22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1602 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 april 2013

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij twee fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Mededeling slimme regelgeving mkb

Fiche 2: Kaderrichtlijn maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd Kustbeheer (Kamerstuk 33 601, nr. 3)

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Fiche: Mededeling Slimme regelgeving mkb

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de regio’s: «Slimme regelgeving – Inspelen op de behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen»

Datum ontvangst Commissiedocument

14 maart 2012

Nr. Commissiedocument

COM (2013) 122

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad

Raad voor Concurrentievermogen

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Economische Zaken

2. Essentie voorstel

In de mededeling «Slimme regelgeving, inspelen op de behoeften van kleine -en middelgrote ondernemingen (mkb)» benadrukt de Europese Commissie (hierna Commissie) het belang van het mkb voor de Europese economie. De Commissie zet haar al ingezette beleid uiteen voor het mkb en de voortuitgang die op deze terreinen is geboekt: nadruk op minder strenge regels voor het mkb, vrijstellingen voor micro-ondernemingen in de EU wetgeving, een jaarlijks scoreboard voor het mkb en ondersteunen en consulteren van het mkb. In de voorliggende mededeling gaat de Commissie daarnaast in op de resultaten van de consultatie uit december 2012 over welke Europese wet- en regelgeving door het Europees midden- en kleinbedrijf als meest belemmerend wordt ervaren. In deze zogenoemde «top-10 raadpleging» werd het Europees mkb gevraagd aan te geven welke Europese regels hen het meest hinderen in hun bedrijfsvoering. Op basis van de resultaten wil de Commissie vervolgens onderzoeken op welke manieren men de regelgeving aan kan passen om het leven voor het mkb te vergemakkelijken.

Geconcludeerd wordt dat het mkb de wetgeving op de volgende terreinen als het meest belemmerend ervaart (in volgorde van het meest naar minst genoemd door het mkb): REACH (chemische stoffen), wetgeving met betrekking tot BTW teruggave, productveiligheid, aanbestedingen, veiligheid en gezondheid op het werk, afvalverwerking, gegevensbescherming (dataprotectie), werktijden, controleapparaten in het wegvervoer (tachografen). Tot slot ondervindt men problemen bij de erkenning van beroepskwalificaties tussen de lidstaten.

Om de regeldruk voor het mkb te verminderen wordt aangekondigd dat de resultaten van de consultatie onderdeel uit zullen maken van het Regulatory Fitness and Performance Programme (REFIT) van de Europese Commissie1. De Commissie geeft aan dat zij op basis van de consultatie de ergernissen van het bedrijfsleven serieus in overweging zal nemen. De Commissie wil in juni 2013 met een rapport komen waarin zij haar vervolgstappen presenteert.

3. Wat is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling en de eventueel daarin aangekondigde concrete wet- en regelgeving? Hoe schat Nederland de financiële gevolgen in, alsmede de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

Bevoegdheidsvaststelling

De mededeling valt binnen het bereik van artikel 6, onderdeel (industrie) en artikel 4, tweede lid, onderdeel a (interne markt) van het VWEU. De Commissie is bevoegd om om EU-maatregelen, zoals de top 10 lijst, aan te vullen of te wijzigen. De Commissie is dan ook bevoegd tot het uitbrengen van een mededeling op dit terrein.

Subsidiariteit en proportionaliteit

Nederland heeft een positieve grondhouding ten opzichte van zowel de subsidiariteit als de proportionaliteit. Subsidiariteit en proportionaliteit zijn leidende principes bij de doelstelling van de vermindering van administratieve lasten. Maatregelen die regeldruk beogen te verminderen, zoals de aanpak van de top-10 maatregelen uit het scoreboard, geven derhalve invulling aan deze principes. Nederland is er voorstander van dat de Commissie eigen maatregelen monitort. De lidstaten zijn vervolgens zelf verantwoordelijk voor de nationale regeldrukprogramma’s en uitvoering van EU-regelgeving. De maatregelen die de Commissie voorstelt laten voldoende ruimte voor nationale besluiten en staan inhoudelijk in verhouding tot de geformuleerde doelstellingen. De mededeling geeft aan dat via het REFIT programma de top 10 van als belemmerend ervaren EU regelgeving zal worden doorgelicht op doelmatigheid, inconsistenties, lacunes en doeltreffendheid. Inzet van Nederland zal zijn om aandacht te vragen voor proportionaliteit van de top 10 maatregelen, vooral vanwege de impact op het mkb.

Financiële gevolgen, regeldruk en administratieve lasten

In dit stadium is het niet voor alle tien de genoemde knelpunten duidelijk wat de positieve financiële gevolgen zijn voor het mkb en wat de daadwerkelijke impact is op de regeldruk. Het is daarnaast onduidelijk wat de impact van de voorgestelde maatregelen is op de EU-lidstaten zelf en ook hun regionale en lokale overheden. Naar verwachting zal het rapport van juni 2013 hier een antwoord op geven.

De mededeling is gericht op het verbeteren van EU-regelgeving en het verminderen van onnodige regeldruk en administratieve lasten. Voorgesteld wordt de resultaten van de consultatie onderdeel uit te laten maken van het Regulatory Fitness and Performance Programme (REFIT) van de Commissie. Het lijkt te verwachten dat deze aanpak een positief effect zal hebben op het verbeteren van de kwaliteit van EU-regelgeving en het wegnemen van knelpunten voor het mkb.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland is positief over de mededeling. Nederland ondersteunt het grote belang van het mkb als aanjager van de (Europese) economie. Nederland ondersteunt de duidelijke verbinding tussen vermindering regeldruk en bevordering van economische groei in de huidige economische crisis. In essentie ligt de sleutel tot reductie van lasten volgens Nederland vooral in de sfeer van het vereenvoudigen en ondersteunen van de uitvoering.

In het regeerakkoord is dan ook opgenomen dat het kabinet met kracht doorgaat met het verminderen van regeldruk voor bedrijven, professionals en burgers. Nederland wil dit bereiken door nationaal een structurele verlaging van de regeldruk per 2017 met netto € 2,5 miljard (t.o.v. 2012). Verminderen van de minder meetbare, maar zeer merkbare regeldruk (vooral voor het mkb) in een aantal gesloten sectoren en domeinen sluit goed aan bij de top-10 van knelpunten van het mkb. Na consultatie van het Nederlandse bedrijfsleven (VNO NCW/mkb Nederland) blijkt dat het Nederlandse mkb zich goed in de top-10 van knelpunten kan herkennen.

Wel plaatst Nederland enige kanttekeningen bij de mededeling:

  • De mededeling geeft aan dat via het REFIT-programma de top-10 van EU-regelgeving zal worden doorgelicht op doelmatigheid, inconsistenties, lacunes en doeltreffendheid. Daarbij wordt echter beperkt aandacht geschonken aan de daadwerkelijke kosten van EU-regelgeving, de zogenoemde «nalevingskosten». De berekening van nalevingskosten lijkt zich te beperken tot alleen de Impact Assessments en worden niet meegenomen in de voorgestelde top-10 van EU-regelgeving. Nederland ziet nalevingskosten van (EU-)wetgeving als onderdeel van de volledige beleidscyclus van betere regelgeving;

  • De Commissie kondigt aan met maatregelen te komen. Onduidelijk is of daarmee bedoeld wordt: de maatregelen die als problematisch worden ervaren, de activiteiten in het kader van de onderhavige mededeling (scorebord, verdere ondersteuning en raadpleging mkb, etc.) of de aanpassingen van de bestaande wetgevingsinstrumenten c.q. de toetsing van nieuwe wetgevingsinstrumenten. Nederland wil in elk geval dat de Commissie snel komt met concrete opties voor wijzigingen in de regelgeving, zodat dit wordt meegenomen in het werkprogramma van de Europese Commissie van 2014. De Commissie moet bij elk van de tien geïdentificeerde EU-regelgevingsgebieden aangeven wat zij concreet voor het mkb wil doen, dan wel bepaalde regelgeving geheel wil schrappen. Voorstellen tot lastenreductie voor (enkel) het mkb moeten gerechtvaardigd kunnen worden doordat vastgesteld is dat het mkb, in vergelijking tot het overige deel van het bedrijfsleven, een onevenredige last van die regels ondervindt. De wenselijkheid van vermindering van lasten voor het mkb, met name nalevingskosten, moet in elk concreet geval afgewogen worden tegen het belang dat met de belemmerende regels wordt gediend. Nederland zal elke voorgestelde wijziging in de regelgeving vervolgens op haar eigen merites beoordelen. Hierbij zal ook rekening worden gehouden met de Nederlandse inventarisatie van EU-regelgeving in het licht van de subsidiariteit, in welk kader in het najaar van 2013 voorstellen zullen worden gedaan aan de Commissie.

  • In de mededeling wordt per genoemde ergernis niet aangegeven wat het probleem is of de noodzaak tot versimpeling van de regelgeving die uit de consultatie is gebleken. Dit maakt het moeilijk om na te kunnen gaan of de door de Commissie voorgestelde maatregelen/oplossingen aansluiten bij het door het bedrijfsleven aangegeven probleem. Nederland wil graag zien dat de Commissie in haar rapport van juni per genoemde ergernis een duidelijke relatie weergeeft tussen de door het bedrijfsleven aangegeven problemen en de door de Commissie voorgestelde maatregelen ter oplossing van deze problemen. Tegelijkertijd zal met VNO NCW / MKB Nederland besproken worden waar precies de problemen op de verschillende EU-regelgevingsgebieden liggen teneinde de voor juni aangekondigde Commissie-voorstellen beter op hun merites te kunnen beoordelen.

De voorgestelde acties uit de mededeling van de Commissie kunnen een positieve bijdrage leveren aan de uitvoering van de afspraken uit het regeerakkoord als het gaat om het verminderen van onnodige regeldruk voortkomend uit EU-wetgeving, met name voor het mkb.

Het kabinet zal de Commissie voor de zomer van 2013 daarnaast een lijst sturen met EU-regels die leiden tot onnodige regeldruk voor ondernemers, waaronder het mkb, met het verzoek deze te vereenvoudigen of te schrappen. De Tweede Kamer wordt in het tweede kwartaal van 2013 per brief geïnformeerd over de verdere acties op het terrein van regeldruk over de periode 2013–2017.


X Noot
1

BNC fiche Mededeling gezonde EU-regelgeving (Kamerstuk 22 112, nr. 1555)

Naar boven