22 054
Wapenexportbeleid

nr. 109
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2006

Met referte aan de brief van 28 april jl. (Kamerstuk 2005–2006, 22 054, nr. 107) en het overleg met de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken op 7 juni jl., informeren wij u hierbij nader over de herzieningsconferentie van het actieprogramma van de Verenigde Naties inzake kleine en lichte wapens die van 26 juni tot 7 juli aanstaande zal plaatsvinden, alsmede over de inzet van Nederland dienaangaande.

Concept-slotdocument van de herzieningsconferentie van het VN-actieprogramma

Zoals in voorgaande brief uiteengezet, en zoals ook tijdens het Algemeen Overleg over de herzieningsconferentie op 7 juni jl. is toegelicht, bevat het concept-slotdocument voorstellen en maatregelen tot verdere implementatie van het in 2001 overeengekomen VN-actieprogramma inzake kleine en lichte wapens. Het is niet de bedoeling om de inhoud van het actieprogramma opnieuw aan de orde te stellen of om nieuwe onderwerpen te bespreken. Het eerder vastgestelde pakket bruikbare en effectieve maatregelen zal eerst beter uitgevoerd moeten worden. Concretisering van deze bestaande maatregelen zal daaraan kunnen bijdragen.

Op 18 mei jl. werd door de beoogde voorzitter van de herzieningsconferentie, ambassadeur Prasad Kariyawasam (Sri Lanka) een tweede concept-slotdocument van de VN herzieningsconferentie verspreid. Het huidige concept bevat behalve delen I Declaration, II Concrete measures to Strengthen Implementation at National, regional and Global Levels en III International Cooperation and Assistance, ook deel IV inzake Follow-up.

Een derde en tevens laatste concept-slotdocument zal naar verwachting bij aanvang van de herzieningsconferentie worden verspreid.

Het thans beschikbare tweede concept-slotdocument bevat een aantal voor Nederland positieve wijzigingen ten opzichte van het eerste concept-slotdocument, onder andere wat betreft de tussenhandel.

Nederlandse prioriteiten

De Nederlandse inzet is gericht op het behoud van consensus over het actieprogramma en op verdere implementatie van de afspraken. Daarbij gelden als prioriteiten de onderwerpen kleine wapens en ontwikkeling, de tussenhandel, handel in kleine en lichte wapens, en «follow-up» maatregelen van de herzieningsconferentie.

Relatie kleine wapens en ontwikkeling

In het huidige concept-slotdocument is het onderwerp kleine wapens, gewapend geweld en ontwikkeling behouden gebleven. Het bevat de oproep om programma’s ter beperking van gewapend geweld en de illegale handel in kleine en lichte wapens te integreren in bredere nationale ontwikkelingsprogramma’s en strategieën. Nederland is voorstander van zo’n geïntegreerde benadering. Een aantal delegaties, waaronder die van de VS, is geen voorstander van de bespreking van dit thema binnen het VN-actieprogramma, want ontwikkelingsvraagstukken zouden niet thuishoren in de VN-commissie die zich bezighoudt met ontwapening. Nederland zal zich tijdens de conferentie inspannen om het thema in het slotdocument te behouden.

Op 7 juni jl. vond in Genève een ministeriële top plaats over «Armed Violence and Development». Nederland werd vertegenwoordigd door de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. De ministeriële top over de integratie van beleid inzake kleine en lichte wapens en gewapend geweld met het bredere ontwikkelingsbeleid werd afgesloten met de aanvaarding van de Geneefse Verklaring. Deze zal worden ingebracht tijdens de herzieningsconferentie. De Top bouwde onder andere voort op de door Nederland geïnitieerde AVVN-resolutie inzake de integratie van veiligheid en ontwikkeling (A/RES/60/68).

Tijdens de herzieningsconferentie zal Nederland een evenement organiseren over het thema kleine wapens en ontwikkeling. Bedoeling is om het onderwerp vanuit verschillende perspectieven te behandelen en om een aanzet te geven voor concrete uitwerking van het onderwerp. Het evenement zal geopend worden door de junior minister van het Departement van Ontwikkelingssamenwerking van het VK (DFiD), en gastsprekers van UNDP, UNIDIR, Oeganda «National Focal Point», de niet-gouvernementele organisatie SaferAfrica en mogelijk de Wereldbank, zullen het thema bespreken.

Tussenhandel

Zoals in voorgaande brief aangegeven pleit Nederland voor een verduidelijking van het mandaat voor de expertgroep. Idealiter zou de expertgroep een concept-instrument ontwikkelen als basis voor daaropvolgende VN onderhandelingen over een internationaal instrument. Het huidige concept-slotdocument bevat thans een duidelijker mandaat voor de expertgroep dan in de AVVN resolutie 60/81 van 2005 werd overeengekomen. In het huidige concept-slotdocument wordt opgedragen de wenselijkheid te onderzoeken van internationale regulering van de tussenhandel in kleine en lichte wapens, en in het positieve geval een onderhandelingsmandaat voor te stellen. Nederland zet zich in voor het behoud van deze tekst.

Transfer Control

De doelstelling van het actieprogramma, i.e. de beperking van de illegale handel in kleine en lichte wapens, zal beter realiseerbaar zijn als internationale minimumstandaarden inzake de controle op de handel in kleine en lichte wapens overeengekomen zouden kunnen worden. Het huidige concept-slotdocument bevat thans verwijzingen naar dergelijke internationale richtlijnen. Volgens Nederland dienen dergelijke richtlijnen in overeenstemming te zijn met bestaande internationaalrechtelijke verplichtingen o.a. betreffende de bescherming van de mensenrechten, het humanitaire oorlogsrecht en de VNVR-resoluties betreffende wapenembargo’s.

«Follow-up» maatregelen

Het tweede concept-slotdocument bevat nu ook het laatste hoofdstuk van het slotdocument over implementatie- en voortgangsmaatregelen («follow-up»). De voortgang die wordt geboekt bij de implementatie van het actieprogramma moet goed herkenbaar blijven. Daarom zijn er afspraken nodig om elke twee jaar bijeenkomsten van Staten te houden. Nederland heeft hierover tijdens de voorbereidende conferentie in januari 2006 reeds een voorstel ingediend, wat gedeeltelijk in het huidige concept-document is overgenomen. Een tweejaarlijkse cyclus van formele bijeenkomsten met om de zes jaar een herzieningsconferentie zal de effectiviteit van de samenwerking en assistentie ten goede komen. Structurele rapportage over de bereikte resultaten van het VN-actieprogramma zal kunnen bijdragen aan de betere afstemming tussen vraag naar- en aanbod van assistentie bij de implementatie van het actieprogramma.

Internationaal Wapenhandelsverdrag (ATT)

Zoals u in voorgaande brief en tijdens het Algemeen Overleg op 7 juni jl. bent geïnformeerd, vallen mogelijke afspraken over de handel in kleine en lichte wapens (de bovengenoemde transfer controls) inhoudelijk in belangrijke mate samen met elementen van een nog uit te werken internationaal wapenhandelsverdrag (Arms Trade Treaty, ATT) dat gaat over alle conventionele wapens. Een ATT zal, zoals eerder opgemerkt, geen onderwerp zijn van de herzieningsconferentie, omdat het actieprogramma slechts betrekking heeft op kleine en lichte wapens. Wij zijn voorstander van een ATT. In dit kader zij vermeld dat op 14 juni jl. een petitie over het ATT in ontvangst is genomen van de organisatoren van de Control Arms campagne. Deze «million faces» campagne wordt sinds 2003 wereldwijd gevoerd door Amnesty International, Oxfam International en International Action Network on Small Arms (IANSA) onder het motto «Elke minuut sterft er iemand door misbruik van wapens». In Nederland wordt deze coalitie vertegenwoordigd door Oxfam Novib, Amnesty Nederland en Pax Christi.

Prioriteiten van de Europese Unie

In een eerdere brief werd u reeds geïnformeerd over de EU-prioriteiten. Behalve Transfer controls, marking and tracing, brokering, kleine wapens en ontwikkeling en munitiegelden ook de follow-up maatregelen als prioriteit. Alle zes prioriteiten vinden hun weerslag in het huidige slotdocument.

In grote lijnen beoogt de EU in de eerste plaats het actieprogramma door middel van het slotdocument te concretiseren en verder uit te werken.

Mocht concrete verbetering en concretisering van het actieprogramma onmogelijk blijken dan dient de inhoud van het huidige actieprogramma zoveel mogelijk gewaarborgd te worden. Voorkomen moet worden dat het actieprogramma wordt afgezwakt.

De EU heeft in haar reactie op het huidige concept slotdocument aan ambassadeur Prasad Kariyawasam onder meer laten weten voorstander te zijn het in 2005 overeengekomen instrument inzake het identificeren en traceren van kleine en lichte wapens in de toekomst een juridisch bindend karakter te geven. Wat betreft de aan kleine en lichte wapens gerelateerde munitie bestaat gerede kans dat besloten zal worden een separaat proces te starten om dit onderwerp nader uit te werken. De EU heeft ten slotte ook aangedrongen op de vermelding van het belang van het werk van het internationale Rode Kruis / Rode Halve Maan en de belangrijke resultaten die zijn geboekt binnen de OVSE.

Tijdens de herzieningsconferentie zullen EU partners wederom een gezamenlijk standpunt formuleren over het derde en laatste concept slotdocument dat voorafgaande aan of gedurende de eerste dagen van de conferentie zal worden verspreid.

Na afloop van de herzieningsconferentie zullen wij u verslag doen van de bereikte resultaten.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. Bot

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A. M. A. van Ardenne-van der Hoeven

Naar boven