22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1697 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 september 2013

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij twee fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Mededeling personeels- en financiële middelen voor de gedecentraliseerde agentschappen 2014–2020

Fiche 2: Mededeling post-2015 financieringsmodel voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. (Kamerstuk 22 112, nr. 1698)

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Fiche: Mededeling personeels- en financiële middelen voor de gedecentraliseerde agentschappen 2014–2020

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Programmering 2014–2020 van de personeels- en financiële middelen voor gedecentraliseerde agentschappen

Datum ontvangst Commissiedocument

10 juli 2013

Nr. Commissiedocument

COM(2013) 519

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad

Ecofin / Begrotingsraad

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Financiën

2. Essentie voorstel

In deze mededeling wordt een horizontale reductie en herallocatie voorgesteld voor het personeelsbestand van de gedecentraliseerde agentschappen in de periode 2014 – 2020. Het aantal personele posten moet in lijn worden gebracht met de afspraak dat alle EU instellingen en agentschappen een 5% personeelsvermindering doorvoeren in de komende vijf jaar1. De Commissie geeft aan vanaf 2014 een jaarlijkse horizontale reductie van 1% voor alle bestaande agentschappen te zullen doorvoeren. Deze is al opgenomen in de ontwerp EU-begroting voor 2014. Volgens de Commissie komt de totale reductie in de periode 2014 – 2020 neer op 303 posten, waarvan al 27 in 2013 zijn doorgevoerd.

De Commissie maakt onderscheid tussen de agentschappen; er zijn agentschappen die geruime tijd bestaan en duidelijke taken hebben («agentschappen op kruissnelheid»), deze agentschappen kunnen de gevraagde personele reductie doorvoeren. Echter, er zijn ook agentschappen in de opstartfase en agentschappen met nieuwe taken. Deze agentschappen hebben, volgens de Commissie, zeker de eerste jaren juist extra personeel nodig. De Commissie heeft geïdentificeerd dat er in de periode 2014–2020 behoefte is aan 346 nieuwe posten. Om zowel aan deze extra personele behoefte te kunnen voldoen als het doel van de 5% personele reductie te behalen, stelt de Commissie een herschikkingspool voor. Jaarlijks zal er additioneel 1% voor de periode 2014 -2018 (wat neerkomt op 316 posten) in worden gehouden op het aantal posten van alle agentschappen en deze ingehouden posten worden vervolgens toegewezen aan agentschappen in de opstartfase of met nieuwe taken. De overige benodigde 30 posten komen bij de Commissie vandaan, want de Commissie heeft het GNSS-agentschap (global navigation satellite system- agentschap) extra taken opgelegd. Hiervoor heeft de Commissie haar personeelspool met 30 posten verminderd, die ten gunste komen aan het GNSS-agentschap.

Een ander onderdeel van deze mededeling betreft een verschuiving binnen de EU-begroting van schoolvergoedingen van kinderen van agentschapspersoneel. De Commissie stelt voor om de kosten van Europese «type 2» scholen2 in het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) altijd ten laste van de begroting van het desbetreffende agentschap te brengen. Nu komen de schoolkosten alleen ten laste van een agentschap wanneer er geen Europese «type 2» school in de buurt is (als deze er wel zijn, dan komen de kosten ten laste van categorie 5 «Administratie» van de EU-begroting). Om de agentschappen die door deze nieuwe maatregel getroffen worden te compenseren, stelt de Commissie voor om de EU-bijdrage van de getroffen agentschappen in totaal met 28,4 mln euro te verhogen.

Ook wordt er een voorstel gedaan voor de beschikbare financiële middelen voor gedecentraliseerde agentschappen. De kredieten dienen te passen binnen de horizontale limieten per rubriek die zijn overeengekomen voor het nieuwe MFK. De Commissie raamt de totale uitgaven aan deze agentschappen in de nieuwe MFK-periode 2014–2020 op 5,8 miljard euro (in prijzen 2011; 6,5 miljard in lopende prijzen).

De voorstellen in deze mededeling betreffen alleen bestaande agentschappen. Er wordt in de mededeling kort melding gemaakt van twee nog op te richten agentschappen; de Europese Afwikkelingsraad en het Europees Openbaar Ministerie (EOM). De Europese Afwikkelingsraad zal naar verwachting volledig worden gefinancierd uit bijdragen van de bankensector en dus zal steun uit de EU-begroting niet nodig zijn. Het Parlement is geïnformeerd over de Europese Afwikkelingsraad in de recente kabinetsreactie op het Commissievoorstel voor een «Single Resolution Mechanism». Door middel van het recente BNC-fiche is het Parlement geïnformeerd over de Nederlandse positie ten aanzien van het EOM.

