22 054 Wapenexportbeleid

Nr. 266 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2015

Hierbij bied ik u de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 13 november 2015 inzake de bevindingen van Amnesty International dat Nederlandse verzekeraars zouden investeren in wapenhandel, waarmee ik tevens tegemoet kom aan de toezegging van de Minister van Buitenlandse Zaken in het AO Jemen van 4 november jl.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Op 2 november jl. publiceerde Amnesty International het bericht dat Nederlandse verzekeraars investeren in munitie, die wordt gebruikt in Jemen. In het bericht staat dat zes verzekeringsgroepen in Nederland aandelen en obligaties hebben in vier Amerikaanse wapenfabrikanten die (onderdelen voor) MK-bommen en clusterbommen produceren, te weten General Dynamics, Orbital ATK, Textron en Lockheed Martin. In het bericht geeft Amnesty International aan dat onderzoek in het noorden van Jemen uitwijst dat munitie van deze bedrijven is gebruikt bij recente luchtaanvallen op burgerdoelen, met veel burgerslachtoffers tot gevolg.

Onderzoek Amnesty International en de Eerlijke Verzekeringswijzer

Amnesty International verwijst naar een onderzoek van de Eerlijke Verzekeringswijzer uit juni 2015 over controversiële wapenhandel.1 Dit onderzoek geeft aan dat Aegon, Allianz en Legal & General investeren in General Dynamics, Orbital ATK, Textron en Lockheed Martin (laatstgenoemde produceert sinds 2013 geen clustermunitie meer). De investeringen in de overige drie bedrijven worden gedaan door moeder- of dochterondernemingen in het buitenland. Delta Lloyd en Generali investeren alleen in Lockheed Martin. APG reageerde op dit onderzoek en gaf aan dat Loyalis, de verzekeringsafdeling van APG, in maart 2015 ongeveer 1,3 miljoen euro had geïnvesteerd in de wapenindustrie. General Dynamics en Lockheed Martin maken daar onderdeel van uit.2 In het persbericht van de Eerlijke Verzekeringswijzer naar aanleiding van dit onderzoek was te lezen dat verzekeraars 6,8 miljard euro investeren in wapenhandel.3 Het Verbond van Verzekeraars gaf hierop aan dat veruit het merendeel van die investeringen betrekking heeft op investeringen van internationale spelers en niet afkomstig is van Nederlandse onderdelen.4 Uit het onderzoek van de Eerlijke Verzekeringswijzer is op te maken dat Nederlandse ondernemingen 387 miljoen euro investeren in wapenhandel.

Aegon heeft in reactie op het onderzoek van Amnesty International aangegeven in gesprek te zullen gaan met Lockheed Martin. Mocht dit gesprek niet tot bevredigende resultaten leiden dan is Aegon bereid de investeringen in Lockheed Martin te heroverwegen.5 Delta Lloyd heeft per 1 november jl. alle vormen van betrokkenheid bij controversiële wapens uitgesloten.6

Verantwoordelijkheid Nederlandse verzekeraars en inzet overheid op Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO)

Het gebruik van clustermunitie veroorzaakt onaanvaardbaar menselijk leed. De inzet van clustermunitie brengt ernstige gevaren met zich mee voor de burgerbevolking vanwege de onbetrouwbaarheid en de onnauwkeurigheid ervan en de munitie kan jaren na inzet alsnog tot ontploffing komen. Voor in Nederland gevestigde financiële ondernemingen geldt daarom een wettelijk verbod op investeringen in clustermunitie. Clearinginstellingen, natuurlijke personen, buitenlandse dochterondernemingen vallen buiten het verbod. Van de in het onderzoek van de Eerlijke Verzekeringswijzer genoemde bedrijven produceren een aantal niet alleen voor de defensiemarkt, maar ook voor civiele doeleinden, zoals Airbus, Boeing en ThyssenKrupp.7 Het is aan de verzekeraars zelf om te bepalen in welke bedrijven zij investeren, met in achtneming van hun verantwoordelijkheden onder internationale richtlijnen.

De overheid verwacht van verzekeraars dat zij invulling geven aan hun verantwoordelijkheid om mensenrechten te respecteren onder de United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGPs) en dat zij zich houden aan de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. Hierbij hoort ook dat de Nederlandse verzekeringsgroepen en afdelingen van verzekeringsgroepen hun invloed aanwenden om hun buitenlandse moeder- en dochterondernemingen aan te spreken op de investeringen die grote risico’s met zich meebrengen, zoals investeringen in bedrijven die clustermunitie produceren. Tevens heeft Nederland een goed ontwikkeld en zorgvuldig wapenexportbeleid, waarbij een belangrijk uitgangspuntpunt is dat de export niet bijdraagt aan mensenrechtenschendingen of instabiliteit in fragiele regio’s.

De overheid heeft de verzekeringssector aangezet tot kennisopbouw over IMVO en tot dialoog met het maatschappelijk middenveld, vakbonden en andere stakeholders. De verzekeringssector heeft op basis hiervan te kennen gegeven met relevante stakeholders ook verder te spreken over de IMVO-risico’s in de sector en eventuele vervolgstappen. Inmiddels heeft de sector via het Verbond van Verzekeraars aangegeven te willen toewerken naar een convenant. Daartoe gaat het Verbond onderzoeken op welke onderdelen de huidige Code Duurzaam Beleggen in dat kader kan worden herzien of aangescherpt. De overheid zal er op toe zien dat het convenant de richtlijnen van het SER advies «IMVO-convenanten» volgt.


X Noot
1

De Eerlijke Verzekeringswijzer, uitgevoerd door Profundo, 18 juni 2015, http://eerlijkegeldwijzer.nl/media/60776/case-study-controversial-arms-trade-150617.pdf.

X Noot
2

De Eerlijke Verzekeringswijzer, uitgevoerd door Profundo, 18 juni 2015, pagina 56.

X Noot
5

Aegon, persbericht 2 november 2015, http://nieuws.aegon.nl/aegon-verwerpt-beleggingen-in-clustermunitie/

X Noot
7

De Eerlijke Verzekeringswijzer, uitgevoerd door Profundo, 18 juni 2015, pagina 19, 22 en 36.

Naar boven