22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2182 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juli 2016

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij twee fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche: Verordening ondersteuning consumentenorganisaties m.b.t. financiële diensten (Kamerstuk 22 112, nr. 2181)

Fiche: Gemeenschappelijke mededeling EU-strategie ten aanzien van China

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Fiche: Gemeenschappelijke mededeling EU-strategie ten aanzien van China

1. Algemene gegevens

a) Titel voorstel

Gemeenschappelijke mededeling aan het Europees parlement en de Raad: Nieuwe EU-strategie ten aanzien van China.

b) Datum ontvangst Commissiedocument

22 juni 2016

c) Nr. Commissiedocument

JOIN(2016) 30

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet opgesteld

f) Behandelingstraject Raad

Raad Buitenlandse Zaken d.d. 18 juli 2016

g) Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Buitenlandse Zaken

2. Essentie voorstel

De gemeenschappelijke mededeling van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger (HV) van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid vormt de basis voor een nieuwe strategie van de EU ten aanzien van China voor de komende vijf jaar. De vorige strategie dateert uit 2006. Sindsdien hebben de ontwikkelingen in de EU en China, evenals hun onderlinge relatie, niet stilgestaan. De omvang en snelheid van China’s opkomst zijn ongekend en China laat zich steeds meer gelden op het wereldtoneel. Dit vraagt om een nieuwe EU-strategie, waarin de belangen van de EU worden bevorderd en de waarden waarop de EU is gestoeld, centraal staan. In de mededeling worden prioriteiten benoemd en worden de grondbeginselen van de betrekkingen met China herbevestigd en opnieuw beoordeeld. Zo blijft bescherming van de mensenrechten een essentieel onderdeel in de relatie met China en worden zorgen uitgesproken over China’s harde aanpak van onder andere advocaten en journalisten en over de recent goedgekeurde restrictieve wet- en regelgeving op het terrein van de nationale veiligheid, waaronder de nieuwe wet ten aanzien van buitenlandse ngo’s.

Belangrijke elementen uit de door de Commissie en HV voorgestelde strategie1

  • Duurzame groei: de EU stelt zich op als partner voor China’s hervormingen met het oog op het realiseren hiervan. Dit levert beide zijden voordelen op. De economische sterke punten van de Unie sluiten goed aan op de prioriteiten van het Chinese 13e Vijfjarenplan, zoals innovatie, diensten, groene groei en evenwicht tussen de ontwikkeling van steden en platteland.

  • Handelsrelaties: de EU wil wederkerigheid en eerlijke concurrentie in de relatie bevorderen, zorgen voor een gelijk speelveld voor Chinese en Europese bedrijven en de markttoegang verbeteren over de breedte van de samenwerking.

  • Internationale verplichtingen en mensenrechten: de EU moet erop blijven hameren dat China voldoet aan zijn verplichtingen en moet op dit terrein samenwerken met China. China moet worden aangemoedigd tot uitvoering van verplichtingen die zijn vastgelegd in door China geratificeerde mensenrechtenverdragen en tot ratificatie van het Internationaal Verdrag inzake de Burgerlijke en Politieke rechten en andere instrumenten.

  • Investeringsakkoord: het sluiten van een veelomvattend investeringsakkoord met China heeft de hoogste prioriteit. Een dergelijk akkoord en de voortgang in de Chinese hervormingen waarmee een gelijk speelveld voor bedrijven wordt bevorderd, creëren nieuwe marktkansen en scheppen ruimte voor bredere ambities zoals een vrijhandelsakkoord. Voortbouwend op de onderhandelingen met China over een investeringsakkoord, zal de EU de mogelijkheid voor het starten van onderhandelingen over een investeringsakkoord met Hongkong en Taiwan verkennen.

