22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1128 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2011

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij drie fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

  • Fiche 1: Mededeling Donaustrategie;

  • Fiche 2: Mededeling Maritieme Ruimtelijke Ordening (Kamerstuk 22 112, nr. 1129);

  • Fiche 3: Mededeling Elektronisch factureren (Kamerstuk 22 112, nr. 1130).

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Fiche: Mededeling Donaustrategie

1. Algemene gegevens

Titel voorstel: Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Strategie van de Europese Unie voor de Donauregio en bijbehorend actieplan

Datum Commissiedocument: 8 december 2010

Nr. Commissiedocument: COM(2010) 715 final (Commissiemededeling)

SEC(2010) 1489 final (Actieplan)

Pre-lex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=en&DosId=199962

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: http://www.europarl.europa.eu/registre/docs_autres_institutions/commission_europeenne/sec/2010/1490/COM_SEC(2010)1490_EN.pdf

Behandelingstraject Raad: De Donaustrategie is een van de prioriteiten van het Hongaarse Voorzitterschap. Hongarije streeft naar aanname van de strategie op de Europese Raad van juni 2011.

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Buitenlandse Zaken

2. Essentie voorstel

De Donaustrategie is een macroregionale strategie, naar analogie van de Oostzeestrategie (Baltische Zeestrategie), die in oktober 2009 werd aangenomen en zich richt op een integrale aanpak van grensoverschrijdende problemen die zich voordoen in landen rond de Oostzee. De Donaustrategie richt zich op alle Donaustaten, zowel EU-lidstaten als niet-lidstaten, en moet ertoe bijdragen dat bestaande EU- en nationale instrumenten gecoördineerd ingezet worden om een maximaal effect te bereiken in het bestrijden van de internationale economische crisis en het duurzaam ontwikkelen van de Donauregio. De regio omvat veel landen die kampen met grensoverschrijdende problemen waarvan de consequenties – door de geografische ligging binnen Centraal- en Oost-Europa – binnen de Donauregio ver reiken.

De uitdagingen waarop de Donaustrategie gericht is, hebben allemaal met elkaar te maken. Zo zijn problemen rond waterkwaliteit en -kwantiteit, waterkracht, ecologie van de Donau en zijrivieren, vaarwegen en wegen, pijpleidingen en de geografische versnippering tussen lidstaten en niet-lidstaten van de EU met elkaar verbonden, wat een EU-aanpak rechtvaardigt boven verder gaan op de weg van nationale en bilaterale oplossingen. Het actieplan dat bij de mededeling is opgesteld, is in algemene termen opgesteld en noemt een reeks van mogelijke activiteiten, verdeeld over vier pijlers:

  • verbeteren van de verbindingen in de regio, bijv. door het verbeteren van (water-/spoor-)wegen en energie-infrastructuur

  • bescherming van het milieu en water in de regio (waterkwaliteit, overstromingsgevaar, biodiversiteit)

  • het bevorderen van sociaal-economische ontwikkeling in de Donaulanden, door meer aandacht voor het potentieel van toerisme en cultuur, het bevorderen van een basisinfrastructuur en betere grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie, educatie, werkgelegenheid en gemarginaliseerde groepen

  • institutioneel versterken van de regio, waaronder samenwerken in de bestrijding van criminaliteit.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

Uit deze mededeling vloeit geen concrete wet- en regelgeving voort. Wel kondigt de Commissie in het actieplan een aantal maatregelen aan ter verwezenlijking van de hiervoor genoemde doelen. De mededeling voorziet uitdrukkelijk niet in het creëren van nieuwe EU-fondsen, EU-regelgeving of EU-structuren. Het gaat hier om het bundelen en meer gecoördineerd inzetten van bestaande EU- èn nationale fondsen.

Bevoegdheidsvaststelling, proportionaliteit en subsidiariteit

Voor zover tot een voorlopige beoordeling over subsidiariteit kan worden overgegaan, is het algemene oordeel positief. De strategie ziet op beleidsterreinen waarvoor de EU bevoegdheden heeft, zoals milieu, transport en de interne markt. De problemen die de Donaustrategie adresseert, zoals ontoereikende infrastructuur en waterbeheer zijn transnationaal en oplossing van die problemen vereist een bredere aanpak dan de gangbare nationale en bilaterale aanpak. De acties dragen bij aan de optimalisering van de voordelen van het EU-lidmaatschap voor de betreffende lidstaten. Bovendien kan een EU-aanpak voordelen hebben omdat de grensoverschrijdende aspecten van deze thema’s beheerst worden door EU-regelgeving. De strategie voorziet in een coördinerende rol van de EU, en uitdrukkelijk niet in het creëren van nieuwe EU-fondsen. Het oordeel over proportionaliteit is derhalve ook positief.

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële consequenties voor de EU-begroting voorzien. De activiteiten dienen binnen bestaande EU budgettaire kaders te worden gefinancierd. Eventuele nationale financiële gevolgen dienen te worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departement(en) conform de gangbare regels budgetdiscipline.

4. Nederlandse positie over de mededeling

De mededeling van de Commissie richt zich voornamelijk op landen die deel uitmaken van de Donauregio. Met de ontwikkeling van de Donauregio zijn echter wel Nederlandse belangen gemoeid: indirect omdat de hele EU ervan profiteert als een economisch (en anderszins) minder succesvolle regio zich verder ontwikkelt en direct omdat Nederland (het Nederlandse bedrijfsleven) belangen heeft in de transport- en watersector in het Donaugebied en baat heeft bij stabiliteit, een goed milieu en aantrekkelijke partners op het gebied van bijvoorbeeld handel, onderzoek en ontwikkeling in die regio.

Nederland juicht het verbeteren van het onderzoeks- en kennispotentieel in de Donauregio toe, zodat er een betere basis ontstaat voor de lidstaten in die regio om succesvol deel te nemen aan de Europese Onderzoeksruimte (ERA). Dit uit zich direct in een hogere deelname van Zuidoost-Europese onderzoekers aan gezamenlijke Europese onderzoeksprogramma’s, waarvan het Kaderprogramma voor Onderzoek en Technologische Ontwikkeling de belangrijkste is. Nederland staat sympathiek tegenover de ambitie van de landen in de Donauregio om een betere basisinfrastructuur en betere grensoverschrijdende samenwerking op het terrein van onderzoek en innovatie te ontwikkelen zodat zij beter betrokken kunnen worden bij het Europese onderzoek. Nederland is in het algemeen voorstander van het handhaven van het criterium «excellentie» bij het toekennen van onderzoeksgelden uit het Kaderprogramma en wil hierbij dus niet in eerste instantie al rekening houden met de geografische spreiding bij het honoreren van onderzoeksvoorstellen. Dit betekent dat vooral de in de strategie genoemde versterkte grensoverschrijdende samenwerking in en met de regio en het slim inzetten door de Donaulanden van de aan hen toebedeelde structuurfondsen samen met andere EU-fondsen en nationale gelden het onderzoek- en innovatiepotentieel moeten opkrikken. Hierdoor zullen onderzoekers uit deze landen een interessanter partner worden voor andere lidstaten in Europese onderzoeksprojecten en kunnen onderzoekers uit deze landen, ook op individuele basis, beter deelnemen aan het Kaderprogramma en de competitie met de rest van Europa succesvol aangaan.

Een aantal lidstaten heeft aangetoond problemen te hebben met de absorptie van EU-fondsen. De Donaustrategie kan leiden tot een beter gebruik van de bestaande fondsen. Het actieplan roept op tot een breder gebruik van EU-fondsen voor grensoverschrijdende projecten. Dat soort projecten kan als bijkomend voordeel hebben dat kennis en ervaring over het aanwenden van Europese gelden overgedragen kunnen worden van één lidstaat naar (een) andere.

Nederland wordt niet rechtstreeks aangesproken in deze mededeling. Toch kan het voor Nederland voordelen hebben om zich actief op te stellen in het behandelingstraject van de strategie, gezien de kansen die de uitvoering van de Donaustrategie kan opleveren voor het Nederlandse bedrijfsleven en Nederlandse kennisinstituten en gezien het standpunt van Nederland ten aanzien van het aanwenden van EU-onderzoeksgelden. Naar verwachting zal het focussen van de inzet van Europese en nationale fondsen voor de ontwikkeling van de regio resulteren in projecten in sectoren waarin Nederland traditioneel een goede naam heeft. Zo biedt consensus over het bevorderen van de bevaarbaarheid van de rivier en het ontwikkelen van multimodaliteit kansen voor de Nederlandse transport- en binnenvaartsector, en verbetering van de vaarwegen en in kwalitatief en kwantitatief waterbeheer kan resulteren in concrete opdrachten voor bedrijven en kennisinstellingen in de Nederlandse watersector. Nederland zou er daarom op moeten aansturen dat er breed draagvlak is voor de Strategie, en dat Donaulidstaten zich actief inzetten voor het Actieplan van de Commissie.

Naar boven