22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1518 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 november 2012

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vijf fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Mededeling EU raamwerk online gokken (Kamerstuk 22 112, nr. 1516)

Fiche 2: Mededeling deelname EU aan Greco (Kamerstuk 22 112, nr. 1517)

Fiche 3: Verordening vangstmogelijkheden autonome EU bestanden 2013

Fiche 4: Verordening Fonds voor hulp aan minstbedeelden in de EU (Kamerstuk 22 112, nr. 1519)

Fiche 5: Mededeling en richtlijn gender balans bij beursgenoteerde bedrijven (Kamerstuk 33 483, nr. 2)

De minister van Buitenlandse Zaken, F. C. G. M. Timmermans

Fiche: Verordening Vangstmogelijkheden autonome EU bestanden 2013

1. Algemene gegevens

Titel voorstel:

Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor geen internationale onderhandelingen worden gevoerd of geen internationale overeenkomsten gelden.

Datum Commissiedocument:

23 oktober 2012

Nr. Commissiedocument:

COM(2012) 608

Prelex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=200846

Nr. Impact Assessment Commissie en Opinie Impact Assessment Board:

n.v.t.

Behandelingstraject Raad:

Landbouw- en Visserijraad 17–18 december 2012

Eerstverantwoordelijk ministerie:

Economische Zaken

Rechtsbasis, besluitvormingsprocedure Raad, rol Europees Parlement, gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

  • a) Rechtsbasis: Artikel 43, lid 3, van Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

  • b) Besluitvormingsprocedure Raad en rol Europees Parlement: gekwalificeerde meerderheid van de Raad, het Europees Parlement is niet betrokken.

  • c) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen: n.v.t.

2. Samenvatting BNC-fiche

Korte inhoud voorstel:

Dit voorstel bevat de vangst- en inspanningsbeperkingen voor de EU-visserij voor 2013. Deze zijn nodig om de totstandbrenging van een ecologisch, economisch en sociaal duurzame visserij te verwezenlijken, zoals beoogd wordt met het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Bij de voorstellen is rekening gehouden met de richtsnoeren van de raadpleging tijdens de Raad van juni 2012 («policy statement» – COM (2012) 278, Kamerstuk 22 112, nr. 1442).

– Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

Bevoegdheid: artikel 3, lid 1, onder d) van de VWEU, exclusieve bevoegdheid

Subsidiariteit: n.v.t.

Proportionaliteit: positief

Implicaties/risico’s/kansen: geen

Nederlandse positie en eventuele acties: Het kabinet wil voor de bestanden waar weinig kennis van is het voorzorgsprincipe volgen, maar een automatische reductie van de TACs 2012 met 20% gaat een stap te ver. Van geval tot geval moet worden bekeken wat de meest passende benadering is. Het kabinet zal erop aandringen dat er voldoende zeedagen zijn om de quota op te kunnen vissen. Voorts is het kabinet verheugd te zien dat de pilot met volledig gedocumenteerde visserij kan doorgaan in 2013, maar is het van mening dat de voorwaarden geen belemmering mogen zijn om hier aan mee te doen. Het kabinet stemt in met de toepassing van de MSY benadering (Maximaal Duurzame Opbrengst), maar vraagt zich af of het vervroegen van de streefdatum van 2015 naar 2013 overal wel haalbaar is, zonder de stabiliteit van sommige lokale Europese sectoren te compromitteren. Het kabinet zet in op een adequate bescherming van kwetsbare soorten als haaien en roggen en zal bij de Commissie aandringen op reducties van de vangstmogelijkheden en handhaving van de bestaande lijst van verboden soorten. Tot slot staat het kabinet staat kritisch tegenover de splitsing van de totale TAC- en quotaverordening in een deel voor de autonome EU-bestanden (het onderhavige voorstel) en een deel voor gezamenlijk met derde landen beheerde bestanden. De splitsing draagt niet bij aan vereenvoudiging en bespoediging van besluitvorming en ze kan derde landen inzicht geven in de onderhandelingsruimte van de EU in de onderhandelingen met die derde landen over de gezamenlijk beheerde bestanden.

3. Samenvatting voorstel

Dit voorstel bevat de vangst- en inspanningsbeperkingen voor de EU-visserij voor 2013. Deze zijn nodig om de totstandbrenging van een ecologisch, economisch en sociaal duurzame visserij te verwezenlijken, zoals beoogd met het gemeenschappelijk visserijbeleid. Het voorstel is gebaseerd op de richtsnoeren in de raadpleging (policy statement COM (2012) 278, Kamerstuk 22 112, nr. 1442). Hieruit vloeit voort dat de meerjarenplannen gevolgd worden indien van toepassing. Zijn deze er niet, dan wordt naar Maximum Sustainable Yield (MSY, de maximaal duurzame opbrengst) toe gewerkt. Dit jaar kon MSY voor 20 bestanden worden toegepast, tegenover 12 vorig jaar. De Europese Commissie kiest ervoor om MSY al in 2013 te willen bereiken. Voor een groot aantal van oudsher gegevensarme bestanden is nu toch een vangstadvies gegeven. De Europese Commissie stelt voor om deze vangstadviezen te volgen. Daar waar helemaal geen advies is, wil de Europese Commissie de TAC (Total Allowable Catches, totale toegestane vangst) met 20% automatisch korten. Wanneer voor een bepaald bestand een TAC aan één enkele lidstaat wordt toegewezen, wordt die lidstaat gemachtigd het niveau van deze TAC vast te stellen.

De in dit voorstel voor Nederland belangrijke vangstmogelijkheden betreffen grote zilvervis, haring en zeeduivel in de Keltische Zee, roggen, tong in de Golf van Biskaje en horsmakreel. Hiervoor wil de Europese Commissie een daling van 12 tot 20% van de TACs. Het voorstel voor de vangstmogelijkheden voor roggen, doornhaai, horsmakreel, maar ook de zeedagen, wacht nog op wetenschappelijk advies. Verder is net als vorig jaar de mogelijkheid opgenomen om verder te kunnen experimenteren met «fully documented fisheries», dat wil zeggen extra vangstquota voor vaartuigen die zijn uitgerust met CCTV (closed circuit television). Tot slot bevat het een lijst van soorten waarvoor in principe een algeheel verbod geldt, zoals de haringhaai.

– Impact assessment Commissie

n.v.t.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

  • a) Bevoegdheid:

    Rechtsgrondslag is artikel 43 lid 3 VWEU. Het kabinet kan instemmen met deze rechtsbasis. Het Gemeenschappelijk Visserijbeleid is een exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie.

  • b) Subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel:

    Subsidiariteit: Niet van toepassing. Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder d), van het VWEU.

    Proportionaliteit: Het kabinet beoordeelt de proportionaliteit positief, omdat deze maatregelen bijdragen aan het doel van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid om te zorgen voor een vanuit economisch, ecologisch en sociaal oogpunt duurzame exploitatie van de visbestanden. Een kanttekening hierbij is dat het kabinet wel kritisch is ten aanzien van de automatische reductie met 20% voor bestanden zonder advies.

  • c) Nederlands oordeel over de voorstellen op het gebied van gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen: Niet van toepassing

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

  • a) Consequenties EU-begroting: geen

  • b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden: geen

  • c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger: geen financiële consequenties.

  • d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger: Beperkt, twee verschillende verordeningen compliceert besluitvorming en uitvoering, maar dit is niet bezwaarlijk.

6. Implicaties juridisch

  • a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo): geen

  • b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: 1 januari 2013

  • c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling: neen

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

  • a) Uitvoerbaarheid: dit voorstel leidt niet tot aanmerkelijke additionele lasten

  • b) Handhaafbaarheid: idem

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Er zijn geen consequenties voor ontwikkelingslanden.

9. Nederlandse positie

Het kabinet wil voor de bestanden waar weinig kennis van is het voorzorgsprincipe volgen, maar een automatische reductie van de TACs 2012 met 20% gaat een stap te ver. Van geval tot geval moet bekeken worden wat de meest passende benadering is. Het kabinet zal erop aandringen dat er voldoende zeedagen zijn om de quota op te kunnen vissen. Voorts is het kabinet verheugd te zien dat de pilot met volledig gedocumenteerde visserij kan doorgaan in 2013, maar is het van mening dat de voorwaarden geen belemmering mogen zijn om hier aan mee te doen. Het kabinet stemt in met de toepassing van de MSY benadering (Maximaal Duurzame Opbrengst), maar vraagt zich af of het vervroegen van de streefdatum van 2015 naar 2013 overal wel haalbaar is, zonder de stabiliteit van sommige lokale Europese sectoren te compromitteren. Het kabinet zet in op een adequate bescherming van kwetsbare soorten als haaien en roggen en zal bij de Commissie aandringen op reducties van de vangstmogelijkheden en handhaving van de bestaande lijst van verboden soorten. Tot slot staat het kabinet kritisch tegenover de splitsing van de totale TAC- en quotaverordening in een deel voor de autonome EU-bestanden (het onderhavige voorstel) en een deel voor gezamenlijk met derde landen beheerde bestanden. De splitsing draagt niet bij aan vereenvoudiging en bespoediging van besluitvorming en ze kan derde landen inzicht geven in de onderhandelingsruimte van de EU in de onderhandelingen met die derde landen over de gezamenlijk beheerde bestanden.

Naar boven