22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2117 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 april 2016

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij drie fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Verordening tot verplaatsing secretariaat Comité van toezicht OLAF

Fiche 2: Wijziging verordening afschaffing visumplicht Georgië (Kamerstuk 22 112, nr. 2118)

Fiche 3: Mededeling over het btw-actieplan (Kamerstuk 22 112, nr. 2119)

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Fiche: Verordening tot verplaatsing secretariaat Comité van toezicht OLAF

1. Algemene gegevens

  • a) Titel voorstel

    Voorstel voor een verordening van het Europees parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 wat betreft het secretariaat van het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    4 maart 2016

  • c) Nr. Commissiedocument

    COM(2016) 113

  • d) EUR-lex

    http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?qid=1459777598260&uri=CELEX:52016PC0113

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

    Niet opgesteld

  • f) Behandelingstraject Raad

    Werkgroep fraudebestrijding (GAF), ECOFIN-Raad

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie

    Ministerie van Veiligheid en Justitie, in samenwerking met Ministerie van Financiën.

  • h) Rechtsbasis

    Artikel 325, lid 4 VWEU.

  • i) besluitvormingsprocedure Raad

    Gekwalificeerde meerderheid

  • j) Rol Europees parlement

    Medebeslissing

2. Essentie voorstel

a) Inhoud voorstel

Het Comité van toezicht houdt toezicht op de wijze waarop het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) zich van zijn onderzoekstaak kwijt. Dit dient ter versterking van de onafhankelijkheid die OLAF bij de uitoefening van de bij deze verordening toegekende bevoegdheden in acht neemt. Het Comité van toezicht monitort in het bijzonder de ontwikkelingen betreffende de toepassing van de procedurewaarborgen en de duur van onderzoeken. Om het beheer van het secretariaat van het Comité van toezicht juridisch te scheiden van het beheer van OLAF en elke indruk te vermijden dat OLAF de ondersteuning van de leden van het Comité kan belemmeren, is het naar de mening van de Commissie noodzakelijk bij wijziging van Verordening 883/2013 te bepalen dat het secretariaat van het Comité van toezicht voortaan rechtstreeks door de Commissie wordt verzorgd, hetgeen inhoudt dat de medewerkers van het secretariaat worden ondergebracht bij het Paymaster’s Office binnen de Commissie.

Deze wijziging zal geen gevolgen hebben voor de onafhankelijkheid en het functioneren van het Comité van toezicht en zijn secretariaat, die dezelfde rechten en verplichtingen als voorheen zullen hebben en heeft geen budgettaire consequenties. De functionaris voor gegevensbescherming van OLAF zal blijven toezien op de verwerking van gegevens door het secretariaat en het personeel van het secretariaat zal gebonden blijven door dezelfde regels inzake vertrouwelijkheid. Het Europees parlement heeft er bij de Commissie herhaaldelijk op aangedrongen maatregelen te nemen om het onafhankelijk functioneren van het secretariaat van het Comité van toezicht van OLAF te versterken.

Deze kwestie is ook aan bod gekomen tijdens de bij artikel 16 van de OLAF-verordening ingestelde gedachtewisseling met de instellingen op 28 september 2015. Bij deze gelegenheid hebben vertegenwoordigers van het Europees parlement er nogmaals op aangedrongen het onafhankelijk functioneren van het secretariaat van het Comité van toezicht te versterken. De voorgestelde overheveling van zijn secretariaat naar de Commissie stemt overeen met de wens van het Comité van toezicht.

b) Impact assessment Commissie

Geen

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Nederland is voorstander van effectieve bescherming van de financiële belangen van de EU, met inbegrip van de rol die OLAF daarin thans op basis van Verordening 883/2013 heeft.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Nederland vindt het belangrijk dat de schijn van belangenverstrengeling wordt voorkomen, het Comité van toezicht zijn werkzaamheden onafhankelijk kan uitoefenen en dat de relatie tussen het Comité en OLAF verbetert. Nederland kan daarom instemmen met het voorstel.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Blijkens een eerste bespreking van het voorstel die onlangs op technisch niveau plaatsvond, kunnen de meeste lidstaten de voorgestelde wijziging van de OLAF-verordening steunen. Enkele lidstaten hebben op zich geen inhoudelijk bezwaar tegen het voorstel, maar wel een lichte voorkeur om te wachten op de evaluatie van de OLAF-verordening die is voorzien in oktober 2017. Naar verwachting zal het Europees parlement positief reageren op het onderhavige voorstel.

4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit

a) Bevoegdheid

De bevoegdheid van de EU vloeit voort uit artikel 325, lid 4 VWEU. Nederland acht dit de juiste rechtsgrondslag.

b) Subsidiariteit

Het subsidiariteitsoordeel is positief. Het voorstel doet niet af aan de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de lidstaten inzake bestrijding van fraude ten nadele van de financiële belangen van de EU. Het heeft slechts betrekking op het beheer van het Comité van toezicht van OLAF, waarvan de regels momenteel zijn vastgelegd in EU-verordening 883/2013, die eveneens zijn juridische grondslag vindt in artikel 325, lid 4 VWEU.

c) Proportionaliteit

Het proportionaliteitsoordeel is eveneens positief. Het voorstel is strikt beperkt tot wat noodzakelijk is om de ermee beoogde doelen te bereiken.

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

a) Consequenties EU-begroting

Geen. De voorgestelde verordening vereist geen extra personele of administratieve middelen en zal geen financiële gevolgen hebben. Zij regelt alleen de overdracht van het beheer van de begrotingskredieten betreffende het secretariaat van het Comité van toezicht van OLAF binnen de Commissie. Deze begrotingskredieten zullen worden overgeheveld van het begrotingsonderdeel en de personeelsformatie van OLAF naar die van de Commissie.

b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/of decentrale overheden

Geen.

c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger

Geen.

d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger

Geen.

e) Gevolgen voor de concurrentiekracht

Geen.

6. Implicaties juridisch

a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo)

Geen.

b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan

N.v.t.

c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2017. Dat is volgens Nederland haalbaar.

d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

Ingevolge artikel 19 van Verordening 883/2013 dient de Europese Commissie hoe dan ook uiterlijk op 2 oktober 2017 bij het Europees parlement en de Raad een evaluatieverslag in over de toepassing van verordening 883/2013. Dat verslag zal vergezeld gaan van een advies van het Comité van toezicht en vermeldt of deze verordening wijziging behoeft.

7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving

N.v.t.

a) Uitvoerbaarheid

N.v.t.

b) Handhaafbaarheid

N.v.t.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Geen implicaties voor ontwikkelingslanden

Naar boven