  • Wederzijdse investeringsmogelijkheden: Chinese investeringen in de EU zijn welkom, mits in lijn met Europese wet- en regelgeving. Deze investeringen moeten gebaseerd zijn op de beginselen van de vrije markt en de EU zal alle mogelijkheden inzetten om potentiële marktverstoringen tegen te gaan. De EU verwacht dat Europese investeringen ook welkom zijn in China, en dat China veiligheidstoetsen op investeringen alleen beperkt tot zaken die een legitieme bron van zorg voor de nationale veiligheid vormen.

  • Industriële overcapaciteit: Als China beter geïntegreerd wil raken in de wereldeconomie, dient China ook de wederzijdse afhankelijkheid te erkennen en beleid te voeren dat internationale markten en handelsrelaties niet schaadt. De EU maakt zich in dit kader ernstige zorgen over de industriële overcapaciteit in een aantal sectoren in China, met name de staalsector. De EU wil dat China constructief met zijn handelspartners overlegt op internationaal niveau en een ambitieuzer, meetbaar en transparant herstructureringsplan voorlegt om de capaciteit te beperken.

  • Onderzoek en innovatie, betere markttoegang en gelijker speelveld (ook binnen de digitale economie): de EU wil betere samenwerking met China op deze terreinen en tevens de toenemende problemen op het terrein van intellectueel eigendomsrecht en de bestrijding van diefstal via het cyberdomein van intellectueel eigendom en bedrijfsgeheimen sterker aanpakken.

  • Connectiviteit (onderlinge verbondenheid): de EU wil betere verbindingen op het gebied van (digitale) infrastructuur, handel, en contacten tussen mensen bewerkstelligen tussen Europa en China. De EU verwacht van China dat het «One Belt, One Road» (OBOR)2 initiatief een open platform wordt dat bestaande marktregels en internationale normen respecteert zodat alle betrokken partijen ervan profiteren. Ook wil de EU de dialoog over mobiliteit en migratie voortzetten met onderhandelingen over overeenkomsten over visumfacilitatie, de bestrijding van illegale migratie en de terugkeer van illegale migranten.

  • Buitenlandbeleid: de EU wil de samenwerking met China op dit gebied intensiveren. De EU wil een bredere gedeelde agenda met China en zal China aanmoedigen constructief en actief deel te nemen aan het waarborgen van veiligheid en aan internationale conflictoplossing.

  • Regionale veiligheid in de Aziatische Pacific: de EU wil bestaande partnerschappen in de regio verder ontwikkelen. De EU blijft bezorgd over de situatie in de Oost- en Zuid-Chinese Zee. De EU zal het belang van de vrijheid van scheep- en luchtvaart blijven benadrukken, evenals het belang van de vreedzame beslechting van geschillen en de naleving van het internationaal recht, inclusief het VN-Zeerechtverdrag en de daarin vastgestelde arbitrageprocedures.

  • Mondiale veiligheid: de EU wil inzetten op een regelmatige en inhoudelijke dialoog met China over ontwapening, non-proliferatie, terrorismebestrijding en cyberspace om zo meer gemeenschappelijk draagvlak te vinden. Ook wil de EU China aansporen meer bij te dragen aan ontwikkeling van normen voor verantwoordelijk gedrag en toepassing van internationale wetgeving in cyberspace.

  • Veiligheid en defensie: China levert een groeiende bijdrage aan vredesoperaties en de bestrijding van piraterij. De samenwerking tussen de EU en China in Afrika is kansrijk en de samenwerking in het kader van de bestrijding van piraterij in de Hoorn van Afrika moet worden voortgezet.

  • Mondiale vraagstukken: China en de EU kunnen meer samenwerken op vraagstukken, zoals klimaatverandering, duurzame ontwikkeling, energie, het milieu en gezondheid. Op grond van de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling zullen China en de EU zich inzetten voor het uitroeien van armoede en het realiseren van duurzame ontwikkeling.

  • G20 en WTO: de EU kan voortbouwen op de resultaten van China’s G20 voorzitterschap en moet zoeken naar een gemeenschappelijk platform met China om zaken zoals groeistrategieën, investeringen in infrastructuur en hervorming van de internationale investeringsregels, met name de oprichting van een multilateraal investeringshof, te bespreken.

  • Gecoördineerde aanpak: de EU moet als één geheel opereren richting een zwaarwichtige strategische partner als China en met een sterke, heldere en eensgezinde stem spreken richting China. In hun bilaterale relaties moeten lidstaten overeengekomen EU-standpunten bekrachtigen. De EU en China onderhouden veel dialogen, waarbij van belang is dat deze regelmatig op hun effectiviteit worden bezien en de EU-prioriteiten zoals het bereiken van een gelijk speelveld in deze dialogen worden ingebracht.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Het kabinet zet in op de versterking van de economische banden door economische diplomatie, en op stevige politieke en diplomatieke relaties die bijdragen aan het ontwikkelen van gezamenlijke waarden, zoals genoemd in de Kamerbrief van 2013 over het China-beleid van het kabinet3.

Wat betreft economische diplomatie zet Nederland zich in om de markttoegang, eerlijke concurrentie, de bescherming van intellectueel eigendom en een gelijk speelveld te bevorderen. China wil duurzame groei realiseren, en wil van de economische groei niet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief een succes maken. Nederland beschikt op terreinen als energie, gezondheidszorg, ouderenzorg, voedselveiligheid, logistiek, waterbeheer, verstedelijking, milieu en luchtkwaliteit over innovatiekracht, kennis en expertise die aansluit bij de Chinese vraag. Het kabinet moedigt Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en hun Chinese partners aan om maatschappelijk verantwoord te ondernemen.

Bevordering van een goed functionerende rechtsstaat en respect voor de universele rechten van de mens hebben voor het kabinet prioriteit. Mensenrechten zijn een kernthema in de relatie die Nederland met China heeft. Het kabinet volgt hierbij een driesporenbeleid in de richting van de Chinese autoriteiten: (1) er is dialoog ter uitwisseling van ervaring en expertise (2) aandacht vragen voor geconstateerde problemen in China en Nederland (3) samenwerking gericht op het respecteren van de rechten van de mens. De laatste ronde van de bilaterale mensenrechtenconsultaties met China vond in oktober 2015 plaats. Nederland spant zich bilateraal en multilateraal, zoals via de EU en VN, in om de mensenrechten te bevorderen.

Nederland wil China tot meer samenwerking bewegen bij mondiale vraagstukken. Geconstateerd kan worden dat China deze rol meer en meer oppakt. Oplossen van deze vraagstukken vergt actieve betrokkenheid van China. Nederland hecht aan het bespreken van vraagstukken zoals milieubescherming, klimaatverandering, waterbeheer en voedselschaarste met China in EU/multilateraal verband. Ook mondiale veiligheid is een belangrijk thema in de relatie met China, waarbij Nederland het van belang acht thema’s zoals ontwapening, non-proliferatie, antipiraterij, cyberveiligheid en terrorismebestrijding te bespreken. Nationale veiligheid blijft uitsluitend de verantwoordelijkheid van elke lidstaat, en over thema’s zoals terrorismebestrijding en cyber worden bij voorkeur in EU/multilateraal verband gesproken, gelet op de gevoeligheden die op dit terrein bestaan.

Daarnaast is er in toenemende mate sprake van samenwerking met China op het gebied van de internationale financiële instellingen (IFI’s). Dit is goed voor de legitimiteit van deze instellingen en de brede relatie met China, waarbij de ervaring is dat China zich constructief opstelt. Zo is China sinds januari aandeelhouder bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) en heeft zich op uitnodiging van Nederland aangesloten bij de Nederlandse kiesgroep. Daarnaast werkt Nederland samen met China binnen de kiesgroep bij de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank. Ook is Nederland eind 2015 formeel toegetreden als een van de oprichtende leden tot de Aziatische Infrastructuurinvesteringsbank (AIIB), die door China is geïnitieerd.

Wat betreft de regionale veiligheid, baren de toegenomen spanningen rondom de Zuid-Chinese Zee Nederland zorgen. Nederland neemt net als de EU geen standpunt in over de territoriale claims in de Zuid-Chinese en Oost-Chinese Zee maar pleit voor vreedzame beslechting van geschillen in overeenstemming met internationaal recht, zoals het VN-Zeerechtverdrag, met inbegrip van het voorleggen van geschillen aan internationale hoven en tribunalen. De EU en de rest van de wereld hebben belang bij stabiliteit in de regio en het recht op vrije doorvaart. Het belang van het opstellen van een gedragscode tussen de Associatie van Zuidoost-Aziatische Landen (ASEAN) en China voor de Zuid-Chinese Zee neemt toe.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Nederland beoordeelt de voorliggende mededeling als positief. Het is een goede zaak dat 10 jaar na de oude strategie, nu een nieuwe strategie het licht ziet. De ontwikkelingen die China en de EU hebben doorgemaakt, maken een nieuwe strategie noodzakelijk. Het is daarbij van belang om scherp vast te stellen wat prioriteiten zijn en grondbeginselen expliciet te benoemen, zoals in de mededeling is gedaan. Nederland steunt de genoemde prioriteiten en grondbeginselen. De EU moet voor haar waarden en belangen gaan staan, ook als dat betekent dat de relatie met China van tijd tot tijd wat bekoelt. Een groot deel van wat in de strategie staat, is een voortzetting van Europees beleid en in lijn met het Nederlandse beleid.

Nederland is voorstander van een coherent, alomvattend en slagvaardig beleid van de EU voor China. De EU als geheel legt immers meer gewicht in de schaal dan Nederland alleen. Nederland steunt het waar nodig stroomlijnen van EU-prioriteiten zoals markttoegang, bereiken van een gelijk speelveld en mensenrechten in de vele dialogen die de EU met China onderhoudt. Nederland heeft zich hiervoor binnen de EU samen met een aantal gelijkgezinde EU-lidstaten sterk gemaakt en heeft aangedrongen op meer gemeenschappelijk en samenhangend EU-optreden ten aanzien van China. De inzet zoals in de mededeling verwoord kan daarom op steun van Nederland rekenen.

In de mededeling wordt op meerdere plaatsen aandacht besteed aan de mensenrechtensituatie in China. Nederland deelt de zorgen ten aanzien van China’s harde aanpak van onder andere advocaten, activisten, uitgevers en journalisten die vreedzaam hun rechten willen uitoefenen. Ook de recent goedgekeurde wetgeving op het terrein van de nationale veiligheid baart zorgen. Nederland steunt de inzet van de Commissie en HV op dit terrein.

Het voorstel dat de EU zich als partner voor China’s hervormingen wil presenteren, sluit goed aan bij het nationale beleid waarbij Nederland zich ook zo presenteert, zoals tijdens het staatsbezoek aan China vorig jaar. Nederland en de EU hebben belang bij het welslagen van de Chinese hervormingen. Nederland hecht groot belang aan een ambitieus investeringsakkoord met China dat naast afspraken over investeringsbescherming op basis van de nieuwe hervormde EU-standaard, wederzijdse markttoegang en non-discriminatie kan verbeteren. Nederland steunt hierin de inzet op hervorming van de internationale investeringsregels, met name wat betreft de oprichting van een investeringshof (Investment Court System). Op de lange termijn kan dit uitgewerkt worden tot een van een multilateraal investeringshof, waarvoor ook steun wordt gezocht van China.

Wanneer voortgang op bovenstaande terreinen bereikt wordt, opent dit nieuwe mogelijkheden en kan er ook nagedacht worden over bredere ambities zoals een vrijhandelsakkoord. Nederland is er voorstander van dat de EU voortbouwend op een investeringsakkoord met China zal verkennen of onderhandelingen worden gestart over een investeringsakkoord met Hongkong en Taiwan.

Prioriteiten in de relatie met China zoals het bevorderen van markttoegang voor buitenlandse bedrijven, het realiseren van een gelijk speelveld, bescherming van intellectueel eigendomsrecht en eerlijke concurrentie voor bedrijven en investeringen, komen prominent naar voren in de strategie. Nederland steunt de inzet op deze punten. Uit de Business Confidence Survey die de Europese Kamer van Koophandel in juni publiceerde, komt naar voren dat het ondernemersklimaat voor buitenlandse bedrijven verslechtert. Voornaamste klachten van ondernemend Europa over China zijn ongelijke behandeling ten opzichte van Chinese bedrijven, toenemende beperkingen bij internetgebruik en minder marktwerking dan beloofd. Het is essentieel dat de EU zich ook sterk maakt voor eerlijke concurrentie en vrije marktwerking ten aanzien van Chinese investeringen in Europa.

Nederland deelt de zorgen in de mededeling over de industriële overcapaciteit die bestaat in China, voor zover deze is veroorzaakt door expliciete subsidies en impliciete publieke subsidies. Het verminderen van overcapaciteit zal primair moeten worden gerealiseerd door het verhogen van de marktdiscipline die Chinese staatsondernemingen ondervinden. Het is daarnaast belangrijk om samen te werken op internationaal niveau, bijvoorbeeld binnen de OESO, om problemen binnen specifieke sectoren zoals de staalsector aan te pakken. Nederland ondersteunt de inzet om meer samenwerking op het terrein van onderzoek en innovatie te realiseren en tegelijkertijd meer markttoegang en een gelijk speelveld te realiseren. Het voorstel om toenemende problemen op het terrein van intellectueel eigendom en diefstal via het cyberdomein sterker aan te pakken, vindt Nederland een goede zaak. Nederland onderschrijft de inzet om China meer bij te laten dragen aan ontwikkeling van normen voor verantwoordelijk gedrag en toepassing van bestaand internationaal recht in cyberspace. Het OBOR-initiatief kan zowel kansen als risico’s voor Nederland bieden. Kansen zijn bijvoorbeeld meer investeringen en de mogelijkheid om Nederlandse expertise in te zetten, terwijl een mogelijk risico is dat handelsstromen ten nadele van Nederland kunnen verschuiven. Het is van belang dat China zijn markt verder opent voor buitenlandse producten en diensten en dat er een gelijk speelveld is. Wat betreft mobiliteit en migratie, steunt Nederland de inzet zoals verwoord in de mededeling op dit terrein, inclusief de inzet op terugkeer van illegale migranten.

Dat de Commissie en HV willen zorgen voor een bredere gedeelde agenda met China op het buitenlandbeleid en China wil aanmoedigen actief bij te dragen aan mondiale vraagstukken en veiligheid, sluit aan bij het Nederlandse beleid. De mededeling bevat hiervoor meerdere voorstellen die door Nederland worden gesteund. Ten aanzien van de regionale veiligheid is Nederland er voorstander van dat de EU actief blijft bijdragen aan het bevorderen van de veiligheid, bijvoorbeeld door best practices op het terrein van maritieme veiligheid te delen. De inzet in de mededeling ten aanzien van de Oost-en Zuid-Chinese Zee wordt onderschreven. G20 en WTO zijn belangrijke fora waarbinnen de samenwerking met China kan worden verdiept. China levert een groeiende bijdrage aan vredesoperaties en de bestrijding van piraterij. Vooral in Afrika is China een partner die de EU steeds vaker in multilateraal en bilateraal verband ontmoet. Een constructieve houding van China op gebied van conflictbeslechting kan de EU-inspanningen op dit terrein versterken. De EU samenwerking in het kader van de bestrijding van piraterij in de Hoorn van Afrika kan worden voortgezet.

