22 054
Wapenexportbeleid

nr. 107
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2006

Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg Wapenexportbeleid met de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken en Economische Zaken op 16 maart jl. (22 054, nr. 105), informeer ik u hierbij graag over (de Nederlandse inzet voor) de zogenoemde Herzieningsconferentie van het actieprogramma van de Verenigde Naties inzake kleine en lichte wapens, over het internationaal wapenhandelsverdrag en over de Nederlandse delegatie naar de Herzieningsconferentie.

Herzieningsconferentie van het VN-actieprogramma

Van 26 juni tot 7 juli a.s. zal te New York gedurende twee weken de Herzieningsconferentie van het actieprogramma inzake kleine en lichte wapens plaatsvinden. De Herzieningsconferentie is bedoeld om de implementatie van het inmiddels gezaghebbende actieprogramma onder de loep te nemen. Het actieprogramma [UN Programme of Action to Prevent, Combat and Eradicate the Illicit Trade in Small Arms and Light Weapons, in All its Aspects (UNPoA)] is in juli 2001 tot stand gekomen. In 2003 en in 2005 vonden de overeengekomen tweejaarlijkse bijeenkomsten plaats. In januari jl. vond in New York een voorbereidende conferentie voor de Herzieningsconferentie plaats. De beoogde voorzitter van de Herzieningsconferentie, ambassadeur Prasad Kariyawasam (Sri Lanka), heeft een non-paper verspreid ten behoeve van de voorbereidende discussies over de inhoud van het uitkomstdocument van de Herzieningsconferentie. Op 2, 27 en 30 maart jl. vonden in New York informele consultaties plaats over de inhoud van het non-paper. Het concept-uitkomstdocument bevat voorstellen en maatregelen tot verdere implementatie dan wel actiever beleid en uitvoering van de in 2001 overeengekomen maatregelen in het actieprogramma. Zo wordt opgeroepen om aan de verplichtingen uit het in 2005 overeengekomen politiek verbindende instrument inzake het identificeren en markeren van kleine en lichte wapens te voldoen. Ook worden thema’s behandeld als de tussenhandel in kleine en lichte wapens, de relatie kleine wapens en ontwikkeling, munitie, eindgebruikersverklaringen (EUC), man-portable Air Defence Systems (MANPADS), verantwoorde wapenopslag- en vernietiging en internationale assistentie en samenwerking. In beginsel staat de EU positief ten aanzien van dit eerste concept-uitkomstdocument. Nadere standpuntbepaling (in EU-verband) zal nog plaatsvinden.

EU-prioriteiten

De EU is voorstander van het concretiseren van bepaalde onderwerpen in het actieprogramma, hetgeen de implementatie zal bevorderen. Het is niet de bedoeling het actieprogramma te heropenen en nieuwe onderwerpen te bespreken. Het openbreken van het huidige programma zou op dit moment nodeloos veel tijd in beslag nemen terwijl er nu reeds een groot pakket aan zeer bruikbare en effectieve maatregelen bestaat. De internationale gemeenschap dient eerst de bestaande afspraken beter na te komen en te concretiseren. Transfer controls, marking and tracing, brokering, en de relatie tussen kleine wapens en ontwikkeling gelden als prioritaire onderwerpen voor de EU die nadere invulling en concretisering in het actieprogramma behoeven. Ook munitie voor kleine en lichte wapens is één van de prioriteiten van de EU. Munitie valt echter volgens veel landen niet onder de werking van het huidige actieprogramma.

Ter voorbereiding van de Herzieningsconferentie besloot de EU tot het uitvoeren van demarches om het EU-standpunt uit te dragen met als doel in een zo vroeg mogelijk stadium andere landen te overtuigen van de EU-inzet en deze landen aan te sporen om zich tijdens de Herzieningsconferentie overeenkomstig het EU-standpunt uit te spreken.

Nederlandse prioriteiten

Nederland steunt uiteraard de EU-agenda en zal zich tijdens de Herzieningsconferentie actief inzetten voor de onderwerpen «kleine wapens en ontwikkeling» en «tussenhandel in kleine en lichte wapens» (brokering). Nederland heeft hier de afgelopen jaren een voortrekkersrol gespeeld.

Relatie kleine wapens en ontwikkeling

De samenhang tussen kleine wapens en ontwikkeling staat hoog op de internationale kleine wapens agenda. Het onderwerp kreeg hernieuwde aandacht vanwege de op Nederlands initiatief ingediende VN-resolutie over veiligheid en ontwikkeling (A/RES/60/68). De resolutie noemt drie noodzakelijke maatregelen, te weten de noodzaak om kleine wapens te integreren in nationale ontwikkelingsprogramma’s en strategieën, in vredeshandhavingsmissies en in wederopbouwstrategieën. Nederland heeft op verzoek van het vorige EU-voorzitterschap, met het Verenigd Koninkrijk, een non-paper over de samenhang tussen kleine wapens en ontwikkeling opgesteld en tijdens de voorbereidende conferentie in januari jl. als officieel werkdocument verspreid. Het non-paper geeft een uiteenzetting hoe de problemen die samenhangen met kleine wapens en duurzame ontwikkeling effectiever aangepakt zouden kunnen worden en hoe een en ander een positieve uitwerking zal hebben op de implementatie van het actieprogramma. Belangrijk in dat kader is de OESO-DAC beslissing van maart 2005 op grond waarvan een groot deel van kleine wapens activiteiten onder ODA gebracht mogen worden. Dit betekent dat er potentieel meer geld beschikbaar is voor de implementatie van het actieprogramma.

Rond het thema van kleine wapens en ontwikkeling vonden in Noorwegen en in het VK twee seminars plaats en zal de komende maand een tweedaags seminar door Nederland worden gefinancierd in Oeganda. Het seminar in Oeganda zal onder andere voortbouwen op de bevindingen van hetgeen in Oslo en Wilton Park besproken werd. Het seminar zal specifiek gericht zijn op de kleine wapensproblematiek in relatie tot ontwikkeling en de implementatie van Nationale Actieplannen in landen uit de Grote Meren Regio en de Hoorn van Afrika. Nederland heeft daarbij voor ogen om dit jaar aan de ontwikkeling en de implementatie van een Nationaal Actieplan inzake kleine en lichte wapens van een nader te bepalen Afrikaans land financieel bij te dragen.

Tussenhandel

Ook op het onderwerp tussenhandel in kleine en lichte wapens (brokering) heeft Nederland een non-paper opgesteld. Dit non-paper zal ter voorbereiding op de Herzieningsconferentie verder in EU-kader worden afgestemd en uitgewerkt. De tussenhandel in kleine en lichte wapens is een onderwerp waarvoor Nederland zich, samen met Noorwegen, door de jaren heen in verschillende regionale en internationale fora actief heeft ingezet. Nederland is voorstander van een internationaal juridisch bindend instrument inzake tussenhandel. Tijdens de 60ste AVVN in 2005 werd besloten tot de instelling van een expertgroep om zich nader te buigen over de kwestie tussenhandel. Tijdens de voorbereidende conferentie werd door veel delegaties gesteld dat er niet vooruit gelopen mocht worden op de uitkomst van de expertgroep. Nederland pleit voor een verduidelijking van het mandaat voor de expertgroep. Idealiter zou de expertgroep een concept-instrument ontwikkelen als basis voor daaropvolgende VN onderhandelingen over een internationaal instrument.

Transfer Controls

Behalve de inzet op nadere internationale regelgeving ten aanzien van de tussenhandel in kleine en lichte wapens ondersteunt Nederland ook het initiatief om nadere afspraken te maken over de internationale handel in kleine en lichte wapens als zodanig, de zogenaamde transfer controls. Controle op de handel in kleine en lichte wapens is één van de onderwerpen van het actieprogramma waarvan vele landen menen dat nadere uitwerking noodzakelijk is. De implementatie van het actieprogramma zou kunnen worden versterkt door duidelijkheid te creëren over minimum standaarden, inclusief criteria of richtlijnen, om te beoordelen of een voorgestelde transactie een (gewapend) conflict zou kunnen verlengen of verergeren, of de wapens mogelijk worden ingezet bij mensenrechtenschendingen, of de ontwikkeling van het ontvangende land zouden ondermijnen.

Internationaal Wapenhandelsverdrag (ATT)

Naar verwachting zal er inhoudelijk veel overlap zijn tussen de afspraken over de handel in kleine en lichte wapens – de bovengenoemde transfer controls die idealiter tijdens de Herzieningsconferentie kunnen worden gemaakt –, en elementen van een nog uit te werken internationaal wapenhandelsverdrag (Arms Trade Treaty, ATT) dat gaat over alle conventionele wapens. Een ATT zal op zich geen onderwerp van discussie zijn tijdens de Herzieningsconferentie, omdat het actieprogramma slechts betrekking heeft op kleine en lichte wapens. Daarom beoogt de EU binnen het kader van het actieprogramma momentum te creëren voor de lancering van een ATT-proces. Het streven van de EU is dit najaar een resolutie in te dienen in de VN, die dit proces moet inluiden. Voor het succes van een dergelijke resolutie zal het nodige lobbywerk moeten worden verricht. Dit vergt nauwe afstemming tussen de EU-lidstaten. Tijdens een eerste informele bijeenkomst in Brussel op 16 maart jl. is gesproken over de te volgen strategie. Daaruit zullen acties voortvloeien ten opzichte van andere wapenimporterende en -exporterende landen. Gelet op bovenstaande ontwikkelingen en gezien de nauwe betrokkenheid van Nederland bij dit onderwerp in het verleden, acht ik een gecoördineerde inzet door een groep van landen, waaronder Nederland, ter bevordering van de totstandkoming van het ATT noodzakelijk.

Nederlandse delegatie naar de Herzieningsconferentie

Momenteel is de samenstelling van de Nederlandse delegatie nog niet bekend. Er zal tevens nog een instructie voor de delegatie worden opgesteld. De delegatie zal openstaan voor leden van de Tweede Kamer en voor vertegenwoordigers van non-gouvernementele organisaties. Graag verneem ik of er interesse bestaat vanuit uw Kamer om aan de conferentie deel te nemen.

Tot slot

Eind mei, ruim vóór de start van de Herzieningsconferentie, zal ik u nader informeren over de stand van zaken en de voorbereiding van de conferentie. Na afloop van de Herzieningsconferentie zal ik u uiteraard verslag doen van de uitkomsten van de conferentie.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. Bot

Naar boven