22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1782 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2014

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij zes fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Richtlijn bescherming bedrijfsgeheimen (Kamerstuk 22 112, nr. 1779)

Fiche 2: Aanbeveling kwaliteitskader voor stages (Kamerstuk 22 112, nr. 1780)

Fiche 3: Mededeling Kwaliteitskader herstructurering (Kamerstuk 22 112, nr. 1781)

Fiche 4: Mededeling Taskforce voor het Middellandse Zeegebied

Fiche 5: Richtlijn douaneovertredingen en sancties (Kamerstuk 22 112, nr. 1783)

Fiche 6: Mededeling strategische reactie op de uitdagingen in de Golf van Guinee (Kamerstuk 22 112, nr. 1784)

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Fiche: Mededeling Taskforce voor het Middellandse Zeegebied

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over het werk van de Taskforce voor het Middellandse Zeegebied.

Datum ontvangst Commissiedocument

4 december 2013

Nr. Commissiedocument

COM(2013) 869

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad

JBZ-Raad

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Veiligheid en Justitie.

2. Essentie mededeling

Naar aanleiding van de tragische gebeurtenissen bij Lampedusa, waarbij in korte tijd tweemaal een boot met illegale immigranten zonk met veel dodelijke slachtoffers als gevolg, werd op verzoek van de JBZ raad van 7-8 oktober 2013 de Taskforce voor het Middellandse Zeegebied (TFM) opgericht. De Europese Raad verzocht de Taskforce om op basis van de beginselen preventie, bescherming en solidariteit te bepalen welke acties prioriteit hebben met het oog op een efficiëntere aanwending op korte termijn van Europese beleidsmaatregelen en -instrumenten. Op 24 oktober en 20 november 2013 vond een bijeenkomst plaats van de Taskforce voor het Middellandse Zeegebied. De Taskforce staat onder leiding van de Europese Commissie. De lidstaten, de EU-bureaus en -agentschappen en de EDEO namen er aan deel. De Commissie heeft vervolgens in de vorm van deze mededeling verslag uitgebracht aan de JBZ-Raad van 5-6 december 2013 inzake de werkzaamheden van de Taskforce. De Europese Raad heeft in de Raadsconclusies van 19/20 december de mededeling van de Commissie verwelkomd, en benadrukt dat alle inspanning gedaan moet worden om de actiepunten uit de mededeling uit te voeren.

Zoals is vermeld in de mededeling, concentreerden de besprekingen in de Taskforce zich op vijf actiegebieden: samenwerking met derde landen; regionale beschermingsprogramma’s, hervestiging, en legale kanalen naar Europa; het bestrijden van mensenhandel, mensensmokkel en georganiseerde criminaliteit; het versterken van grensbewakingsoperaties; en het ondersteunen van lidstaten onder verhoogde migratiedruk. Op deze vijf gebieden zijn in totaal 38 actiepunten opgesteld. De Commissie geeft in de mededeling aan regelmatig aan de Raad en het Europees Parlement te zullen rapporteren over de voortgang van deze actiepunten.

3. Wat is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling en de eventueel daarin aangekondigde concrete wet- en regelgeving? Hoe schat Nederland de financiële gevolgen in, alsmede de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

Illegale immigratie in het Middellandse Zeegebied is bij uitstek een terrein waar Europese samenwerking geboden is. De opdracht van de Taskforce is om te bepalen hoe reeds bestaande Europese beleidsmaatregelen en -instrumenten op korte termijn efficiënter kunnen worden aangewend om illegale migratie in het Middellandse Zeegebied tegen te gaan. Nederland heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, en beoordeelt de subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling dan ook als positief.

De financiële gevolgen van de mededeling zijn als volgt. Er bestaat al een Europees asiel- en migratieprogramma met een budget van ruim € 3 miljard voor 2014–2020. In de mededeling geeft de Commissie aan dat Frontex in 2013 is versterkt met een bedrag van € 8 miljoen naar aanleiding van de gebeurtenissen bij het Italiaanse Lampedusa. Ook zet de Commissie € 30 miljoen opzij voor ondersteuning van Italië (voor onder meer grensbewaking); al eerder is € 20 miljoen toegekend aan lidstaten met verhoogde migratiedruk. De Commissie doet in de mededeling ook een oproep voor financiering van nieuwe regionale beschermingsprogramma’s. Nederland is echter van mening dat de financiële middelen gevonden dienen te worden binnen de bestaande financiële kaders van de EU-begroting. In de mededeling schrijft de Commissie dat het opsporen en volgen van kleine schepen zal gefinancierd worden uit het toekomstige Copernicus programma en het eerdere 7e kaderprogramma voor onderzoek. Tot slot, als Frontex de aangeboden Nederlandse inzet daadwerkelijk in gaat zetten, zal deze zoals gebruikelijk vergoed worden uit het budget van Frontex.

