22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2002 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 oktober 2015

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij twee fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Mededeling Strategie van de Europese Unie voor het Alpengebied

Fiche 2: Verordening vangstmogelijkheden Oostzee 2016 (Kamerstuk 22 112, nr. 2003)

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Fiche: Mededeling Strategie van de Europese Unie voor het Alpengebied

1. Algemene gegevens

a) Titel voorstel

Mededeling van de Europese Commissie aan het Europees parlement, De Europese Raad, Het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s betreffende een strategie van de Europese Unie voor het Alpengebied en bijbehorend actieplan

b) Datum ontvangst Commissiedocument

28 juli 2015

c) Nr. Commissiedocument

COM (2015) 366

d) EUR-Lex

http://eur-lex.Europa.eu/legal-content/EN/TXT/?qid=1438851035608&uri=CELEX:52015DC0366

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-Assessment Board

Niet opgesteld

f) Behandelingstraject Raad

Bespreking in Raad Algemene Zaken

g) Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Buitenlandse Zaken

a) Essentie voorstel

De EU-strategie voor het Alpengebied (EUSALP) heeft tot doel de acties van lidstaten, regio's en gemeenten, de EU, non-EU lidstaten zoals Zwitserland en Liechtenstein, regionale organisaties, financieringsinstellingen en niet-gouvernementele organisaties effectiever te coördineren. Het richt zich nadrukkelijk op thema’s en sectoren waar samenwerking op andere niveaus (nationaal, EU) niet toereikend is, bijvoorbeeld als gevolg van unieke kenmerken die alleen voor het Alpengebied gelden. De mededeling stelt de onderstaande thema’s centraal:

Economische groei en innovatie

Ondanks een sterke concurrentiepositie wordt het Alpengebied belemmerd door gefragmenteerde lokale markten en een gebrek aan financieringsmogelijkheden. De voorgestelde acties richten zich op een gefocuste inzet van investeringen in onderzoek en innovatie voor strategische sectoren zoals bosbouw, toerisme en hoogwaardige (bio) landbouw. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de Europese investeringsagenda Horizon 2020 en het vernieuwde Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Deze en andere fondsen kunnen effectief bijdragen aan de doelstellingen van EUSALP, bijvoorbeeld door het creëren van werkgelegenheid en het stimuleren van innovatie in land- en bosbouw.

Mobiliteit en connectiviteit

Het wegennetwerk in de Alpen slibt dicht op cruciale transportroutes en afgelegen regio’s blijven vaak slecht bereikbaar. Ook de ontoereikende toegang tot innovatie en ICT vraagt om aandacht. Wegen en ICT-voorzieningen zijn duur en ingewikkeld om aan te leggen in bergachtig gebied. Deze strategie moet elektronische communicatie en connectiviteit in personen- en goederenvervoer stimuleren. Hierin wordt rekening gehouden met vergroening, bijvoorbeeld door meer werkverkeer van de weg naar het spoor te verleggen. De EU investeert al door middel van het TEN-T infrastructuurprogramma1. In de Alpen liggen meerdere belangrijke Europese verkeersaders, welke grensoverschrijdend zijn en bijzonder complex blijken voor TENT-T. EUSALP kan juridische, economische en beleidsmatige verschillen tussen landen overbruggen en daarmee verbeterde connectiviteit en vergroening effectief helpen realiseren.

Milieu en energie

Het Alpengebied is kwetsbaar voor klimaatverandering. Dit heeft grote gevolgen voor de leefomgeving van inwoners, de biodiversiteit, het toerisme en de lokale en Europese watervoorraden. Een inclusief milieukader en oplossingen op het vlak van hernieuwbare energie moeten de unieke biodiversiteit van de Alpen helpen behouden. Specifieke acties richten zich op investeringen in ecologische corridors, groene infrastructuur en hernieuwbare energie. EUSALP wil hierin bouwen op de reeds gemaakte voortgang binnen Natura 2000, maar grensoverschrijdende problemen beter adresseren door gemeenschappelijke indicatoren en streefcijfers te formuleren, hanteren en implementeren.

b) Nederlandse positie ten aanzien van de mededeling/aanbeveling

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Nederland heeft belang bij initiatieven die het functioneren van de interne markt versterken. Concurrerende partners, stabiele economische groei en de juiste infrastructuur in de Alpenregio zijn belangrijk voor Nederlandse ondernemers in de transport- en watersector. Daarnaast vinden bijna alle grote Europese rivieren, waaronder de Rijn, hun oorsprong in de Alpen. Adequate bescherming van onze watervoorziening is daarom van corresponderend belang.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

De mededeling richt zich specifiek op de 5 EU lidstaten en 2 niet-EU lidstaten in het gebied rondom de Alpen2. Het voorstel maakt duidelijk dat gezocht wordt naar verbeterde samenwerking tussen de verschillende actoren en organisaties, als ook grotere synergie binnen het huidige beleid en de activiteiten die daaruit voortvloeien. In EUSALP wordt geen oproep gedaan tot nieuwe EU-instanties of (meer) fondsen, het wordt ingebed in de reeds geplande programma’s voor 2014–2020. Bestaande initiatieven moeten als resultaat van deze strategie beter gecoördineerd en gerichter ingezet worden. Ook zijn wijzigingen van EU-wetgeving niet aan de orde. De Alpenstrategie is wel duidelijk additioneel naast de bestaande regionale samenwerkingsinitiatieven en beleidsafstemming. Dit is een belangrijk criterium en in lijn met eerder door de Commissie ontwikkelde regionale strategieën. Nederland staat dan ook positief tegenover deze mededeling.

Dit betekent overigens niet dat een dergelijke regionale aanpak automatisch vertaald kan worden naar een gebied waar Nederland aan deel neemt, bijvoorbeeld het Noordzeegebied. Een strategie voor de Noordzee wordt door Nederland niet wenselijk geacht, omdat het geen meerwaarde heeft bovenop bestaande afspraken tussen betrokken landen.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

De Alpenstrategie is in lijn met eerdere door de Commissie ontwikkelde initiatieven voor regionale en grensoverschrijdende vraagstukken3. Het betreft hier een mededeling die op verzoek van de betrokken landen is gedaan en ook alleen op hen van toepassing zal zijn. Veel andere Europese lidstaten zien de meerwaarde van een regionale strategie aangezien ook zij aangesloten zijn bij dergelijk voorstel, bijvoorbeeld voor de Adriatische en Ionische Zee (2014), Oostzee (2012), en Donauregio (2010). De verwachting is daarom ook dat zij positief zullen reageren op deze mededeling.

De positie van het Europees parlement is moeilijk in te schatten, maar tegenstand wordt niet voorzien.

c) Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

De beschreven strategie voor het Alpengebied is in lijn met de aan de Unie toegekende verantwoordelijkheden (zoals vastgelegd in artikel 174 VWEU). In 2013 heeft de Europese Raad de Commissie verzocht om in overeenstemming met de lidstaten een EU strategie voor de Alpenregio te formuleren. Aan de Alpenstrategie doen ook niet-EU lidstaten mee (Zwitserland en Liechtenstein). Dit betreffen echter landen waarmee de EU een speciale relatie heeft4.

b) Subsidiariteit

De Nederlandse grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit is positief. De strategie voor de Alpenregio richt zich expliciet op EU-beleidsterreinen. De problematiek beschreven in het huidige voorstel is grensoverschrijdend en heeft tot doel de economische, territoriale en sociale samenhang in dit gebied te verbeteren. Daarnaast zijn de problemen, zoals onder andere de kwetsbaarheid van het lokale ecosysteem, gemeenschappelijk voor alle betrokken landen. Deze en andere vraagstukken hebben naast nationale en bilaterale inspanningen daarom een bredere aanpak nodig, welke de verschillende niveaus kan coördineren. De strategie is dan ook toegespitst op supranationale prioriteiten voor de gehele Alpenregio en biedt een handvat bij de selectie van corresponderende investeringsprojecten.

c) Proportionaliteit

De Nederlandse grondhouding ten aanzien van proportionaliteit is positief.

De Commissie zal een coördinerende rol op zich nemen zoals goedgekeurd door de Raad Algemene Zaken in oktober 2013. De strategie zal geen nieuwe wetgeving tot gevolg hebben. Het voorstel en actieplan beperken zich tot het formuleren van indicatoren en streefcijfers. Ook wordt het huidige mandaat van de betrokken instanties en organisaties adequaat gewogen.

d) Financiële gevolgen

Het voorstel voorziet geen additionele kosten of oprichting van nieuwe organisaties. Dit is kenmerkend voor de regionale strategieën van de Commissie. Bestaande en reeds toegekende instrumenten, zoals de structuurfondsen, zullen binnen de bestaande kaders worden gebruikt om de geformuleerde plannen te financieren. Er zijn geen gevolgen voor de Europese of Nederlandse begroting.

e) Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht

Deze mededeling heeft geen gevolgen voor Nederland wat betreft regeldruk, ook zijn er geen additionele administratieve lasten voorzien. Er wordt zelfs extra aandacht besteedt aan het voorkomen van onnodige regeldruk. Uit eerdere regionale strategieën zijn lessen getrokken met betrekking tot bestuurlijke coördinatie, politiek leiderschap en administratieve capaciteit. In de Alpenstrategie is bestuurbaarheid (governance) dan ook een aparte prioriteit, welke effectieve en efficiënte implementatie van EUSALP moet garanderen.


X Noot
1

De EU investeert door middel van het nieuwe infrastructuurbeleid in bestaande Europese wegen, spoorwegen, luchthavens en kanalen om deze om te vormen tot een eengemaakt vervoersnetwerk genaamd TEN-T (trans-Europees transportnet). Er zijn negen corridors geïdentificeerd die de ruggengraat vormen voor het vervoer binnen de interne markt van de EU. Twee daarvan liggen in EUSALP-gebied, de Brenner-spoorweg en de Lyon-Turijn spoorweg.

X Noot
2

Duitsland, Oostenrijk, Slovenië, Italië en Frankrijk en Zwitserland/ Liechtenstein.

X Noot
3

Zie mededelingen over het Oostzeegebied COM (2012) 128, Donauregio COM (2010) 715 en Adriatische en Ionische Regio COM (2014) 357.

X Noot
4

Zwitserland is onderdeel van het Europees Milieuagentschap. Ook wordt er sinds 2013 samengewerkt op het gebied van mededinging en concurrentiebeleid.

Naar boven