22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1145 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2011

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij drie fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

  • Fiche 1: Deelname Europese Unie aan kapitaalverhoging Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling;

  • Fiche 2: Mededeling voortijdig schoolverlaten aanpakken (kamerstuk 22 112, nr. 1146);

  • Fiche 3: Mededeling grondstoffen en grondstofmarkten: uitdagingen en oplossingen (kamerstuk 22 112, nr. 1147).

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Fiche: Deelname Europese Unie aan kapitaalverhoging Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling

1. Algemene gegevens

Titel voorstel: Besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de inschrijving van de Europese Unie op nieuwe aandelen in het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) ingevolge het besluit dit kapitaal te verhogen

Datum Commissiedocument: 2 februari 2011

Nr. Commissiedocument: COM(20011)34 definitief

Prelex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=200120

Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad: EcoFin Raad via Groep Financiële Raden

Eerstverantwoordelijk ministerie: Het ministerie van Financiën in nauwe samenwerking met het ministerie van Buitenlandse Zaken

Rechtsbasis, stemwijze Raad, rol Europees Parlement en delegatie en/of comitologie:

  • a) Rechtsbasis: 212 VWEU

  • b) Stemwijze Raad en rol Europees Parlemen: gewone wetgevingsprocedure (gekwalificeerde meerderheid Raad en medebeslissing Europees Parlement)

  • c) Delegatie en/of comitologie: n.v.t.

2. Samenvatting BNC-fiche

– Korte inhoud voorstel

In mei 2010 hebben de aandeelhouders van de EBWO, waaronder de EU, besloten het kapitaal van de EBWO te verhogen. Met dit besluit wordt het aandeel van de EU in deze kapitaalverhoging geregeld. Het gaat daarbij niet om een daadwerkelijke storting van kapitaal, maar alleen om het verhogen van het opvraagbare kapitaal (garantiekapitaal).

– Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

Het voorstel is in lijn met de bevoegdheden van de EU. Subsidiariteitsoordeel is niet van toepassing, het proportionaliteit is positief.

– Risico’s/implicaties/kansen:

Kapitaalverhoging (en EU-aandeel daarin) stelt de bank in staat de landen in de EBWO-regio adequaat te ondersteunen in crisis en herstel.

– Nederlandse positie en eventuele acties

Nederland heeft in 2010 de kapitaalverhoging van de EBWO gesteund en steunt nu ook het EU-aandeel daarin.

3. Samenvatting voorstel

– Inhoud voorstel

In mei 2010 hebben de gouverneurs van de EBWO (EBRD), vanwege de financieel-economische crisis, besloten het kapitaal van de EBWO te verhogen met 50% (ofwel een verhoging met € 10 miljard bovenop het bestaande kapitaal van € 20 miljard). De EU is aandeelhouder van de EBWO. Met voorliggend besluit wordt de deelname van de EU aan de kapitaalverhoging van de EBWO geregeld. De EU zal haar deelname aan het opvraagbare kapitaal van de EBWO verhogen met € 270,13 miljoen. Er hoeft geen kapitaal door de aandeelhouders, dus ook niet door de EU, te worden bijgestort. De kapitaalverhoging van de EBWO betreft namelijk voor het overgrote deel (€ 9 miljard) een ophoging van het opvraagbaar kapitaal. Dit is kapitaal dat niet door aandeelhouders gestort wordt, maar waarmee aandeelhouders garant staan voor het geval de bank ooit in solvabiliteitsproblemen zou komen. Het andere deel van de kapitaalverhoging, € 1 miljard, betreft een overheveling uit de reserves van de bank naar het gestorte kapitaal. De kapitaalverhoging heft een tijdelijk karakter (toegesneden op crisis en herstel). In 2016 kan worden besloten een deel van de kapitaalverhoging terug te draaien (in dit geval door een verlaging van garantie door de aandeelhouders).

– Impact assessment Commissie: niet opgesteld

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

  • a) Bevoegdheid: het voorstel is in lijn met de bevoegdheden van de EU (art. 212 VWEU: maatregelen inzake economische, financiële en technische samenwerking, m.n. bijstand aan derde landen).

  • b) Functionele toets:

    • Subsidiariteit: niet van toepassing. De EU is net als alle EU-lidstaten aandeelhouder van de EBWO. Tot verhoging van het EU-aandeel kan enkel op EU-niveau besloten worden;

    • Proportionaliteit: positief. Gekozen omvang en vormgeving van de kapitaalverhoging is voldoende om landen in EBWO-regio adequaat te ondersteunen in crisis en herstel.

  • c) Nederlands oordeel: Nederland heeft in 2010 de kapitaalverhoging van de EBWO gesteund en steunt nu ook het EU-aandeel daarin.

5. Implicaties financieel

  • a) Consequenties EU-begroting:

    Omdat er aan de kapitaalverhoging van de EBWO consequenties verbonden zijn voor de EU-begroting (vanwege het aandeelhouderschap van de EU) is een apart besluit van de Raad en het Europees Parlement nodig. Wat betreft de financiële gevolgen gaat het in voorliggend geval niet om een betaling in contanten, de aandeelhouders hoeven namelijk geen kapitaal te storten. Het betreft hier alleen een deelname in het verhoogde opvraagbare kapitaal. Hiervoor wordt in het begrotingsonderdeel 01 03 01 02 (EBWO, opvraagbare gedeelte van het geplaatste kapitaal) een pro memorie melding/aantekening gemaakt. Hierin wordt verwezen naar het voorwaardelijke karakter van de opvraging (alleen als de bank in solvabiliteitsproblemen komt, wat opvraging hoogst onwaarschijnlijk maakt want de bank heeft triple A status met 63 landen als aandeelhouders) en naar de omvang ervan (verhoging van opvraagbare deel van het kapitaal met € 270,13 miljoen). Eventuele budgettaire gevolgen dienen te worden opgevangen binnen de bestaande kaders van de EU-begroting.

  • b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/of decentrale overheden: n.v.t.

  • c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger: n.v.t.

  • d) Administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden: n.v.t.

  • e) Administratieve lasten voor bedrijfsleven en burger: n.v.t.

6. Implicaties juridisch

  • a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid, inclusief de toepassing van lex silencio positivo: n.v.t.

  • b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen): aandeelhouders van de EBWO, dus ook de EU, hebben tot 30 april (of uiterlijk eind 2011 ingeval de Raad van bewindvoerders van de EBWO daartoe besluit) de tijd om in te schrijven op de nieuwe aandelen. De kapitaalverhoging van de EBWO treedt in werking wanneer op minstens 50% van de totale nieuwe aandelen is ingeschreven.

  • c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling: n.v.t.

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

  • a) Uitvoerbaarheid: n.v.t.

  • b) Handhaafbaarheid: n.v.t.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden: n.v.t.

9. Nederlandse positie (belangen en eerste algemene standpunt)

Nederland heeft de kapitaalverhoging van de EBWO gesteund (zie de brief aan de Tweede Kamer van 25 juni 2010) en steunt ook het voorliggende besluit voor de EU-deelname aan de kapitaalverhoging. De kapitaalverhoging stelt de EBWO in staat om de landen in de EBWO-regio (landen in Midden- en Oost-Europa, de Kaukasus en Centraal-Azië, Mongolië en Turkije), die eveneens zijn getroffen door de crisis, te ondersteunen in hun herstel. Door de kapitaalverhoging kan de bank haar jaarlijkse uitleenvolume verhogen. De EBWO geeft hiermee zichtbaar gevolg aan de oproep van de G20 van mei 2009 om zeker te stellen dat er voldoende kapitaal beschikbaar is voor een adequate crisisrespons en het begeleiden van economisch herstel.

Ook de vormgeving van de kapitaalverhoging is een belangrijke reden voor het positieve Nederlandse oordeel. De kapitaalverhoging heeft een expliciet tijdelijk karakter. Dit past bij de aard van de financieringsbehoefte (crisis en herstel) en het transitiemandaat van de EBWO. Het tijdelijke karakter van de kapitaalverhoging blijkt uit het feit dat de nieuw uit te geven aandelen aflosbaar zijn. Afhankelijk van de ongebruikte ruimte in het kapitaal kan in 2016 worden besloten een deel van de kapitaalverhoging weer ongedaan te maken (aan aandeelhouders af te lossen). De garanties die de EU en de lidstaten met deze kapitaalverhoging afgeven, kunnen dan weer worden verlaagd.

Naar boven