3. Wat is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling en de eventueel daarin aangekondigde concrete wet- en regelgeving? Hoe schat Nederland de financiële gevolgen in, alsmede de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

Bevoegdheidsvaststelling

De middelen uit dit voorstel worden gefinancierd uit de EU-begroting. De rechtsbasis voor de EU-begroting in het VWEU is Artikel 310. Nederland acht dit de juiste rechtsbasis.

Subsidiariteit en Proportionaliteit

Deze mededeling heeft betrekking op reeds bestaande agentschappen. Verschuivingen in het personeelsbestand van EU-agentschappen is een zaak van de EU. Nederland staat dan ook positief tegenover de subsidiariteit van deze mededeling. Ook de proportionaliteit van het voorstel wordt positief beoordeeld, aangezien de Commissie in deze mededeling het aantal personele posten van gedecentraliseerde agentschappen over de periode 2014–2020 met 5% reduceert en de budgetten voor de agentschappen ten opzichte van de huidige periode een realistische ontwikkeling laten zien. De Commissie heeft hierbij bovendien rekening gehouden met de indicatieve enveloppes die zijn opgenomen voor agentschappen in de verdeling van MFK-maxima die zijn vastgesteld tijdens de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

Financiële gevolgen

Dit fiche gaat uitsluitend in op de verdeling van middelen uit de EU-begroting. De Commissie raamt de totale uitgaven uit de EU-begroting aan gedecentraliseerde agentschappen in de nieuwe MFK-periode op 5,8 miljard euro (periode 2014–2020 in prijzen 2011, in lopende prijzen komt dit neer op 6,5 miljard euro). Nederland is van mening dat de middelen voor agentschappen moeten worden gevonden binnen de in de ER van februari 2013 afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de EU jaarbegroting. Deze mededeling heeft geen financiële gevolgen voor de nationale begroting.

Nederland zal wel alert blijven op de omvang en takenontwikkeling van ieder agentschap ongeacht de budgettaire plafonnering. Deze alertheid omvat ook de afbakening van taken tussen agentschappen onderling en de daarmee corresponderende omvang van de agentschappen en toereikendheid van financiële middelen. Nederland kan de door de Commissie voorgestelde verdeling onderschrijven. Mocht in de loop van de besluitvorming druk ontstaan op deze verdeling, dan zal Nederland zich inzetten voor de toereikendheid van middelen op de JBZ-terreinen alsmede onderzoek en innovatie, binnen de doelstelling van 5% personeelsreductie voor agentschappen.

Gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

Aangezien dit fiche alleen ziet op Europese agentschappen is er niet direct sprake van nieuwe wet- en regelgeving en administratieve lasten op nationaal niveau.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland vindt het positief dat de Commissie met deze mededeling een plan presenteert hoe zij de geplande personele reductie van 5% bij EU instellingen en agentschappen in de periode 2014 – 2020 doorvoert. Bij de personeelsverschuivingen zou ook rekening moeten worden gehouden met mogelijke oprichting van nieuwe agentschappen (als deze worden gefinancierd uit de EU-begroting). Daarnaast is Nederland tevreden over het feit dat de Commissie bij het doorvoeren van de financiële en personele reductie bij de agentschappen een gedifferentieerde benadering hanteert. Wel zou Nederland, uitgaande van de taakstelling van 5%, graag meer onderbouwing zien van de precieze keuzes die zijn gemaakt bij de toedeling van posten.

Nederland is van mening dat de indicatieve budgetten voor deze agentschappen over het algemeen een realistische ontwikkeling over de periode 2014 – 2020 laten zien. Volgens de Commissie zijn deze budgetten inpasbaar binnen de plafonds voor het MFK 2014–2020 en gebaseerd op de indicatieve enveloppes voor de uitgaven voor agentschappen die zijn vastgesteld tijdens de Europese Raad van februari dit jaar. De daadwerkelijke jaarlijkse budgetten zullen moeten worden vastgesteld tijdens de onderhandelingen over de EU-jaarbegroting.

Ook heeft Nederland geen bezwaar tegen een verschuiving binnen de EU-begroting van de schoolvergoeding voor kinderen van agentschapspersoneel.


X Noot
1

Evenals voor andere EU-ambtenaren, geldt voor personeel van agentschappen dat hun werkweek zal worden verlengd naar 40 uur, zonder salariscompensatie.

X Noot
2

Dit zijn nationale scholen die een eenzelfde curriculum hebben als Europese scholen.

Naar boven