22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2397 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 oktober 2017

Het Ests Voorzitterschap van de Raad, heeft samen met de Europese Commissie en het Europees Parlement op 3 oktober 2017 bekend gemaakt dat de vierde onderhandelingsronde tussen deze drie partijen heeft geleid tot overeenstemming over een nieuwe antidumpingmethodologie.

Met een groot aantal lidstaten heeft Nederland regelmatig aangedrongen op snelle afronding van de onderhandelingen over het Commissievoorstel om de antidumpingverordening te wijzigen vanwege het lopend dispuut bij de WTO tussen de Europese Unie en China.

Op 12 december 2016 heeft China een klacht ingediend tegen de Europese Unie bij de WTO omdat China vindt dat de Europese Unie zich niet houdt aan haar internationaalrechtelijke verplichtingen. In de huidige antidumpingmethodologie van de Europese Unie wordt gerefereerd aan de niet-markteconomie status van China terwijl in het WTO-toetredingsprotocol is afgesproken dat China vanaf 11 december 2016 zou moeten worden gekwalificeerd als markteconomie. Deze status is relevant voor de berekeningswijze van antidumpingheffingen. Op 3 april 2017 is een panel onder de WTO opgericht en deze moet zes maanden na oprichting komen met een rapport. Als China in het gelijk wordt gesteld door het WTO-panel, dan zal de Europese Unie op korte termijn alsnog de methodologie moeten aanpassen. Het niet implementeren van een WTO-afspraak kan leiden tot vergelding; China kan dan extra invoerrechten heffen op importen uit de Europese Unie.

Het Nederlandse bedrijfsleven is niet gebaat bij de voortdurende onzekerheid over de mogelijkheid om in toekomst effectieve antidumpingmaatregelen te nemen jegens China en ook niet in een handelsoorlog tussen China en de EU.

Het kabinet vindt dat met de nieuwe antidumpingmethodologie de Europese Unie voldoet aan haar internationaalrechtelijke verplichtingen, omdat in de nieuwe methodologie niet langer wordt gedifferentieerd tussen landen met een markteconomie status en landen zonder deze status. Verder is het Nederlandse uitgangspunt dat het voorstel moet voldoen aan WTO-regels, dat belanghebbenden voldoende inspraak blijven houden bij de totstandkoming van heffingen en dat de heffingen objectief en transparant berekend worden. Aan deze voorwaarden wordt in de nieuwe antidumpingmethodologie voldaan.

Het Ests voorzitterschap heeft aangegeven dat ze tijdens het comité van permanente vertegenwoordigers op woensdag 11 oktober 2017 willen inventariseren of een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten het aangepaste Commissievoorstel kan steunen. Als er genoeg steun is, zal het Europees Parlement later deze maand over dit voorstel stemmen en wordt het voorstel daarna in de Raad geagendeerd als hamerpunt.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven