Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 oktober 2017
Het Ests Voorzitterschap van de Raad, heeft samen met de Europese Commissie en het
Europees Parlement op 3 oktober 2017 bekend gemaakt dat de vierde onderhandelingsronde
tussen deze drie partijen heeft geleid tot overeenstemming over een nieuwe antidumpingmethodologie.
Met een groot aantal lidstaten heeft Nederland regelmatig aangedrongen op snelle afronding
van de onderhandelingen over het Commissievoorstel om de antidumpingverordening te
wijzigen vanwege het lopend dispuut bij de WTO tussen de Europese Unie en China.
Op 12 december 2016 heeft China een klacht ingediend tegen de Europese Unie bij de
WTO omdat China vindt dat de Europese Unie zich niet houdt aan haar internationaalrechtelijke
verplichtingen. In de huidige antidumpingmethodologie van de Europese Unie wordt gerefereerd
aan de niet-markteconomie status van China terwijl in het WTO-toetredingsprotocol is afgesproken dat China vanaf 11 december 2016 zou moeten worden gekwalificeerd
als markteconomie. Deze status is relevant voor de berekeningswijze van antidumpingheffingen.
Op 3 april 2017 is een panel onder de WTO opgericht en deze moet zes maanden na oprichting
komen met een rapport. Als China in het gelijk wordt gesteld door het WTO-panel, dan
zal de Europese Unie op korte termijn alsnog de methodologie moeten aanpassen. Het
niet implementeren van een WTO-afspraak kan leiden tot vergelding; China kan dan extra
invoerrechten heffen op importen uit de Europese Unie.
Het Nederlandse bedrijfsleven is niet gebaat bij de voortdurende onzekerheid over
de mogelijkheid om in toekomst effectieve antidumpingmaatregelen te nemen jegens China
en ook niet in een handelsoorlog tussen China en de EU.
Het kabinet vindt dat met de nieuwe antidumpingmethodologie de Europese Unie voldoet
aan haar internationaalrechtelijke verplichtingen, omdat in de nieuwe methodologie
niet langer wordt gedifferentieerd tussen landen met een markteconomie status en landen
zonder deze status. Verder is het Nederlandse uitgangspunt dat het voorstel moet voldoen
aan WTO-regels, dat belanghebbenden voldoende inspraak blijven houden bij de totstandkoming
van heffingen en dat de heffingen objectief en transparant berekend worden. Aan deze
voorwaarden wordt in de nieuwe antidumpingmethodologie voldaan.
Het Ests voorzitterschap heeft aangegeven dat ze tijdens het comité van permanente
vertegenwoordigers op woensdag 11 oktober 2017 willen inventariseren of een gekwalificeerde
meerderheid van de lidstaten het aangepaste Commissievoorstel kan steunen. Als er
genoeg steun is, zal het Europees Parlement later deze maand over dit voorstel stemmen
en wordt het voorstel daarna in de Raad geagendeerd als hamerpunt.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.M.J. Ploumen