22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam–Brussel–Parijs en Utrecht–Arnhem–Duitse grens

Nr. 396 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2013

Conform de Regeling Grote Projecten, bied ik u hierbij de tweeëndertigste voortgangsrapportage (VGR 32) HSL-Zuid aan1. Deze voortgangsrapportage behandelt de verslagperiode van 1 juli 2012 tot en met 31 december 2012. In deze brief zal ik verder nog in gaan op de financiën en de prestaties van de Beneluxtrein.

Mede op uw verzoek heb ik aangekondigd sinds aanvang van de Fyra-dienst Amsterdam – Brussel maandelijkse voortgangsbrieven over de prestaties van deze treindienst aan uw Kamer te sturen. Zoals ook besproken in het Algemeen Overleg van 28 februari 2013 (Handelingen II, 2012/13, nr. 56, Debat over het terugbrengen van de Benelux-trein naar Brussel), is deze treindienst op 17 januari j.l. inmiddels gestaakt en wordt u in april middels een plan van aanpak geïnformeerd over mogelijke oplossingsscenario’s en het versterken van de tijdelijke treindienst Den Haag – Brussel v.v. via het klassieke spoor.

Financiën HSL-Zuid project

Aan het einde van de verslagperiode was in de risicoreservering nog een bedrag beschikbaar van € 39 mln2. Het potentiële beroep (50% waarde) van het HSL-project op de risicoreservering is in de verslagperiode met € 2 mln afgenomen tot € 37 mln; op basis van de 90% waarde bedraagt het potentiële beroep € 63 mln. Deze 90% waarde is voor mij aanleiding om de resterende ruimte binnen de risicoreservering beschikbaar te houden voor eventuele aanwending in het HSL-project.

Prestaties Beneluxtrein

NS Internationaal heeft mij gemeld dat de gemiddelde punctualiteit van de Intercity Amsterdam – Brussel, ook bekend als de Beneluxtrein, in de tweede helft van 2012 88% bedroeg. Dit is een verbetering ten opzichte van de zes maanden daarvoor toen de punctualiteit 87% bedroeg. De gemiddelde uitval van de Beneluxtrein bedroeg 6,5% gedurende de tweede helft van 2012, hetgeen een lichte verbetering betekent ten opzichte van de vorige verslagperiode (7,5%). De redelijk hoge uitval is te wijten aan materieelproblemen (verouderd materieel) en infraproblemen.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

Bij de aanbiedingsbrief van VGR 31 is de Tweede Kamer verzocht hiervan een bedrag van € 10 mln vrij te geven ten gunste van het projectbudget, doch aan het eind van de verslagperiode van VGR 32 was dit verzoek nog niet door de Tweede Kamer behandeld. Derhalve is dat in VGR 32 nog niet verwerkt.

Naar boven