22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1874 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2014

Met deze brief informeer ik u over de situatie rond onrechtmatig gebleken betalingen in het kader van de EU-schoolfruitregeling.

Leveranciers van schoolfruit kunnen in het kader van de EU-schoolfruitregeling in aanmerking komen voor 50% EU-cofinanciering van de kosten voor de geleverde producten en de distributie daarvan. De nationale financiering vindt plaats via een private bijdrage van de schoolfruitleveranciers. Momenteel nemen vier leveranciers deel aan de EU-schoolfruitregeling. De EU-schoolfruitregeling werd t/m 2013 in medebewind uitgevoerd door het Productschap Tuinbouw (PT). Sinds 1 januari 2014 vindt de uitvoering plaats door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).

Bij een audit van de Auditdienst Rijk (ADR) naar de verantwoording van de uitgaven over begrotingsjaar 2013 zijn twijfels gerezen over de rechtmatigheid van de betalingen die in schooljaar 2012/2013 zijn gedaan in het kader van de EU-schoolfruitregeling aan leveranciers van schoolfruit. Nader onderzoek van de NVWA heeft uitgewezen dat in schooljaar 2012/2013, als ook in de eerste periode van schooljaar 2013/2014, betaalbewijzen niet beschikbaar waren vóórdat de aanvraag tot subsidieverlening is ingediend. Hiermee is niet voldaan aan de vereisten van de EU-regelgeving voor schoolfruit.

In het kader van de verantwoording zijn de bevindingen over schooljaar 2012/2013 gerapporteerd aan de Europese Commissie, waarop de Europese Commissie heeft aangegeven een financiële correctie te zullen toepassen op de betalingen aan Nederland in het kader van deze regeling. Het betreft voor schooljaar 2012/2013 een bedrag van circa € 2,7 mln aan EU-subsidie. Voor de eerste periode van schooljaar 2013/2014 gaat het om een bedrag van circa € 1,1 mln aan EU-subsidie dat ten onrechte aan de schoolfruitleveranciers is uitbetaald vanwege het niet beschikbaar hebben van betaalbewijzen op het moment van indienen van de subsidieaanvraag.

Naar aanleiding van bovenstaande bevindingen zijn de lopende steunaanvragen, over het resterende deel van schooljaar 2013/2014, extra gecontroleerd door RVO.nl en NVWA. Bij deze controles is gebleken dat er niet-subsidiabele kosten zijn gedeclareerd, waardoor deze betalingsaanvragen (deels) afgewezen moeten worden.

De Europese regelgeving verplicht mij corrigerende maatregelen te nemen en de onrechtmatig gebleken betalingen terug te vorderen bij de schoolfruitleveranciers. Indien dit achterwege zou blijven, zou dit leiden tot het opleggen van een boete en de verplichting om op last van de Europese Commissie alsnog tot terugvordering over te gaan. Daarnaast zullen nog uitstaande betalingsaanvragen niet uitbetaald kunnen worden voor zover uit toetsing naar voren komt dat deze onrechtmatig en/of bovenmatig zijn.

De betrokken schoolfruitleveranciers zijn tijdens meerdere gesprekken op mijn departement ingelicht over deze situatie en mijn besluit om tot terugvordering van als onrechtmatig beoordeelde betalingen over te gaan en de lopende betalingsaanvragen (deels) af te wijzen. Zij hebben bezwaren tegen terugvordering omdat zij aangeven dat ze er door Productschap Tuinbouw en RVO.nl niet eerder op gewezen zijn dat hun handelwijze onjuist was. Daarbij zijn zij van mening dat zij ten onrechte moeten opdraaien voor de gevolgen van de geconstateerde onrechtmatigheden.

De naleving van de Europese en nationale regelgeving is de verantwoordelijkheid van de leveranciers. Bij een verzoek om een voorlopige voorziening, in april jl. aangespannen door twee van de schoolfruitleveranciers, heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven bevestigd dat bij de eerste periode van schooljaar 2013/2014 door de leveranciers niet conform EU-regelgeving is gehandeld.

Ik realiseer mij terdege dat deze situatie zeer ingrijpende gevolgen heeft voor de schoolfruitleveranciers. De EU-regelgeving laat mij echter geen enkele ruimte voor afwijking daarvan of voor een andere handelwijze. Bovendien mag van organisaties die gebruik maken van Europese subsidies verwacht worden dat zij zich zelf op de hoogte stellen van de EU-subsidievoorwaarden die van toepassing zijn, en zijn zij ook zelf verantwoordelijk voor de naleving van deze voorwaarden.

Voor komend schooljaar is een bedrag van circa € 5,4 mln aan EU-subsidie beschikbaar voor Nederland. Het EU-cofinancieringspercentage bedraagt 75%, de resterende 25% zal privaat gefinancierd moeten worden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven