22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam-Brussel-Parijs en Utrecht-Arnhem-Duitse grens

Nr. 499 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2017

Op 13 oktober jl. heeft u de 40e Voortgangsrapportage 40 HSL-Zuid (VGR40) ontvangen. In de aanbiedingsbrief1 bij VGR40 is aangegeven dat de Auditdienst Rijk (ADR) de (jaarlijkse) VGR zou controleren. Ik bied u hierbij de ADR-rapportage aan2.

De ADR heeft een goedkeurende controleverklaring afgegeven bij de in de periode 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 verantwoorde aangegane verplichtingen, uitgaven en ontvangsten. Voorts merkt de ADR op dat in de VGR40 voor het restpunt «betonproblematiek» een kwantitatieve risico-analyse ontbreekt, maar dat inmiddels wel een methodiek is ontwikkeld voor inschatting van de risico’s, die voor de zettingenproblematiek al is ingezet.

In de VGR40 is aangegeven dat de risicoanalyse voor de betonproblematiek kan worden uitgevoerd nadat de resultaten van het brede vervolgonderzoek naar ernst en omvang van betonschade op de HSL beschikbaar zijn. Dit brede vervolgonderzoek is dit najaar gestart met een visuele inspectie en zal naar verwachting medio 2018 zijn afgerond. Zodra de daaropvolgende risico-analyse is voltooid wordt uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstuk 22 026, nr. 498

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven