22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam–Brussel–Parijs en Utrecht–Arnhem–Duitse grens

Nr. 487 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2016

In het najaar van 2015 is aan uw Kamer gemeld dat op de Betuweroute, net als op de HSL-Zuid, bovenmatige mosgroei is geconstateerd en dat onderzoek loopt naar de betonkwaliteit van de Sophiatunnel en de Overkapping Barendrecht (Kamerstuk 22 026, nr. 483). Met deze brief bied ik u conform toezegging het recentelijk afgeronde onderzoeksrapport aan1.

Het uitgebreide onderzoek naar het beton bij de Sophiatunnel levert als conclusie op dat er geen sprake is van betonaantasting met effect op de levensduur van de tunnel.

De quickscan naar de betonkwaliteit van de overkapping bij Barendrecht levert indicaties op die nader onderzoek wenselijk maken voordat uitspraken over de levensduur van dit object kunnen worden gedaan. ProRail volgt deze aanbeveling op. Deze conclusies betreffen niet de andere objecten aan de Betuweroute.

ProRail benadrukt dat de veiligheid en berijdbaarheid op korte termijn niet in het geding is. De spoorbeheerder zal de inspecties intensiveren en volgt de aanbeveling van de onderzoekers op om de Overkapping Barendrecht nader te onderzoeken.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven