22 026
Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam–Brussel–Parijs en Utrecht–Arnhem–Duitse grens

nr. 163
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 april 2002

Bij brief d.d. 28 maart 2002 (20/VROM/2002) verzocht de vaste commissie van VROM mij om nog voor 10 april a.s. de aanvullende informatie toe te sturen die is toegezegd in mijn brief van 25 maart jl. in antwoord op de recente vragen van de commissie inzake het project HSL/A16.

In antwoord hierop meld ik u, mede namens mijn ambtgenoot van Verkeer en Waterstaat, puntsgewijs de stand van zaken.

Inzake de meerkosten van aanvullende maatregelen (zie antwoord op vraag 2):

De kosten voor extra maatregelen (het aanbrengen van een tussenlaag van bitumenemulsie en het aanbrengen van een extra zandlaag) bedragen totaal: € 0,9 miljoen. In dit bedrag zijn niet begrepen de kosten van aanvullende drainage; over deze kosten wordt momenteel nog onderhandeld.

Inzake het aan de gemeente Breda uit te brengen TNO-advies over alternatieve corrigerende maatregelen (zie antwoorden op de vragen 3. en 8.): Door TNO, als adviseur in opdracht van de gemeente Breda, is toegezegd dat het rapport van de toetsing van de door de Projectorganisatie HSL/A16 voorgestelde alternatieve corrigerende maatregel uiterlijk 5 april aan de gemeente Breda zal worden aangeboden. Op 12 april a.s. zal een gesprek plaatsvinden van mij en de minister van Verkeer en Waterstaat met de gemeente Breda om tot een besluit over de definitief te nemen maatregelen voor baanvak 2 te komen.

Inzake het onderzoek van het OM naar onjuiste certificaten (zie antwoord op vraag 7.):

Van het OM is nog geen bericht ontvangen.

Inzake de totale hoeveelheid ATM-zand die is toegepast bij de HSL-zuid (zie antwoord op vraag 9.):

In het project HSL-Zuid is zowel ATM-zand categorie 1 verwerkt als ook ATM-zand categorie 2. Bij de verwerking van ATM-zand categorie 2 zijn de gebruikelijke maatregelen getroffen (bijvoorbeeld afdichting). In totaal zijn door ATM de volgende hoeveelheden zand geleverd:

a. categorie 1 zand: circa 322 000 ton (later is gebleken dat een partij van 2500 ton zand onterecht het predicaat categorie 1 heeft gekregen en deze partij wordt inmiddels verwijderd)

b. categorie 2 zand: circa 82 954 ton.

Inzake het onderzoek naar andere grote werken ofwel het ketenonderzoek naar de kwaliteit van de toepassing van AVI-bodemassen en menggranulaat bij geselecteerde grote (rail)infrastructurele werken (zie antwoord op vraag 12.):

Het VROM-Inspectie ketenonderzoek (KEBO) is op 5 april 2002 van start gegaan. Verwacht wordt dat het onderzoek op 1 augustus a.s. zal zijn afgerond.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

Naar boven