22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1034 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2010

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 2 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

  • 1. Commissiemededeling «Analyse om verder te gaan dan 20% reductie van broeikasemmissies en het beoordelen van het risico van carbon leakage» (kamerstuk 22 112, nr. 1033);

  • 2. Raadpleging vangstmogelijkheden voor 2011.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

Fiche: Raadpleging vangstmogelijkheden voor 2011

1. Algemene gegevens

Voorstel: Raadpleging vangstmogelijkheden voor 2011, mededeling van de Europese Commissie

Datum Commissiedocument: 17 mei 2010

Nr. Commissiedocument: COM(2010) 241

Pre-lex:http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=199313

Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: niet opgesteld

Behandelingstraject Raad: Gedachtewisseling in Landbouw en Visserijraad d.d. 28-29 juni 2010, schriftelijke procedure

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

2. Essentie voorstel

Sinds 2006 presenteert de Europese Commissie jaarlijks rond de zomer een mededeling over de voorgenomen aanpak om de vangstmogelijkheden (TACs (total allowable catch) en quota) voor het daaropvolgende jaar vast te stellen. De onderhavige mededeling schetst wat de stand is van de bestanden in gemeenschapswateren, met welke generieke spelregels de vangstmogelijkheden voor 2011 zullen worden vastgesteld en stelt de agenda voor het komende najaar vast. In het Commissievoorstel komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • De staat van de bestanden. Er wordt geconstateerd dat het aantal overbeviste bestanden aanzienlijk gedaald is. Wel blijft het aantal overbeviste bestanden nog steeds hoog. Verder is het aantal bestanden, waar een hogere TAC is afgesproken dat het biologische advies, verlaagd. De Commissie wil de overbevissing oplossen met reducties in de vangstmogelijkheden en visserij-inspanning, lange termijn plannen, zowel binnen de EU als in akkoorden met derde landen. Nog immer is van een groot aantal beheerde bestanden de status onbekend. Het aantal bestanden waar de internationale wetenschappers over adviseren om onmiddellijk te stoppen met vissen blijft weliswaar hoog, maar is gedaald van 20 tot 14. De Commissie concludeert dat de bestanden er in de Noordzee beter voor staan dan elders;

  • De Commissie wil in het kader van de regionalisering het beheer van bestanden die slechts door 1 lidstaat worden benut overdragen aan die lidstaten.

  • Voor de bestanden waar nog geen meerjarenplannen voor bestaan, hanteert de Commissie generieke regels voor het vaststellen van de TACs. Deze zijn gebaseerd op een aantal uitgangspunten, onder andere het biologisch advies, de stabiliteit en economische perspectieven voor de sector. Met het oog op de doelstelling van Johannesburg 2002 over het halen van MSY (Maximum Sustainable Yield, maximale duurzame opbrengst) in 2015, wil de Commissie in de nog 4 resterende jaren tot 2015 in 4 gelijke stappen trachten MSY te halen. Om dit te bereiken acht de Commissie het noodzakelijk om waar nodig de vangstmogelijkheden in plaats van 15% tot maximaal 25% te reduceren. De regels worden nog voor advies voorgelegd aan de wetenschappelijke adviesraad van de Commissie (STECF);

  • De agenda voor het tweede semester van 2010 met een doorloop in 2011.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

De Commissie stelt een groot aantal mogelijke acties voor, waarbij de lidstaten voldoende mogelijkheden voor inbreng wordt geboden in de onderhandelingen. De Commissie kondigt de volgende acties aan:

  • Vaststellen van de vangstmogelijkheden (TAC’s) voor 2011: die van de Oostzee in de Raad van oktober, de Zwarte Zee en overige gebieden in de Raad van december, diepzee bestanden zullen in de Raad van november 2010 worden behandeld.

  • Vaststellen van de visserij inspanning op basis van meerjarenplannen, zoals de reeds vastgestelde plannen voor kabeljauw, schol en tong. Daarnaast zal er gewerkt worden aan een voorstel voor een inspanningsregime voor de westelijke wateren (zuidwesten van Ierland) en zal de Commissie onderzoeken hoe verschillende meerjarenplannen in hetzelfde gebied verankerd kunnen worden;

  • Nieuwe lange termijn plannen met prioriteit voor bestanden die herstel behoeven en evaluatie en aanpassing van plannen daar waar relevant: om te voldoen aan de doelstellingen inzake maximale duurzame opbrengst tegen 2015, zal de Commissie (voor de nieuwe plannen als voor de bestaande plannen die moeten worden herzien om de doelstellingen ervan op MSY af te stemmen) passende op MSY gebaseerde voorstellen indienen. Voor bestanden waarvoor nog geen langetermijnplannen zijn voorgesteld, stelt de Commissie voor om in de vier nog resterende jaren tot 2015 in vier gelijke stappen te trachten de MSY te halen.

Bevoegdheidsvaststelling:

De voorgenomen acties zijn onderdeel van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB, artikel 38 van het EU- Werkingsverdrag), een exclusieve bevoegdheid van de Unie.

Subsidiariteit:

Het subsidiariteitoordeel is niet van toepassing op de aangekondigde acties, aangezien het gemeenschappelijk visserijbeleid een exclusieve bevoegdheid betreft van de Unie.

Proportionaliteit:

Voorzover de proportionaliteit beoordeeld kan worden, is het Nederlandse oordeel in beginsel positief. De Commissie stelt een groot aantal mogelijke acties voor, waarbij voldoende ruimte aan de lidstaten wordt overgelaten. Middels het opstellen van onder meer meerjarenplannen kan het doel om de bestanden te herstellen, worden bereikt. Voor een oordeel over de proportionaliteit over de gedachte van de Commissie om in vier gelijke stappen te trachten toe te werken naar een MSY niveau voor bestanden waarvoor nog geen langetermijnplannen zijn ingediend, is nog onvoldoende informatie beschikbaar. Wel is Nederland van oordeel dat bij de verdere uitwerking van dit voorstel een zorgvuldige wetenschappelijke onderbouwing noodzakelijk is waarbij ook de maatschappelijke organisaties en industrie bij betrokken zijn. De proportionaliteit kan derhalve pas goed worden beoordeeld wanneer de Commissie eind dit jaar met concrete voorstellen komt.

Financiële gevolgen:

Er zijn geen financiele consequenties voor de EU begroting. Zouden er onverwacht wel gevolgen zijn voor de rijksbegroting, dan worden deze ingepast op de LNV begroting, conform de regels budgetdiscipline.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland is blij met de transparantie rond het proces om te komen tot het vaststellen van vangstmogelijkheden voor 2011 en waardeert dat het document in een eerste gedachtewisseling in juni in de Landbouw en Visserijraad wordt besproken. De Commissie erkent de reeds vorig jaar door Nederland geconstateerde lichtpuntjes en ziet ook in andere gebieden dat het aantal overbeviste bestanden gereduceerd is. Toch baart de toestand van veel bestanden nog steeds zorgen. Reductie in visserij inspanning (zeedagen) is een belangrijk instrument in het reduceren van de hoeveelheid teruggooi. Het aantal zeedagen zal in 2011 verder verlaagd worden, op basis van de meerjarenplannen voor kabeljauw, schol en tong. Nederland onderstreept het belang van meerjarenplannen in het herstel en beheer van bestanden en kan instemmen met een verdere bespreking van nieuwe voorstellen. Voor de bestanden waar geen meerjarenplan voor is, zullen de regels uit dit voorstel dienen als uitgangspunt voor de onderhandelingen. Nederland maakt echter bezwaar tegen de werking van categorie 11 (geen wetenschappelijk advies, geen exacte informatie over het bestand). Nederland wil voor die bestanden een «roll over» (0% wijziging). Voor bestanden zonder meerjaren plan, stelt de Commissie voor om de visserijsterfte in gelijke stappen in de komende vier jaar te reduceren tot zij in 2015 aan MSY voldoen. Om dit te bereiken acht de Commissie het noodzakelijk om waar nodig de vangstmogelijkheden in plaats van 15% tot maximaal 25% te reduceren. Nederland steunt het voorstel van de Commissie, maar acht bij de verdere uitwerking een zorgvuldige wetenschappelijke onderbouwing noodzakelijk waarbij ook de maatschappelijke organisaties en industrie bij betrokken zijn. Ook dient het groot aantal onbekende visserijbestanden verder in kaart gebracht te worden. Vóór de Landbouw en Visserijraad in december worden, in de onderhandelingen met Noorwegen, voor een groot aantal bestanden ook vangstafspraken gemaakt. Tot slot stelt Nederland vragen bij de wens van de Commissie om in het kader van regionalisering het beheer van bestanden die door één lidstaat worden benut over te dragen aan die lidstaten. De vraag is of die situatie überhaupt voorkomt én of het verstandig is vooruit te lopen op een eventuele bredere vorm van regionalisatie in het kader van de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid.

Naar boven