22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam– Brussel–Parijs en Utrecht–Arnhem–Duitse grens

Nr. 359 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 april 2012

Op 7 maart 2012 heeft FNV Bondgenoten een afschrift van een aan mij gerichte brief verzonden aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Milieu1. Deze brief (met kenmerk 12–0345/jl/ev) betreft de «concessie voor de Betuweroute en Goederenloket 2013».

Bijgaand treft u een afschrift van mijn brief aan die ik als reactie aan FNV Spoor heb verzonden.2 In deze brief laat ik FNV Spoor weten dat de veiligheid op het spoor voor mij hoe dan ook centraal staat en dat een stabiele werkomgeving voor het personeel dat dagelijks met veiligheidskwesties te maken heeft, daarbij hoort. Hoewel de Inspectie Leefomgeving en Transport zich niet in het door FNV geschetste «veiligheidsbeeld» herkent, geef ik in mijn reactie aan, hierover nog wel het gesprek met Keyrail en ProRail aan te gaan.

Voorts geef ik aan dat ik nog bezig ben met het bepalen van de exacte opdracht aan Keyrail. Bij de bepaling van die opdracht zijn dit dan ook de belangrijkste voorwaarden.

In de procedurevergadering van 28 maart jongstleden, heeft de vaste Commissie aangegeven graag een reactie van mij op de brief van FNV te willen ontvangen. Zodra ik het gesprek met Keyrail en ProRail heb gevoerd, zal ik aan dit verzoek voldoen.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

De reactie van de directie van Keyrail op de brief van FNV Spoor is, naar ik begreep, ook in afschrift aan u verzonden (brief d.d. 8 maart 2012 met kenmerk U2012–169.1).

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven