22 054 Wapenexportbeleid

Nr. 186 MOTIE VAN HET LID VOORDEWIND

Voorgesteld 22 december 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de Nederlandse regering in het verleden wapenexportvergunningen heeft afgegeven aan dictatoriale regimes, zoals aan Bahrein, Egypte, Jemen, Jordanië, Turkmenistan en Saudi-Arabië;

constaterende, dat in deze landen mensenrechten structureel met de voeten getreden worden en dat zelfs militaire middelen worden ingezet tegen de eigen burgerbevolking;

van mening, dat te allen tijde uitgesloten moet worden dat Nederlands wapentuig gebruikt wordt door dictatoriale regimes om de eigen burgerbevolking te onderdrukken;

verzoekt de regering voortaan met betrekking tot criterium twee van het wapenexportbeleid een «nee, tenzij»-benadering te hanteren wat betreft dictatoriale regimes tenzij aangetoond kan worden dat:

  • 1. er een legitieme defensiebehoefte van het ontvangende land is;

  • 2. er overtuigend kan worden aangetoond dat de wapens niet tegen de eigen burgerbevolking worden ingezet;

  • 3. de besluitvorming ten aanzien van de aankoop van militaire middelen op democratische wijze tot stand gekomen is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Voordewind

Naar boven