22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1905 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 september 2014

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij twee fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Mededeling gegevensuitwisselingsstructuur (CISE) voor maritieme bewaking

Fiche 2: Richtlijn betreffende de organisatie van de arbeidstijd in de Binnenvaart (Kamerstuk 22 112, nr.1906)

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Fiche: mededeling gegevensuitwisselingsstructuur (CISE)voor maritieme bewaking

1. Algemene gegevens

a) Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan het Europees parlement en de Raad. Een beter situationeel bewustzijn dankzij nauwere samenwerking tussen autoriteiten voor maritieme bewaking: volgende stappen in het kader van de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur (CISE) voor het maritiem gebied in de EU

b) Datum ontvangst Commissiedocument

8 juli 2014

c) Nr. Commissiedocument

COM(2014)451

SWD(2014)225

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

http://eur-lex.Europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1405943450462&uri=CELEX:52014SC0225

f) Behandelingstraject Raad

Nog niet bekend

g) Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu, in samenwerking met Ministerie van Defensie

2. Essentie voorstel

Deze mededeling gaat over de «Common Information Sharing Environment» (CISE). De maritieme CISE is een vrijwillig proces van samenwerking in de Europese Unie ter bevordering en verbetering van gegevensuitwisseling tussen autoriteiten die bij maritieme bewaking zijn betrokken (o.m. douane, defensie, visserij- en milieuhandhaving en maritieme beveiliging en veiligheid).

Het doel van CISE is ervoor te zorgen dat informatie op het gebied van maritieme bewaking die door een maritieme autoriteit is verzameld en die noodzakelijk wordt geacht voor de operationele activiteiten van anderen, kan worden gedeeld. De beoogde (verbetering van de) uitwisseling van gegevens tussen lidstaten (civiele autoriteiten en tussen civiele en militaire autoriteiten) draagt bij aan een snel, gecoördineerd en doelgericht optreden om onveilige situaties te voorkomen en adequaat incidenten en rampen te bestrijden. Daarbij zullen de administratieve en operationele kosten voor maritieme bewakingsactiviteiten kunnen worden beperkt.

De CISE maakt onderdeel uit van het Europees geïntegreerd maritiem veiligheidsbeleid en de Maritieme veiligheidsstrategie van de Europese Unie. Met deze mededeling wordt een vervolg gegeven aan de mededeling van de Europese Commissie betreffende een ontwerp routekaart naar de totstandkoming van de voor de bewaking van het Europese maritieme domein1. Met onderhavige mededeling gaat de Commissie niet verder dan in de eerdere mededeling. De Commissie benoemt de resultaten die reeds zijn geboekt sinds de vorige mededeling en signaleert knelpunten bij het streven naar een optimalisering van CISE. Hierbij spreekt de Commissie de intentie uit om daar waar de EU bevoegdheden heeft de knelpunten op EU-niveau weg te nemen. De Commissie heeft geen plannen voor wetgevende initiatieven.

Sinds 2002 zijn er op nationaal en EU-niveau belangrijke stappen gezet om de gegevensuitwisseling voor het maritieme gebied te verbeteren. In de laatste jaren is vooruitgang geboekt door middel van onderzoek en projecten op het gebied van IT, juridische aspecten, bestuurlijke vraagstukken en de berekening van potentiële economische toegevoegde waarde van een maritieme CISE. Voorts is de operationele behoefte naar gegevensuitwisseling tussen sectoren in kaart gebracht en nader gedefinieerd.

Op basis van die resultaten worden door de Commissie verdere verbeteringen en oplossingen voor knelpunten aangegeven:

  • De Commissie is voornemens in 2014 een project uit hoofde van Horizon 2020 in gang te zetten om een maritieme CISE op grote schaal te laten testen door enkele lidstaten. De Commissie wil daarbij innovatieve toepassingen betrekken die zijn of kunnen worden gefinancierd door de EU kaderprogramma’s voor onderzoek en innovaties.

  • De Commissie zal met de lidstaten een niet-bindend handboek voor maritieme CISE ontwikkelen.

  • De Commissie zal maatregelen steunen ter ontwikkeling, handhaving en verspreiding van normen waardoor maritieme bewakingssystemen interoperabel kunnen worden gemaakt.

  • De Commissie noemt de richtlijn meldingsformaliteiten (2010/65/EU (RMF) van bijzonder belang. Op basis van deze richtlijn worden in Europa nationale één-loket-diensten (Maritiem Single Window) ingesteld die informatie van schepen die havens binnengaan en er uit vertrekken elektronisch ontvangen en naar de juiste overheden doorsturen. Daarbij wordt rekening gehouden met op termijn de uitwisseling van die informatie tussen lidstaten.

Het is aan de lidstaten om de IT van hun maritieme bewaking te blijven moderniseren en de gegevensuitwisseling tussen autoriteiten verder te verbeteren, rekening houdend met de nationale gegevensbeschermingseisen. De Commissie neemt zich voor, daar waar in de bestaande sectorale wetgeving belemmeringen voor sectoroverschrijdende gegevensuitwisseling bestaan, deze op EU niveau weg te nemen.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Voor Nederland is het van groot belang om gegevens op maritiem terrein uit te wisselen en te komen tot een gemeenschappelijke maritieme beeldopbouw, zowel nationaal als internationaal.

Hierdoor ontstaat voor de deelnemers van CISE een gedeelde en dus betere informatiepositie. De hierdoor mogelijk gemaakte gezamenlijke analyse, predictie, coördinatie, opsporing en inzet leidt tot verhoging van de maritieme veiligheid voor de EU en haar partners zoals beoogd in de maritieme veiligheidsstrategie van de EU.

Voor dit doel wordt in Nederland al samengewerkt door autoriteiten (bijv. binnen de Kustwacht) en zijn gegevensknooppunten tot stand gekomen (bijvoorbeeld het Maritiem Informatie Knooppunt van de Kustwacht). Hiermee heeft Nederland al een basis gelegd voor deelname aan een CISE waarbinnen grensoverschrijdende informatie uitwisseling tot stand gebracht kan worden.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Nederland verwelkomt de mededeling van de Commissie Nederland kan profiteren van een verbeterde gegevensuitwisseling op het gebied van safety, security en maritieme surveillance omdat daardoor adequater opgetreden kan worden in situaties waar de veiligheid in het geding is en preventief optreden effectiever kan worden. Dit kan tevens een besparing van kosten met zich mee brengen.

Het project dat de Commissie uit hoofde van het Horizon 2020 in gang wil zetten, biedt kansen om maritieme CISE op grote schaal te testen en onderzoek te laten doen naar bijv. civiel/militaire capaciteitsontwikkeling, het verhogen van de efficiëntie van de maritieme bewaking en de terugdringing van de (juridische) belemmeringen. Om te kwalificeren zal dit project nog een keer de zgn. ethische toets moeten doorstaan. Bij het samenvoegen van twee eerdere voorstellen is uitdrukkelijk bedongen dat deze toets nog moet plaatsvinden. Bij deze toets wordt onder andere gekeken naar mogelijke schendingen van privacy of andere mensenrechten omdat adequate veiligheidsoplossing hiermee in strijd kunnen zijn.

De inventarisatie van de systemen die in Europa informatie verwerken, is volgens Nederland van belang. Wel laat de inventarisatie tegelijk zien dat het verknopen van de systemen om dubbelingen te voorkomen een complex proces is. Nederland vindt het daarom van belang is dat er een stappenplan komt waaruit blijkt welke concrete acties nodig zijn om tot een CISE te komen. In dat stappenplan zou prioriteit moeten worden gegeven aan onder meer het bepalen van de gewenste functionaliteiten op nationaal en op Europees niveau, het bepalen van de informatie die uitgewisseld kan worden, het vaststellen van de vorm van de data-elementen en de keuze van de berichtenstructuur. Daarnaast vindt Nederland het met de Commissie van belang dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van informatie die reeds beschikbaar is in bestaande systemen. Nederland vindt bovendien dat de infrastructuur oplossingen die vanuit CISE zullen worden aanbevolen koppelbaar moeten zijn aan (nationale) maritieme systemen en primair op de systemen met een lager rubriceringsniveau.

Op het terrein van defensie zal onderzocht worden of het NMIS (Netherlands Maritime Information System), het MIK (Maritiem Informatie Knooppunt) en het MOC (Maritime Operation Center) gekoppeld kunnen worden aan het vervolgtraject van CISE. E.e.a. is sterk afhankelijk van de voorziene nationale bedrijfsvoering op het gebied van Maritime safety & security.

Nederland deelt de mening van de Commissie dat de richtlijn meldingsformaliteiten van belang is omdat een deel van de informatie die voor de maritieme surveillance noodzakelijk is via het Maritiem Single Window ontvangen zal worden en doorgezet naar de relevante autoriteiten. In Nederland is het Maritiem Informatie Knooppunt een van de ontvangers. Nederland staat dan ook op het standpunt dat het belangrijk is te bezien of en hoe binnen CISE gebruik gemaakt kan worden van het Maritieme Single Window en dat daarvoor eveneens functionaliteiten worden bepaald.

Om dubbelingen te voorkomen acht Nederland het ten slotte van belang dat bij de verdere ontwikkeling van CISE, ook gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden van het EUROSUR (Europees informatie uitwisselingssysteem voor het bewaken van de externe grenzen).

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Bij de lidstaten is er ruime steun voor het voortzetten van de inspanningen om tot CISE te komen. Met name rond de Middellandse Zee kan CISE helpen de gegevensuitwisseling tussen autoriteiten te bevorderen. De landen rond de Noordzee zijn verder in de ontwikkeling van hun gegevensuitwisseling en kunnen dienen als voorbeeld.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

De Commissie is bevoegd een mededeling als het onderhavige uit te vaardigen. De mededeling raakt aan meerdere bevoegdheden van de EU zoals het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) als onderdeel van het Gemeenschappelijke Buitenlands- en Veiligheidsbeleid – een gedeelde bevoegdheid van de EU en de lidstaten. Daarnaast raakt deze mededeling ook andere beleidsterreinen zoals douane, grenstoezicht, visserijcontrole, bescherming van het mariene milieu, bestrijding van verontreiniging van het milieu en maritieme beveiliging en veiligheid, beleidsterreinen waar de EU ook bevoegd is.

b) Subsidiariteit

De voorgestelde maatregelen en activiteiten van de Commissie kunnen bijdragen aan het wegnemen van de belemmeringen voor grens- en sectoroverschrijdende gegevensuitwisseling en de benodigde samenwerking tussen de lidstaten bevorderen. Het kabinet ziet meerwaarde in een gezamenlijke aanpak op EU-niveau van het optimaliseren van de beschikbare informatie voor de maritieme bewaking. Het oordeel over de subsidiariteit van het voorstel is daarom positief.

c) Proportionaliteit

De activiteiten die voor de lidstaten uit de mededeling voortvloeien zijn vrijwillig. De in de mededeling voorgestelde maatregelen en activiteiten zijn beperkt van omvang. Zij staan in een juiste verhouding tot het beoogde doel. Het proportionaliteitsoordeel is positief.

d) Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn nog niet aan te geven aangezien de komende jaren pas duidelijk zal worden hoe Nederland zal aansluiten bij de CISE omgeving en welke kosten daarmee gemoeid zullen zijn. Voor zover toch sprake is van budgettaire gevolgen voor het Rijk worden deze ingepast op de begroting van het/de beleidsverantwoordelijke departementen(en), conform de regels van budgetdiscipline.

e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

Er worden geen nieuwe regels opgesteld. Bovendien spelen de acties zich binnen het overheidsdomein af zodat er geen gevolgen zijn voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.


X Noot
1

COM(2010)584 final. Zie voor het BNC-fiche Kamerstuk 22 112, nr. 1099.

Naar boven