22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1436 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2012

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij een fiche aan te bieden die werd opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: mededeling combinatie-effecten chemische stoffen

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Fiche: mededeling combinatie-effecten chemische stoffen

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan de Raad.

Combinatie-effecten van chemische stoffen. Mengsels van chemische stoffen

Datum Commissiedocument

31-5-2012

Nr. Commissiedocument

COM (2012) 252

Pre-lex

http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=201643

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad

Milieuraad en mogelijk de Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport

2. Essentie voorstel

De gezondheids- en milieueffecten van gelijktijdige blootstelling aan allerlei chemische stoffen staan steeds meer in de belangstelling. Deze effecten staan bekend als combinatie-effecten, mengseleffecten of cocktaileffecten. Het Europees Parlement heeft aangegeven dat in het kader van de EU-wetgeving over chemische stoffen rekening gehouden moet worden met de combinatie-effecten van chemische stoffen op de menselijke gezondheid en het milieu. Op 22 december 2009 heeft de Raad, onder meer op grond van de bezorgdheid die was ontstaan naar aanleiding van een Deens onderzoek bij peuters, een reeks conclusies over «combinatie-effecten van chemische stoffen» aangenomen.

De Raad heeft de Commissie met name gevraagd «... te beoordelen of en in welke mate de bestaande communautaire wetgeving ter zake een adequaat antwoord biedt op de risico’s van blootstelling aan diverse chemische stoffen uit verschillende bronnen en via verschillende routes, op basis daarvan passende wijzigingen, richtsnoeren en beoordelingsmethoden te overwegen, en uiterlijk begin 2012 hierover verslag uit te brengen bij de Raad.»

In deze mededeling – waarmee de Commissie formeel gevolg geeft aan het verzoek van de Raad – wordt met name onderzocht of de bestaande EU-wetgeving, die hoofdzakelijk is gebaseerd op de beoordeling van afzonderlijke stoffen en dito bronnen, daadwerkelijk het hoge beschermingsniveau garandeert dat door het Verdrag wordt geëist. De aanpak van mengsels van chemische stoffen vormt een probleem dat ook bij het uittekenen van de toekomstige prioriteiten van het milieubeleid de passende aandacht zal krijgen. Acties ter vermindering van de blootstelling aan potentieel schadelijke mengsels van chemische stoffen zullen voorts bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen van het programma «Gezondheid voor groei».

De conclusie van de analyse is dat de combinatie-effecten op dit moment niet goed worden afgedekt. Om een voldoende beschermingsniveau voor mensen te waarborgen is het in sommige gevallen noodzakelijk om (blootstelling)concentraties van verschillende stoffen bij elkaar op te tellen. Dit moet dan gebeuren bij stoffen die op een vergelijkbare manier bij het organisme aangrijpen. Voor in de vrije natuur voorkomende organismen en het ecosysteem geldt dat ook stoffen die op verschillende manieren aangrijpen elkaars effect op de populatie kunnen versterken. Bij deze stoffen moet dus ook rekening gehouden worden met werkingsmechanismen die onafhankelijk van elkaar zijn.

In het licht van bovenstaande zal de Commissie de volgende activiteiten ontplooien:

  • (1) Instelling van een ad-hocwerkgroep van betrokken diensten, agentschappen en instanties (EFSA, ECHA, EMEA en EEA) om de wetgevingssectoroverschrijdende coördinatie te versterken en de geïntegreerde beoordeling te bevorderen. Eventuele vervolgmaatregelen zullen worden ondernomen in het raam van de wetgeving die thans op elke stof van toepassing is.

  • (2) Opstelling, tegen juni 2014 en rekening houdend met het advies van de wetenschappelijke comités, van technische richtsnoeren ter bevordering van een samenhangende, de diverse sectoren van de EU-wetgeving overkoepelende aanpak van de beoordeling van prioritaire mengsels. Deze richtsnoeren zullen eventueel bestaande regelgeving niet vervangen en evenmin de marktdeelnemers nieuwe lasten of verplichtingen opleggen. De ontwikkeling van deze richtsnoeren zal door de in punt 1 genoemde ad-hocwerkgroep worden gecoördineerd.

  • (3) Ondersteuning van de verwerving van een beter inzicht in de mengsels van chemische stoffen waaraan bevolkingsgroepen en het natuurlijke milieu daadwerkelijk worden blootgesteld, door:

    • (a) het analyseren, in overleg met de betrokken agentschappen, van de monitoringgegevens die momenteel in het kader van de EU-wetgeving worden verzameld of in het kader van door de EU gefinancierd onderzoek worden verkregen;

    • (b) het bevorderen van een meer samenhangende aanpak van het verzamelen, bundelen, opslaan en exploiteren van chemische monitoringgegevens betreffende mens en milieu door de instelling van een platform voor chemische monitoringgegevens.

  • (4) Onderzoek van mogelijkheden om sommige andere hiaten in onze kennis te delgen, met name op het gebied van (i) de werkingswijzen van chemische stoffen, (ii) de groepering van chemische stoffen in functionele categorieën of beoordelingsgroepen, (iii) de voorspelling van interacties en (iv) het in kaart brengen van de chemische stoffen die het sterkst bijdragen tot de giftigheid van mengsels. Die acties kunnen ten dele worden ondersteund via Horizon 2020.

  • (5) Bevordering van een consistente en wetenschappelijk verantwoorde aanpak van de risicobeoordeling van mengsels van chemische stoffen op wereldniveau door deelneming aan relevante internationale activiteiten.

  • (6) Publicatie, tegen eind juni 2015, van een verslag over de beoordeling van mengsels van chemische stoffen, waarin een overzicht zal worden geboden van de resultaten en ervaringen die middels de in punt 1 tot en met 5 genoemde acties zijn verkregen.

Bij de tenuitvoerlegging van de in punt 1 tot en met 5 beschreven maatregelen zal de Commissie samenwerken met de lidstaten en andere belanghebbenden. De vorm van die samenwerking moet nog nader worden uitgewerkt. Daarbij zal zo veel mogelijk gebruik worden gemaakt van bestaande structuren.

3. Wat is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling en de eventueel daarin aangekondigde concrete wet- en regelgeving? Hoe schat Nederland de financiële gevolgen in, alsmede de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

  • a) Bevoegdheid

    De Unie heeft op basis van artikel 4 lid 2, sub e VWEU een gedeelde bevoegdheid op dit terrein.

  • b) Subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

    Nederland heeft een positieve grondhouding ten aanzien van subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling. Deze problematiek is grensoverschrijdend en derhalve is het goed dat hieraan op niveau van de Europese Unie aandacht wordt besteed.

    De Commissie gaat in deze mededeling niet verder dan hetgeen haar door de Raad, en voordien het Europees parlement, is gevraagd.

Deze mededeling heeft vooralsnog geen financiële gevolgen. Evenmin is er in dit stadium sprake van gevolgen voor de regeldruk en administratieve lasten.

Op basis van het verslag met de nadere bevindingen, dat in juni 2015 zal verschijnen, zullen deze aspecten opnieuw worden beoordeeld.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland onderschrijft de conclusies van de mededeling aangaande de mogelijke combinatiewerking van chemische stoffen. De door de Commissie voorgestelde activiteiten zijn een eerste stap.

De voorgestelde vervolgstappen dienen ter vergroting van de kennis over combinatie-effecten en om te zoeken naar wetenschappelijk verantwoorde methoden om de risicobeoordeling van mengsels van chemische stoffen aan te pakken. In dat licht is het toewerken naar een verslag met nadere bevindingen per medio 2015 volgens Nederland noodzakelijk, maar zoals gezegd slechts de eerste stap. Nederland zal er op toezien dat het verslag aanbevelingen bevat om de eventueel geconstateerde hiaten in de regelgeving te dekken. Gedurende het proces zal duidelijk worden welke nadere stappen noodzakelijk zijn.

Naar boven