Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2013
Conform de Regeling Grote Projecten, bied ik u hierbij de tweeëndertigste voortgangsrapportage
(VGR 32) HSL-Zuid aan1. Deze voortgangsrapportage behandelt de verslagperiode van 1 juli 2012 tot en met
31 december 2012. In deze brief zal ik verder nog in gaan op de financiën en de prestaties
van de Beneluxtrein.
Mede op uw verzoek heb ik aangekondigd sinds aanvang van de Fyra-dienst Amsterdam
– Brussel maandelijkse voortgangsbrieven over de prestaties van deze treindienst aan
uw Kamer te sturen. Zoals ook besproken in het Algemeen Overleg van 28 februari 2013
(Handelingen II, 2012/13, nr. 56, Debat over het terugbrengen van de Benelux-trein
naar Brussel), is deze treindienst op 17 januari j.l. inmiddels gestaakt en wordt
u in april middels een plan van aanpak geïnformeerd over mogelijke oplossingsscenario’s
en het versterken van de tijdelijke treindienst Den Haag – Brussel v.v. via het klassieke
spoor.
Financiën HSL-Zuid project
Aan het einde van de verslagperiode was in de risicoreservering nog een bedrag beschikbaar
van € 39 mln2. Het potentiële beroep (50% waarde) van het HSL-project op de risicoreservering is
in de verslagperiode met € 2 mln afgenomen tot € 37 mln; op basis van de 90% waarde
bedraagt het potentiële beroep € 63 mln. Deze 90% waarde is voor mij aanleiding om
de resterende ruimte binnen de risicoreservering beschikbaar te houden voor eventuele
aanwending in het HSL-project.
Prestaties Beneluxtrein
NS Internationaal heeft mij gemeld dat de gemiddelde punctualiteit van de Intercity
Amsterdam – Brussel, ook bekend als de Beneluxtrein, in de tweede helft van 2012 88%
bedroeg. Dit is een verbetering ten opzichte van de zes maanden daarvoor toen de punctualiteit
87% bedroeg. De gemiddelde uitval van de Beneluxtrein bedroeg 6,5% gedurende de tweede
helft van 2012, hetgeen een lichte verbetering betekent ten opzichte van de vorige
verslagperiode (7,5%). De redelijk hoge uitval is te wijten aan materieelproblemen
(verouderd materieel) en infraproblemen.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld