22 054
Wapenexportbeleid

nr. 54
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 19 januari 2001

In het algemeen overleg met vaste commissies voor Economische Zaken en voor Buitenlandse Zaken op 17 januari jl. heb ik uiteengezet dat de beschuldiging dat Nederland het Non Proliferatie Verdrag schendt, geuit in een uitzending van de actualiteitenrubriek NOVA de avond daarvoor, op een misverstand berust. Met deze brief wil ik mijn toezegging gestand doen om de technische details rond dat misverstand ook nog eens op schrift te zetten.

Misverstand over postaanduidingen

In het najaar van 1999 ontving NOVA na een beroep op de Wet openbaar bestuur een overzicht van alle sinds 1992 door Nederland verstrekte vergunningen voor de uitvoer van strategische goederen. Dat overzicht telt meerdere vergunningen voor de uitvoer van goederen met de postaanduiding 0C005 en de beschrijving «tubes en cilinders bevattende 1,5 tot 13,4 gram grafiet» naar India en Pakistan. Zowel postaanduiding als beschrijving zijn terug te voeren naar een lijst van goederen voor tweeërlei gebruik behorende bij de Europese Dual Use Verordening, waarin al zulke goederen zijn opgenomen die bij uitvoer aan vergunningplicht onderhevig zijn. De gehele categorie 0 in die lijst draagt de titel «nucleaire goederen».

Aangenomen wordt dat NOVA zich met name door de postaanduiding heeft laten leiden naar een actuele beschrijving van stoffen, zoals nikkelpoeders, die gebruikt kunnen worden voor uraniumverrijking, een proces waarmee onder meer het nucleaire materiaal voor toepassing in kernbommen gemaakt kan worden. Grafiet valt echter niet onder deze beschrijving en kan ook niet gebruikt worden voor uraniumverrijking. Het misverstand kon ontstaan doordat medio 1998 een hernummering van de goederenlijst werd doorgevoerd, waarbij de postaanduiding voor grafiet gewijzigd werd van 0C005 naar 0C004. Hernummering leidde er ook toe dat de stoffen voor uraniumverrijking de postaanduiding 0C005 kregen. Tot die tijd vielen deze stoffen onder de posten 0C006 en 0C201. Dat is verwarrend en niet alleen voor buitenstaanders, want in het verstrekte overzicht komt ook nog eenmaal in 1999 ten onrechte de postaanduiding 0C005 voor, zij het met de correcte goederenbeschrijving «tubes en cilinders bevattende 1,5 tot 13,4 gram grafiet».

Vergunningplicht en specificaties van nucleair grafiet

In de Europese Dual Use Verordening is de uitvoer van grafiet geschikt voor toepassing in kernreactoren vergunningplichtig gesteld. Deze bij de verordening behorende goederenlijst is, voor wat de categorie 0 betreft, gebaseerd op de lijsten van nucleaire (en niet-nucleaire) goederen die in het Zangger Committee (ZC) van het NPV en in het multilaterale exportcontroleregime, de Nuclear Supplier Group (NSG), zijn opgesteld. Deze lijsten betreffen goederen die speciaal ontworpen of aangepast zijn voor nucleaire toepassingen, dan wel goederen die daarbij toegepast kunnen worden.

Grafiet van hoge zuiverheid, hoge dichtheid en met een laag borongehalte kan worden gebruikt in zogenoemde grafiet kernreactoren. Binnen grote blokken grafiet, waarvan het benodigde gewicht voor een reactor vele tientallen tonnen bedraagt, kan een kernreactie van splijtstoffen beïnvloed en gecontroleerd worden. Voor deze nucleaire kwaliteit grafiet is bepaald dat de exporterende landen vóóraf moeten vaststellen of het grafiet zelf en de daarvan gemaakte producten geschikt zijn voor gebruik in een kernreactor. Het Ministerie van Economische Zaken heeft daarvoor de leveranciers (i.c. handelaars) van grafiet in Nederland benaderd en van de door deze firma's geleverde producten bepaald of ze geschikt zijn voor gebruik in kerncentrales. Ook voor grafietvormen waarvan vooraf bepaald is, dat ze niet geschikt zijn voor gebruik in een kerncentrale, werd toch de vergunningplicht gehandhaafd. Afhankelijk van de bestemming, wordt óf een globale vergunning, óf een individuele vergunning verleend.

De door Nederland afgegeven exportvergunningen voor grafiet betreffen allemaal vergunningen voor grafiet in de vorm van buisjes of andere componenten die in een atoomabsorptiespectrometer worden gebruikt. Dit is standaard apparatuur voor chemische analyse. Deze apparatuur komt in zeer veel laboratoria voor en wordt niet gebruikt in kerncentrales. Deze grafietcomponenten zijn zowel qua structuur als vorm ten enenmale ongeschikt voor gebruik in een kernreactor. Wegens slijtage moeten de componenten van het bewuste type spectrometer regelmatig vervangen worden. In Nederland is een distributiecentrum voor analyseapparatuur gevestigd en derhalve wordt regelmatig vergunning verleend voor de uitvoer van componenten.

Resumerend berustte het verband dat door NOVA gelegd werd tussen de door Nederland afgegeven vergunningen en stoffen die bij uraniumverrijking gebruikt zouden kunnen worden dus op een misverstand over nummers van posten op oude en actuele goederenlijsten. Een misverstand dat eenvoudig voorkomen had kunnen worden, indien NOVA de gebruikelijke procedure van hoor en wederhoor zou hebben toegepast.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

G. Ybema

Naar boven