Eventuele budgettaire gevolgen voor Nederland worden ingepast in de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels van de budgetdiscipline.

De mededeling voorziet niet in nieuwe wet- of regelgeving. Uit de Taskforce zullen dan ook minimale additionele regeldruk of administratieve lasten voortvloeien.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland verwelkomt de mededeling van de Commissie. Gebeurtenissen zoals die bij Lampedusa moeten zoveel mogelijk voorkomen worden. Daarbij is illegale immigratie via het Middellandse Zeegebied een Europees probleem dat ook het Nederlandse asielstelsel raakt, omdat een deel van deze migratiestroom zijn weg naar Nederland vindt. Het is dus ook vanuit dat perspectief in het belang van Nederland dat deze migratie tegengegaan wordt. Nederland heeft er bij de Taskforce op ingezet dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van bestaande kaders en instrumenten, dat deze waar nodig worden versterkt, en dat de benodigde financiële middelen binnen de begroting van de EU worden gevonden. De mededeling is grotendeels in lijn met deze uitgangspunten. Hieronder wordt per actiegebied kort aangegeven wat de Nederlandse positie is.

  • 1. Nederland is voorstander van versterking van de samenwerking op Europees niveau met derde landen op het gebied van migratie. In de mededeling wordt dit voorzien binnen de reeds bestaande kaders van de Totaalaanpak van Migratie en Mobiliteit (GAMM), Frontex en Eurosur. Verder is het van belang dat Frontex op operationeel niveau zijn samenwerking met derde landen, met name de transitlanden en landen die grenzen aan de Middellandse Zee, versterkt door samenwerkingsverbanden op het gebied van grensmanagement aan te gaan dan wel verder in te vullen. Tegelijkertijd is Nederland van mening dat derde landen ook een eigen verantwoordelijkheid hebben in de aanpak van illegale immigratie en daartoe ook de nodige maatregelen dienen te nemen om illegale migratie en mensensmokkel te voorkomen.

  • 2. Ook staat Nederland positief tegenover vernieuwde en opgeschaalde regionale beschermingsprogramma’s voor de Noord-Afrikaanse landen zoals voorzien in de mededeling, voor zover dit gefinancierd kan worden uit het Europese Asiel- en Migratiefonds en het Nabuurschapsprogramma (ENPI).

  • 3. Nederland is op dit moment geen voorstander van het openen van meer legale (humanitaire) toelatingsprocedures (humanitaire visa of programma’s voor beschermde toegang): hiervoor moet eerst de medewerking van derde landen aan het terugkeerproces geregeld worden en een zorgvuldige beoordeling van de aanvragen mogelijk zijn in die landen. Voorlopig is dit niet aan de orde. Ook is Nederland niet bereid extra vluchtelingen op te nemen, hervestiging is niet aan de orde. De mededeling geeft beide aan als mogelijkheden en niet als verplichtingen.

  • 4. Nederland steunt het voornemen voor meer inzet in EU-verband in de strijd tegen mensenhandel/mensensmokkel in de lidstaten en/of derde landen. De Commissie stelt onder andere voor om de activiteiten van Europol te versterken en activiteiten te intensiveren. Nederland is in dit verband nauw betrokken bij de uitvoering van de European Multidisciplinary Platform against Criminal Threats (EMPACT) operationele actieplannen betreffende georganiseerde illegale immigratie en mensenhandel.

  • 5. Nederland steunt het voornemen uit de mededeling om de grensbewakingsoperaties in het Middellandse Zeegebied te versterken. Dit zal plaatsvinden binnen de bestaande kaders van Frontex en EUROSUR. Zo heeft Nederland op basis van de behoeftestelling van Frontex in de periode van 1 december tot 20 december 2013 een kustwachtvliegtuig ingezet in het Middellandse Zeegebied. Verder heeft Nederland extra middelen en personeel aangeboden ter ondersteuning van diverse gezamenlijke Frontex operaties in 2014. Het is op dit moment nog niet duidelijk of Frontex ook daadwerkelijk van dit aanbod gebruik gaat maken.

  • 6. Nederland kan akkoord gaan met de financiële ondersteuning van de lidstaten die te maken hebben met verhoogde migratiedruk, dat wil zeggen met de reeds genoemde door de Commissie voorgestelde € 20 miljoen en extra € 30 miljoen voor Italië, uit de bestaande Europese Fondsen. Nederland is echter niet bereid extra vluchtelingen op te nemen op basis van vrijwillige relocatie.

Naar boven