22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1080 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2010

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij drie fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

  • 1. Mededeling Breedband in Europa: investeren in digitale groei (kamerstuk 22 112, nr. 1079)

  • 2. Mededeling kansen en uitdagingen voor de Europese film in het digitale tijdperk

  • 3. Mededeling doorgifte van passagiersgegevens (PNR) aan derde landen (kamerstuk 22 112, nr. 1081)

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Fiche : mededeling kansen en uitdagingen voor de Europese film in het digitale tijdperk

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s inzake kansen en uitdagingen voor de Europese film in het digitale tijdperk

Datum Commissiedocument

24 september 2010

Nr. Commissiedocument

COM (2010) 487

Pre-lex

ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=fr&DosId=199669

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad

Via raadswerkgroep Audiovisueel naar de Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sportraad van 18-19 november 2010 (Raadsconclusies).

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2. Essentie voorstel

De mededeling beschrijft het belang van de Europese film bij de vorming van Europese identiteiten en de rol die de film speelt in de Europese agenda voor cultuur. De snelle verandering van het audiovisuele landschap wereldwijd biedt talloze kansen voor de Europese film en de audiovisuele industrie, mits een oplossing wordt gevonden voor de uitdagingen inzake investeringen in (digitale) uitrusting, opleiding en nieuwe businessmodellen. De mededeling is een uitvloeisel van de Digitale Agenda1 (een van de kerninitiatieven van de Europa 2020 strategie) en bouwt voort op het werk van een groep van deskundigen en een publieksraadpleging.

Een van de uitdagingen volgens de mededeling zal zijn om bioscopen in stand te houden ondanks de drempel van de hoge kosten die digitale uitrusting met zich meebrengt. De Europese Commissie zal een actieplan opstellen voor de digitalisering van bioscopen.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

De Commissie wil een kader scheppen voor de ondersteuning van de digitale bioscoopvertoning in Europa. Daartoe wil de Commissie een actieplan opzetten. Onderdelen van dit actieplan zijn o.a.:

  • het opstellen van een voortgangsverslag over de normalisatie van digitale projectie (2010);

  • het verstrekken van een opdracht tot een studie over de kosten van digitale uitrusting van bioscopen;

  • het opzetten van een nieuw MEDIA-steunprogramma voor digitalisering (2010);

  • het uitbreiden van het onderzoek naar de mogelijkheden van het productiegarantiefonds van het MEDIA programma om daarmee de toegang tot financiering van digitalisering te vergemakkelijken (2011);

  • het uitbrengen van een aanbeveling over het bevorderen van de digitalisering van de Europese film (2011);

  • het uitbrengen van een mededeling over de filmsector met o.a. criteria om overheidssteun aan digitalisering van bioscopen te evalueren (2012).

Bevoegdheidsvaststelling

De EU is op basis van artikel 167 VWEU bevoegd het cultuurbeleid van de lidstaten te ondersteunen en aan te vullen. Tevens kan hier gedacht worden aan de bevoegdheid van de EU om op basis van artikel 173 VWEU de aanpassing van de industrie aan structurele wijzigingen te bespoedigen en een gunstig klimaat voor de ontwikkeling van ondernemingen in de gehele Unie, met name voor het midden- en kleinbedrijf, te bevorderen.

Subsidiariteit en proportionaliteit

Voor wat betreft het formuleren van een kader voor ondersteuning van de digitale bioscoopvertoning is de beoordeling van de subsidiariteit en proportionaliteit positief. Het formuleren van het kader op zichzelf past binnen de aanvullende/ondersteunende bevoegdheid van de EU. Het voorgestelde Europese optreden gaat niet verder dan noodzakelijk. Lidstaten houden de bevoegdheid om nationaal filmbeleid te formuleren.

De in de mededeling genoemde maatregelen die onderdeel zullen worden van een nog vast te stellen actieplan kunnen pas definitief worden beoordeeld op subsidiariteit (en proportionaliteit) zodra deze maatregelen zijn uitgewerkt in concrete acties. Het kabinet acht het echter niet wenselijk om de overgang van een analoge naar een digitale uitrusting van bioscopen via de Europese begroting te financieren, zoals wordt gesuggereerd door enkele aangekondigde maatregelen. Het is primair aan marktpartijen om bioscoopuitrusting te moderniseren, zoals marktpartijen zich in Nederland hebben verenigd (Cinemadigitaal.nl) om de digitalisering binnen twee jaar te realiseren.

Financiële gevolgen

Nederland zal de Commissie vragen precies aan te geven wat het financiële beslag van de toekomstige voorstellen zal zijn. Nederland is van mening dat de financiële middelen gevonden dienen te worden binnen de bestaande financiële kaders van de EU-begroting. Budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels van de budgetdiscipline.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland kan op hoofdlijnen instemmen met de conclusies van de Commissie. De definitieve beoordeling van de acties zoals voorzien voor het actieplan zal op een later moment geschieden. Nederland deelt de analyse van Europese Commissie zoals beschreven in de mededeling: de kleine, weinig draagkrachtige, bioscoopexploitanten en niet-commerciële filmtheaters (in Nederland gaat het om circa 220 van de in totaal 700 filmdoeken) hebben het extra moeilijk in het VPF (Virtual Print Fee)2 -model. De reden hiervoor is dat zij veel minder first runs draaien of zelfs helemaal geen toegang hebben tot het VPF-model omdat zij vrijwel uitsluitend Europese kwaliteitsfilms draaien.

Eventuele Europese steun aan filmexploitanten, mag niet ten koste gaan van de bestaande Europese budgetten voor filmproducenten.


XNoot
1

COM (2010) 245 van 19-5-2010

XNoot
2

VPF is een financierings mechanisme voor de eerste aankoop van een digitale bioscoop uitrusting.

Naar boven