22 026
Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam–Brussel–Parijs en Utrecht–Arnhem–Duitse grens

22 589
Betuweroute

28 724
Risico-reservering voor de Betuweroute en de HSL-Zuid

nr. 186
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 oktober 2003

In het voortgezette AO HSL-Zuid/Betuweroute (kamerstuk 22 026/22 589/28 724, nr. 185) is door de heer Hofstra een vraag gesteld met betrekking tot de boortunnel (zie ook 22 026/22 589/28 724, nr. 184, blz. 6). Bijgaand ontvangt u het antwoord op de gestelde vraag (bijlage 1).

In het betreffende AO is ook de inhoud van de voortgangsrapportages van de HSL-Zuid en de Betuweroute aan de orde geweest. Ter verdere verbetering van de informatievoor-ziening aan uw Kamer ben ik voornemens in de nu in bewerking zijnde voortgangs-rapportages HSL-Zuid en Betuweroute nadrukkelijker aandacht te besteden aan de ontwikkeling van de diverse categorieën risico's met bijbehorende financiële omvang. Deze informatievoorziening zal plaatsvinden op een niveau waarbij voor zaken die nog in onderhandeling zijn of moeten komen geen relatie kan worden gelegd met individuele contracten. De datum van verschijnen van de voortgangsrapportage zal hierdoor een maand naar achteren schuiven (van 1 oktober naar 1 november 2003). Hiervoor vraag ik uw begrip.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Is inzake de boortunnel in de aan de aannemer betaalde 25 mln euro een bonus begrepen, en zo ja, welke omvang heeft die bonus?

Er is afgesproken dat de tunnel 15 februari 2005 gereed is voor aanvang van de bouw van rail- en systemen door de Infraprovider. Mocht de aannemer dit niet halen dan wacht hem een boete à € 136 000 per dag of dagdeel met een maximum van € 13,6 mln.

Er is geen bonus indien de boortunnel eerder dan 15 februari wordt opgeleverd.

De genoemde € 25 mln. bevat enerzijds een vergoeding voor geleden vertragingsschade veroorzaakt door de Staat. Dit betreft vertraging in de grondverwerving in de Bospolder bij Leiderdorp. Daarnaast heeft de tunnelboor noodgedwongen moeten «stilstaan» voor één van de tunnelschachten (circa 3 maanden) die nog niet gereed was omdat de grondverwerving was vertraagd en de vergunningen te laat zijn verkregen. Deze kostenpost bedroeg circa € 12 mln.

Op basis van de aanbevelingen van de Safety Committee is de hoogte van de evacuatiepaden in een laat stadium gewijzigd. Dit heeft gevolgen voor de op het kritieke pad liggende afbouwactiviteiten in de tunnel. Om een tijdige oplevering aan de Infraprovider te waarborgen, zijn vertragingskosten ten bedrage van € 6 mln.en inloopmaatregelen (ad +/- € 2 mln.) overeengekomen. Voor dit bedrag heeft de aannemer enerzijds technische maatregelen genomen en wordt anderzijds langer per week doorgewerkt. Ook is een aantal aan het boorproces gerelateerde risico's afgekocht ad € 2 mln. betrekking hebbend op nog door de opdrachtgever voorziene vertragingen met betrekking tot de, op het moment van onderhandeling reeds bekende, vertraging in grondverwerving bij de overige schachten. Tevens is in het bedrag indexering opgenomen van circa € 3 mln.

Naar boven