c. Eerste inschatting van krachtenveld

De gemeenschappelijke mededeling en de noodzaak de strategie opnieuw te formuleren kan op brede steun rekenen onder EU-lidstaten. De mededeling bouwt voort op discussies die eerder in EU-verband hebben plaatsgevonden. Op 6 juli sprak het Europees parlement over de nieuwe strategie, die ook daar breed verwelkomd werd. Zorgen werden uitgesproken over de Zuid-Chinese Zee, markttoegang en overcapaciteit en de mensenrechtensituatie in China.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheidsvraag is positief. De EU heeft de bevoegdheid extern beleid te voeren binnen de kaders van de EU Verdragen. De onderwerpen in deze mededeling betreffen de exclusieve bevoegdheid van de EU, zoals de gemeenschappelijke handelspolitiek (art. 3 lid 1 sub e VWEU). Daarnaast beslaan de onderwerpen in de mededeling ook gedeelde bevoegdheden van de EU en de lidstaten gezamenlijk, zoals het tegengaan van klimaatverandering (milieu, art. 4 lid 2 sub e VWEU) en de bescherming van intellectueel eigendom (art. 4 lid 2 sub a VWEU). Ten slotte vallen sommige onderwerpen uit de mededeling onder het Gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid (GBVB; zie artikel 2, lid 4 VWEU). Zie bijvoorbeeld de samenwerking tot het tegengaan van piraterij in de Hoorn van Afrika en de ambities op het gebied van non-proliferatie. Op dit gebied blijven de lidstaten primair bevoegd, maar kan de EU beleid voeren. Daarnaast blijft de nationale veiligheid uitsluitend de verantwoordelijkheid van elke lidstaat.

b) Subsidiariteit

De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteitsvraag is positief. Het kabinet ziet meerwaarde in een gecoördineerde inzet van de EU jegens China. De EU kan vanwege haar politieke gewicht en het brede scala aan instrumenten dat tot haar beschikking staat meer gewicht in de schaal leggen dan de lidstaten afzonderlijk.

c) Proportionaliteit

De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteitsvraag is positief. Het voorgestelde optreden laat voldoende ruimte aan de lidstaten voor het voeren van een nationaal beleid, zolang dit het beleid van de EU niet doorkruist. De voorgestelde acties staan in juiste verhouding tot het doel – het bevorderen van de eigen belangen en het centraal stellen van universele waarden- en zijn ook geschikt om dit doel te bereiken.

d) Financiële gevolgen

Nederland zal de Commissie vragen precies aan te geven wat het financieel beslag van de toekomstige voorstellen zal zijn. Voor zover nu bekend is, lijkt er geen sprake te zijn van financiële consequenties. Voor zover die er toch zouden zijn, is Nederland van mening dat eventueel benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Eventuele budgettaire gevolgen voor Nederland worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.

e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

De in de mededeling genoemde initiatieven zijn initiatieven op EU-niveau. Het is niet voorzien dat deze voor Nederland leiden tot extra regeldruk of een verhoging van de administratieve lasten.


X Noot
1

In de elementen hieronder wordt, daar waar EU staat, steeds bedoeld het door de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger voorgestelde EU-beleid ten aanzien van China.

X Noot
2

Dit initiatief is de verzamelnaam voor diverse infrastructurele projecten die de aan- en afvoerroutes van goederen naar en van China moeten verbeteren en zekerstellen.

X Noot
3

Het China-beleid van het kabinet is verwoord in de Kamerbrief «Het Nederlandse China-beleid: Investeren in waarden en zaken» (Kamerstuk 33 625, nr. 59, d.d. 4 november 2013). In de kabinetsreactie op het advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) «Azië in opmars: strategische betekenis en gevolgen» (bijlage bij Kamerstuk 33 625, nr. 94) gaat het kabinet in op de gevolgen van de opmars van Azië en in het bijzonder China voor de veiligheidssituatie van Nederland.

Naar boven