBRN Actieplan dat liep van 2010–2015. Hierbij komt de nadruk te liggen op het voorkomen van, verdedigen tegen en reageren op CBRN-dreigingen en aanslagen.

De doelen van het Actieplan zijn vierledig. Allereerst wordt aanbevolen maatregelen te nemen om de beschikbaarheid van CBRN-middelen en toegang tot CBRN-locaties te (voor kwaadwillenden) belemmeren. Lidstaten worden aangemoedigd om stelselmatig CBRN-informatie uit te wisselen via het European Bomb Data System (EBDS) en de database van incidenten en smokkel (IATB) van het Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA). Daarnaast worden lidstaten aangemoedigd de uitwisseling van douane-informatie en awareness te verbeteren (met inachtneming van de daarvoor geldende voorwaarden), EU-exportcontroles te versterken en de doorlichting van personeel van instellingen waar met CBRN-materialen wordt gewerkt te verbeteren.

Het tweede doel van de Europese Commissie is het verstevigen van de paraatheid en respons bij CBRN-incidenten te verstevigen. Hiertoe wordt onder andere ingezet op het identificeren van gaten in de capaciteiten van lidstaten, het versterken van de onderlinge samenwerking op het gebied van trainingen en oefeningen, het promoten van minimale standaarden en, waar nodig, extra budget voor transnationale projecten vrij te maken. Tevens wordt getracht de beschikbaarheid en ontwikkeling van vaccins te vergroten.

Het derde doel van het Actieplan betreft de versterking van interne-externe relaties en het betrekken van regionale en internationale partners. Onder meer wordt voorgesteld om te investeren in versterkte samenwerking met strategische partners en multilaterale instellingen (NAVO, Interpol, IAEA, OPCW, UNODA, BWC ICU). Daarnaast wordt voorgesteld om meer aan capaciteitsopbouw te doen in derde landen, in samenwerking met bijvoorbeeld Interpol en de OPCW. Ook kan potentiele dreiging van verwerven en inzet CBRN-middelen door terroristische groeperingen worden meegenomen in de reeds bestaande CT/veiligheidsdialogen met derde landen te versterken.

Als vierde doel stelt de Europese Commissie maatregelen voor om de aanwezige CBRN-expertise beter te ontsluiten en waar nodig door te ontwikkelen. Voorgesteld wordt om op vrijwillige basis onder meer om een CBRN-ondersteuningsnetwerk op te richten. Dit netwerk, samengesteld uit reeds bestaande nationale CBRN-kenniscentra, geeft advies aan de CBRN Advisory Group van de Europese Commissie. Tevens wordt voorgesteld om een kenniscentrum voor deze stoffen op te zetten in het kader van het reeds bestaande Europees centrum voor terrorismebestrijding binnen Europol. Het betreffen nadrukkelijk geen nieuw op te richten agentschap.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Ten aanzien van de versteviging van de paraatheid en respons op mogelijke CBRN-aanslagen en incidenten zet Nederland in op verdere professionalisering van juist de multidisciplinaire inzet mogelijkheden van de (nationale) operationele partijen, waaronder brandweer, politie, geneeskundige diensten, defensie, forensische opsporing, milieu- en inspectiediensten. Een CBRN-incident is bij uitstek een voorbeeld waar operationele partners het samen zullen moeten doen. In de afgelopen jaren is via gezamenlijke actualisatie van onder meer protocollen en werkwijzen, waar mogelijk bundeling van krachten c.q. integratie van diensten en de realisatie van het Nationaal Trainingscentrum (NTC) CBRN ingezet op een verdere professionalisering van het netwerk van samenwerkende partijen.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Nederland staat in beginsel positief tegenover deze mededeling van de Europese Commissie. Het beschermen tegen CBRN-dreigingen is de verantwoordelijkheid van de lidstaten; de Commissie kan een ondersteunende rol spelen juist door expertise en ervaringen bij elkaar te brengen en te ontsluiten voor de lidstaten. Het is aan de lidstaten om te bepalen hoe e.e.a. benut kan worden bij het beschermen tegen CBRN-dreigingen en de voorbereiding hierop. De inzet van de Commissie zou zich dan ook met name moeten richten op het ontsluiten van kennis en ervaringen. De realisatie van daadwerkelijke inzet van capaciteit is aan de lidstaten (al dan niet in onderling overleg, grensoverschrijdende samenwerking). Internationale bijstand kan reeds via de reguliere mechanismen worden ingeroepen en ingezet. De prioriteit en het uitgangspunt bij daadwerkelijke operationele inzet van hulpdiensten is het redden van slachtoffers en het voorkomen van verdere verspreiding van CBRN-materiaal. Veel van de voorgestelde maatregelen in het Europese beleidspakket zijn in Nederland dan ook al op enige wijze verricht.

Op basis van de nationale verantwoordelijkheid bestaan er tussen de lidstaten verschillen in de organisatie van de (CBRN) hulpverlening. Belangrijk is dat buurlanden elkaars operationele capaciteit en begripsdefinities begrijpen ten behoeve van grensoverschrijdende bijstand. Vanuit een benadering gericht op alle risico’s (zowel ten aanzien van aanslagen als ongelukken) wordt invulling gegeven aan de samenwerking tussen de verschillende partijen die bij een CBRN-incident zijn betrokken. Hierbij wordt uitgegaan van het aanvullen van elkaars capaciteiten en de continuïteit van de inzet. Nederland ziet een kans voor de EU om door middel van het uitwisselen van kennis, ervaring, best practices over praktijk inzet en gezamenlijk oefenen, de nationale responsorganisaties te versterken.

Voorts stelt de Commissie voor om harmonisatie aan te moedigen via normalisatie en certificering voor producten en systemen inzake CBRN-beveiliging. Opgemerkt moet worden dat Nederland van mening is dat de Europese Commissie erg sterk inzet op detectie (ten opzichte van bijvoorbeeld het creëren van awareness en internationale samenwerking).

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Naar verwachting zullen de EU-lidstaten de mededeling van de Europese Commissie verwelkomen.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

Op grond van artikel 6 VWEU heeft de EU een aanvullende bevoegdheid op het gebied van de civiele bescherming. Dat wil zeggen dat de Unie bevoegd is om met betrekking tot de Europese dimensie van civiele bescherming het optreden van de lidstaten te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen. Dit actieplan heeft ten doel de Europese samenwerking te bevorderen om tot betere CBRN-beveiliging te komen, met focus op preventie, paraatheid en respons met betrekking tot CBRN-dreigingen en -aanslagen. Op deze manier zien de maatregelen in deze mededeling erop toe de lidstaten te ondersteunen bij het beschermen van burgers en infrastructuur.

b) Subsidiariteit

De grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit van de voorgestelde maatregelen is positief. Ondanks dat het tegengaan van CBRN-dreigingen primair een aangelegenheid voor de lidstaten is, is Europese samenwerking door het delen van ervaringen en het bevorderen van samenwerking van toegevoegde waarde, gezien de complexiteit van het CBRN-werkveld en de grensoverschrijdende aard van CBRN-risico’s.

c) Proportionaliteit

De grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit van de voorgestelde maatregelen is positief. Het voorgestelde actieplan staat in evenredige verhouding tot het nagestreefde doel, en laat voldoende ruimte aan de lidstaten om passende maatregelen te nemen op het gebied van het tegengaan van CBRN-dreigingen. Het voorgestelde actieplan ziet op het versterken van (vrijwillige) Europese samenwerking.

d) Financiële gevolgen

Nederland is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Vanuit dit voorstel wordt geen werklastverzwaring voor de betrokken organisaties, en daarmee geen extra kosten voorzien.

e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

Er worden geen administratieve lasten voorzien voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger.

Naar boven